Met zijn bewondering voor het menselijk brein is wetenschapsjournalist Mark Mieras (62) voortdurend bezig met het complexe gedrag van mensen. Voor hem is het een kunst om ingewikkelde psychologische onderwerpen in de samenleving uit te pluizen en hiermee het publiek te informeren, adviseren en activeren. Omdat psychologische en maatschappelijke thema’s hem na aan het hart liggen, kijkt hij met een kritische blik naar de samenleving in Nederland en hoe de journalistieke cultuur hier de afgelopen jaren is veranderd. “Ik hoop dat mensen door de crisis nu zullen merken dat de samenleving een journalistieke waarheid nodig heeft.”
De fascinatie voor het brein was er bij Mieras altijd al, maar het duurde even voordat hij hiermee in het journalistieke vak terechtkwam. “Ik ben als natuurkundestudent gaan schrijven voor de wetenschapsrubriek van Trouw over abstracte, natuurkundige onderwerpen. Toen ik mezelf erop betrapte dat ik telkens de onderwerpen die met het brein te maken hadden uit het wetenschappelijk nieuws wist te vissen, dacht ik: ‘yes, dat is het!’.” Die combinatie intrigeerde hem. “Het brein is namelijk een prachtige combinatie van psychologie en meetbare wetenschap.”
Hoewel hij als natuurkundige is opgeleid, vond hij daar niet de voldoening die hij zocht. “Als natuurkundige merkte ik dat ik weinig direct contact had met mensen, waar ik wel steeds meer naar verlangde. Ik ontdekte dat wetenschappelijke kennis delen ontzettend belangrijk is en dat journalistiek perfect aansloot bij mijn passie om verhalen te vertellen.” Sindsdien ziet Mieras het als zijn taak om de kennis daarover op een begrijpelijke en inspirerende manier over te brengen. “Direct in contact staan met een publiek is belangrijk voor mij, omdat het niet alleen nieuwe inzichten biedt, maar ook persoonlijke verhalen en vragen naar voren brengt. Het zijn juist de verhalen van mensen die een onderwerp echt vorm geven en niet alleen de wetenschap.”
Eén van de verhalen die hem altijd is bijgebleven is hoe een vrouw depressie ervaarde. “Het was op een avond toen ik werd opgebeld door een vrouw die mijn boek had gelezen. Ze vertelde dat ze depressief was en geen sprankje licht meer zag in haar leven. Ze zei “Er is geen vreugde. Niks,”.” Dat moment raakte Mieras diep en zette hem aan het denken. “Dankzij iemand die me openhartig vertelt over hoe ze zich voelt, krijg ik de kans om me te verdiepen in een onderwerp. Ik dacht meteen: hoe kan ik me dat voorstellen? Hoe leef je daarmee? Hoe houd je dat vol? Zo ging ik me helemaal verdiepen in het onderwerp en leerde ik bijvoorbeeld beter hoe ons plezier-systeem werkt. En vooral hoe dit anders werkt bij iemand met een depressie.”
Ik dacht meteen: hoe kan ik me dat voorstellen? Hoe leef je daarmee? Hoe houd je dat vol?
Een van de maatschappelijke ontwikkelingen die Mieras enorm bezighoudt is de toenemende rol van technologie in de journalistiek. Hij kijkt met een kritische blik naar de digitale veranderingen, zoals de opkomst van kunstmatige intelligentie, en hoe dit de samenleving onder druk zet. “Technologie heeft een enorme invloed op ons leven en de samenleving als geheel; het is altijd en overal aanwezig. Mensen kunnen op ieder moment verhalen verspreiden of zelf genereren met kunstmatige intelligentie, of het nou klopt of niet.” Juist in het digitale tijdperk speelt de journalistiek volgens hem een essentiële rol in de manier waarop verhalen naar waarheid worden verteld en gedeeld. ”Journalisten hebben altijd gefunctioneerd als de kritische filter die de onzin van de zin in die verhalen scheidt, wat van groot belang is voor een goed geïnformeerde samenleving.”
Dat deze functie bij journalisten steeds meer wordt onderdrukt door technische mogelijkheden baart Mieras grote zorgen. Het feit dat iedereen nepnieuws kan verspreiden zonder journalistieke controle ervaart hij daarom ook als een bedreiging voor de samenleving. “Door het wegvallen van de kritische filter dreigt de samenleving uit elkaar te spatten. Sociale interacties tussen mensen worden minder efficiënt en mensen worden juist tegenover elkaar geplaatst waardoor we polariseren.” Volgens Mieras biedt dit geen positief toekomstperspectief. “Ik hoop dat op een gegeven moment iedereen gaat inzien dat je op deze manier een slechte dienst bewijst. Ik hoop dat er een nieuw inzicht komt. En ik hoop dat iedereen dan wél inziet dat een goed functionerende samenleving betrouwbare informatie en een kritische houding nodig heeft.”
Maar als de journalistiek hersteld moet worden, hoe kunnen wij als samenleving daar concreet aan bijdragen? Volgens Mieras begint het bij de manier waarop we informatie consumeren. “Ik wil mensen op het hart drukken dat ze zich niet moeten laten verleiden door gratis nieuws. Laten we alsjeblieft allemaal een krant blijven lezen en niet alleen maar ons nieuws van het internet halen.” Volgens Mieras gaat het weer de goede kant op wanneer de samenleving goed geïnformeerd wordt over de omgang met nieuws en technologie, en de informatievoorziening weer in handen van de journalisten terechtkomt. “Ik hoop werkelijk dat de journalistiek op die manier weer in ere wordt hersteld en dat mensen door de crisis nu zullen merken dat de samenleving een journalistieke waarheid nodig heeft.”
Laten we alsjeblieft allemaal een krant blijven lezen en niet alleen maar ons nieuws van het internet halen.
Mieras blijft zijn journalistieke werk inzetten voor het begrijpen van menselijk gedrag en de uitdagingen die daarmee ontstaan in de samenleving. Maar bovenal hoopt hij dat mensen zich bewust worden van het belang van betrouwbare journalistiek voor een goed functionerende samenleving. “Journalistiek is een mooi vak dat we in ere moeten houden uit belang voor de toekomst van onze maatschappij.”