Wouter van Noort, journalist bij NRC: ‘Ik denk dat je als journalist niet meer wegkomt met zeiken over alles wat misgaat’
verhaal, gepubliceerd op 05 Nov 2021, door Marciëlle van der Kraan

In zijn journalistieke werk probeert Wouter van Noort (1985) niet alleen te kijken naar het actuele nieuws. Volgens hem gaat het te vaak over kleine dagelijkse dingen en te weinig over grote vraagstukken. ‘Het is me opgevallen dat journalistiek heel erg gefocust is op de actualiteit en urgentie, waardoor grote onderliggende vragen snel vergeten worden.’

Tijdens de coronapandemie merkte journalist Wouter van Noort dat het begon te knagen. Hij worstelde met levensvragen waar de media nauwelijks oog voor hebben. Daarom zette hij de nieuwsbrief Transcend op. Met deze nieuwsbrief begon zijn zoektocht naar zingeving. Van Noort poogt te achterhalen wat een ‘goed leven’ inhoudt en wat een mens geluk brengt. In een van zijn nieuwsbrieven schreef hij dat mensen gelukkiger worden wanneer ze stoppen zichzelf te vergelijken met anderen. Vergelijkt Van Noort zichzelf dan niet met zijn collega’s? ‘Ja, natuurlijk wel. Constant!’ roept hij lacherig uit. ‘Journalistiek is een vak waarbij alles wat iedereen doet heel zichtbaar is, en dus ook heel goed vergelijkbaar. Als iets in de Volkskrant heeft gestaan, vraagt de hoofdredactie van NRC vaak: Waarom hebben we dat niet voor NRC geschreven?’

Tegenwoordig probeert Van Noort het vergelijken zoveel mogelijk los te laten. ‘Uiteindelijk denk ik dat ik het meest productief ben, de mooiste dingen maak en het gelukkigst ben, als ik zelf bepaal wat ik belangrijkst vind om over te schrijven. Ongeacht hoeveel likes dat nou scoort. Het duurt even voor je als journalist het zelfvertrouwen hebt om dat los te laten. Dat vergt oefening en mentale training. Ik denk dat ik daar meer last van had toen ik vijfentwintig was
dan nu.’

‘Dit is een van de beroepen waarbij je je leven lang student kan blijven’

Grote vragen
In zijn studententijd was Van Noort al bezig met schrijven voor studiebladen en -kranten. ‘Pas toen ik een journalistieke minor ging volgen aan de Universiteit van Leiden, viel het kwartje bij mij dat ik met mijn hobby geld kon verdienen. Op dat moment eindigde voor mij het lanterfanten.’ Zodra hij tot dit besef kwam, besloot hij zijn pijlen volledig op journalistiek te richten. ‘Dit is een van de beroepen waarbij je je leven lang student kan blijven. Dat stond me ook wel aan. Je blijft leren, je kan op reis, je kan schrijven over alle onderwerpen die je zelf interessant vindt.’

Nu schrijft Van Noort over alles wat op zijn pad terechtkomt en zijn interesse wekt. ‘Ik heb altijd wel geprobeerd om vooral m’n eigen interesses te volgen. Als je over onderwerpen schrijft die je zelf ook echt interessant vindt, straalt je stuk enthousiasme en oprechte interesse uit. Dit werkt aanstekelijk en lezers zullen eropaf komen.’

Dit is niet altijd zo geweest. Voor hij zijn eerste journalistieke baantje kreeg, heeft Van Noort drie stages gelopen en veel vrijwilligerswerk gedaan. ‘Ik denk dat er een spanning is tussen eerst vlieguren maken en kunnen schrijven over je passies en interesses. Ik heb in het begin heel veel geschreven en heel veel interviews gedaan. Als je jong bent is het fijn om eerst veel uren te maken. Op een gegeven moment kan je dat gedrilde werk loslaten en je hart gaan volgen.’

Inmiddels heeft Van Noort genoeg vlieguren gemaakt en kan de journalist doen waar hij echt van houdt. ‘Voor mij is journalistiek een heerlijke smoes om mijn eigen vragen te beantwoorden. Ik probeer met journalistieke tools een antwoord te geven op grote levensvragen. Het is me opgevallen dat journalistiek heel erg gefocust is op de actualiteit en urgentie, waardoor grote onderliggende vragen snel vergeten worden. Het gaat vaak over het weer, maar weinig over het klimaat. Op geen enkele dag halen deze vraagstukken de voorpagina en soms worden ze zelfs niet eens behandeld.’


Wouter van Noort: ‘Voor mij is journalistiek een heerlijke smoes om mijn eigen vragen te beantwoorden.’

Langs de zijlijn
Net als veel journalisten weet Van Noort inspiratie uit zijn dagelijks leven en eigen omgeving te halen. Hij schrijft over uiteenlopende thema’s: van maatschappelijke tot economische, van sociale tot ecologische. Zo schreef hij recent een artikel over de tegenstrijdigheid van de coronapersconferenties, maar kort ervoor verscheen nog een artikel van hem over klimaatverandering en de mogelijke toekomstperspectieven voor Nederland. ‘Het lijken hele verschillende onderwerpen, maar ze zijn wel heel erg verbonden met elkaar’, begint Van Noort. ‘Ze draaien allemaal om hoe je goed leeft in tijden van systeemverandering. Soms blijken oude systemen uitgewerkt, en dan probeer ik te schetsen wat de mogelijkheden zijn.’

Dit probeert de journalist vooral te doen door heel veel vragen te stellen aan zoveel mogelijk mensen. Volgens hem is de beste manier om dat een-op-een te doen in diepte-interviews en heel veel verschillende mensen uit allerlei branches te spreken. ‘Aan de hand van dit soort interviews ga ik op zoek naar de rol van het individu in dit alles. Ik wil kijken hoe het individu ervoor kan zorgen dat het systeem naar wens verandert. Dat is eigenlijk de rode draad voor de dingen waar ik over schrijf.’ Op deze manier probeert hij bij te kunnen dragen aan de toekomst van de maatschappij. Niet altijd heeft hij het gevoel dat hij hier invloed op heeft.

‘Je staat nooit op het veld, maar altijd langs de zijlijn’

‘Ik denk echt dat het een heel mooi vak is, maar het heeft ook z’n beperkingen,’ klinkt het mistroostig door de telefoon. ‘Journalistiek als vak geeft, juist vanwege de onafhankelijkheid, altijd de indruk dat je een buitenstaander blijft. Je staat nooit op het veld, maar altijd langs de zijlijn. Dit is wel een fundamentele tekortkoming van het vak. Soms kraakt het dat je als journalist heel veel kan begrijpen, maar niet direct kan bijdragen.’

Toch ziet Van Noort dit niet alleen somber in. ‘Ik denk ook dat we een hele belangrijke rol hebben in het agenderen van bepaalde dingen die misgaan. Ik probeer zelf ook – en ik denk dat dat iets is wat relatief nieuw is in de journalistiek – niet alleen dingen naar boven te halen die verkeerd gaan, maar ook mensen te verbinden door te schrijven over thema’s waarbij het wel de goede kant op gaat. Een beetje hoop en perspectief bieden. Ik denk dat je als journalist niet meer wegkomt met zeiken over alles wat misgaat. Ik denk dat het wel behoorlijk duidelijk is dat er heel veel fout gaat en het is minder duidelijk wat eraan gedaan kan worden. Het is je taak als journalist om de richting te zoeken die wel de juiste kant op wijst.’