Correspondent, freelancer, woordvoerder, hoofdredacteur en mediaondernemer. Thomas Loudon loopt al een tijdje mee in de journalistieke wereld. Tijdens zijn uiteenlopende loopbaan stelde hij zichzelf vaak de vragen: ‘Wie is dit die nu tegenover me staat? Vanuit welk perspectief zegt hij het? En benoem ik dat perspectief voldoende?’ Dit alles om het verhaal van de ander tot zijn recht te laten komen.
Zelf geeft Loudon lachend toe dat het erg moeilijk is om als journalist altijd beide kanten van een verhaal te belichten. ‘Maar noem mij één journalist. Tenminste, laat ik het anders zeggen. Als er één journalist is die zegt dat het hem wel gelukt is, altijd. Dan moet je daar achteraan, dan liegt hij!’
Het was lang nog niet duidelijk voor Loudon dat hij in de journalistiek zou eindigen. Zijn belangstelling voor de actualiteit was er al van jongs af aan, ‘alleen die sprak ik niet uit’, zegt hij. Na tweeëneenhalf jaar rechten te proberen, maakt Loudon op advies van een vriend de overstap naar geschiedenis. En gelukkig maar stelt hij: ‘Ik ben wel een typisch voorbeeld van iemand die niet had nagedacht voor hij ging studeren.’ Uiteindelijk is Loudon helemaal op zijn plaats tussen de historici: ‘toen ik eenmaal de switch maakte, heb ik nooit meer het gevoel gehad dat ik studeerde.’ Op de geschiedenisfaculteit kwam Loudons liefde voor het schrijven bovendrijven.
Maar naast het schrijven voor een studentenblaadje had hij nog niet veel journalistieke ervaring. Dus moest Loudon een ‘list’ verzinnen toen hij zich wilde aanmelden voor een televisiestage. “Via via mocht ik mee op reportage met een journalist die schreef voor de woonkrant van de Telegraaf. Toen zei die journalist: ‘schrijf jij het verhaal maar’. Hij heeft volgens mij alles geschrapt op één alinea na en die is toe gepubliceerd”, vertelt Loudon lachend. Toen zijn televisiestage belde of hij weldegelijk journalistieke ervaring had, antwoordde Loudon droog: ‘ja ik schrijf voor de Telegraaf’. Dit was voldoende om binnen te komen als stagiair bij de redactie van De Vijf Uur Show.
Door het Fonds Jong Talent kwam Loudon bij de NOS terecht en zijn doel was duidelijk: ‘ik moet buitenland correspondent worden.’ Om dit te bereiken moest Loudon, naar eigen zeggen ‘het lot een handje helpen.’ Daarom deed Loudon een journalistieke master aan de Columbia University, zodat hij kon toewerken naar zijn correspondentschap in Iran. De motivatie voor de keuze was tweeledig volgens Loudon: ‘Het allereerste verhaal dat ik heel bewust heb meegemaakt, was de Iraanse revolutie. Toen was ik negen. En ja, dat bleef me fascineren.’ Aan de andere kant was voor Loudon ‘het belangrijkste punt eigenlijk, dat als je correspondent wilde worden, dan moest je ergens naartoe waar je ook de kans zou krijgen.’
Loudon was in het jaar 2000 de eerste Nederlandse correspondent die zich in Iran vestigde na de revolutie van 1979. ‘Er zaten weinig journalisten, maar ik had wel door dat er behoefte was aan nieuws.’ Zodoende redde Loudon zich in de eerste maanden prima als freelancer, niet wetende dat zes maanden na zijn aankomst 9-11 zou plaatsvinden. Loudon zegt hier zelf over: ‘ik kreeg gewoon heel veel werk als freelancer. Ik kon Duitse, Franse, Spaanse, Engelse en Nederlandse media bedienen. Dus wat voor mij heel fijn was, was dat ik toen ja kon zeggen tegen de dingen waarvan ik dacht, dat heeft ook echt zin.’
Doordat Loudon voor veel verschillende internationale media werkte, merkte hij een verschil in de belangstelling voor vragen op. ‘Dat is bij mij het begin geweest van het denkproces. Over wat er nou eigenlijk gebeurt. Want de verschillende aanvragen die ik kreeg, waren voor een deel sterk redactie- en centraal gestuurd’, zegt Loudon. Zodoende merkte hij dat er steeds vaker aanvragen voorbij kwamen waarbij Loudon dacht: ‘Nou, ik denk eigenlijk niet dat dat het verhaal is.’ Het lukte hem wel om objectief te blijven, ondanks de schrijnende situaties waarin hij zich soms bevond. ‘Ik had wel eens gesprekken met collega’s waarbij ik hen de vraag stelde: ‘ben je meer journalist of activist?’ Omdat ze zich zo vereenzelvigden met hun conflict, die neiging heb ik niet gehad. Maar als sommige verhalen je onberoerd laten, dan zou je heel raar zijn.’
Na zijn correspondentschap gaat Loudon in 2007 aan de slag met zijn eigen bedrijf. Als medeoprichter van de VJ Movement en de Cartoon Movement zet hij internationale netwerken van correspondenten en politiek cartoonisten op. Dit in een tijd waar de meer traditionele media bezuinigen op hun buitenland berichtgeving. Het idee achter dit bedrijf was volgens Loudon: ‘Een netwerk bouwen en die ruimte bieden. Aan die mensen die vanuit een ander perspectief een verhaal vertelden. De vraag omdraaien was voor mij heel belangrijk. De vraag niet van de redactie aan de journalist, maar andersom.’
‘Hij maakte me uit voor een dinosaurussen-doder’
Hierin vindt Loudon dat hij wel geslaagd is, ‘af en toe wel en af en toe niet, maar ik ben zeker tevreden’, zegt hij. Toch viel de missie van zijn bedrijf niet bij iedereen in goede aarde, zo kreeg hij het eens aan de stok met de hoofdredacteur van een Belgische krant. Loudon vertelt met een grote glimlach: ‘Hij maakte me uit voor een dinosaurussen-doder. Die zag het dus als een aanval op de traditionele journalistiek. Wat ik zei. Ik heb dat nooit zo gezien. Ik zag het als een aanvulling. En dat lukte gewoon de ene keer wel en de andere keer niet. Voor het verhaal dat je vertelt, doet het er toe wie je bent.’
‘waarom kom jij s ‘morgens je bed uit?’
Loudon verlaat uiteindelijk zijn eigen bedrijf en gaat opzoek naar een nieuwe uitdaging. Hierbij maakt hij voor zichzelf een bijzondere uitstap. Zo vertelt hij: ‘Ik ben met mensen kopjes koffie gaan drinken en stelde ze dan vaak één vraag: ‘waarom kom jij s ‘morgens je bed uit?’ Dan ontstaat er vaak een ontzettend leuk gesprek. Tijdens één van die gesprekken wees iemand mij erop dat John de Mol een woordvoerder zocht.’ In eerste instantie was Loudon hier fel op tegen, dit kwam vanuit zijn ‘weerstand tegen dat enorme, alsmaar uit de hand lopende leger van woordvoerders.’ Toch gaat hij overstag.
Het verhaal van een ander tot zijn recht laten komen was moeilijk als woordvoerder, toch kijkt Loudon wel met plezier terug op zijn woordvoerderschap voor Talpa. ‘Als woordvoerder laat je niet het achterste van je tong zien. Ik ben natuurlijk met hele andere dingen bezig. Woordvoering ging daar over hele andere dingen dan over geopolitieke zaken. Maar ik vond het op zich een louterende en ontnuchterende ervaring. Mee maken hoe het is om zelf met journalisten te praten die met hun eigen verhalen bezig zijn.’ Na een jaar houdt Loudon het voorgezien, ‘ik ben veel te veel journalist om dit werk te doen.’
Loudon heeft gedurende zijn carrière niet stilgezeten en dit geeft hij dan ook mee aan elk beginnend journalist. Vol enthousiasme begint hij te spreken: ‘Go! Dat is het korte advies. Als je begint, dan gaan dingen bewegen. De ene keer duurt het wat langer dan de andere keer. Maar als je niet begint, dan gebeurt er ook niks.’