Van antropoloog tot journalist: Anne Veens over de verbindende kracht van verhalen
verhaal, gepubliceerd op 03 Mar 2025, door Nika Heijne

Anne Veens (28) is een Nederlandse antropoloog en freelance journalist, gespecialiseerd in verhalen uit het landelijke gebied. Anne is opgegroeid in de Betuwe en heeft Culturele antropologie en ontwikkelingssociologie gestudeerd aan de Universiteit Leiden. Ze combineert haar scherpe antropologische blik met een toegankelijke schrijfstijl. Haar werk voor onder andere De Gelderlander en Agrio laat zien hoe journalistiek en antropologie elkaar kunnen versterken.

In een knus boekenwinkeltje in Wageningen, waar de geur van koffie zich vermengt met het frisse papier van ongelezen boeken, neemt Anne Veens plaats. Op de achterkant van haar broek zit een streep klei—een tastbaar bewijs van haar roots in de Betuwe. “Is het heel erg?” vraagt ze lachend terwijl ze de stoel naar zich toe trekt.

Met een kop dampende gember-hibiscus thee voor zich vertelt Anne hoe haar liefde voor journalistiek en antropologie elkaar vonden. “Ik observeerde altijd al mensen,” zegt ze. “Op de middelbare school schreef ik in schrijfboeken over wat ik zag. Dat klinkt misschien een beetje creepy, maar die nieuwsgierigheid heeft me altijd gedreven.”

Twijfels over de toekomst

Oorspronkelijk wilde Anne op de middelbare school al journalistiek studeren, maar ze wilde ook naar de universiteit. Net als veel studenten maakte ze zich in die periode druk over de juiste keuzes. “Ik dacht dat allesbepalend was,” herinnert ze zich. “Welk keuzevak moest ik nemen? Welke studie was de juiste? Ik was bang dat een verkeerde beslissing mijn toekomst zou beïnvloeden. Pas later besefte ik hoe weinig het uiteindelijk uitmaakt.” Met de jaren en zeker na de geboorte van haar zoon Jona, verdween die onrust.

“Achteraf zonde van de tijd dat ik me daar zo druk over maakte.”

Een studiekeuzetest heeft haar geholpen bij haar twijfel en gewezen op ‘Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie’—een term die haar toen nog weinig zei. Zodra ze zich erin verdiepte, wist ze het: dit was haar richting. Leiden werd haar stad, de universiteit haar tweede thuis. “Ik voelde me er meteen op mijn plek. De kleinschaligheid, het aanbod van expertise in verschillende werelddelen, waaronder Afrika, Latijns-Amerika en Rusland… dat trok me enorm.”

Toch bleef haar journalistieke interesse knagen. De antropologie leerde haar de waarom-vragen te stellen, diep te graven, maar academisch schrijven voelde droog en ontoegankelijk. “Ik wilde dat mensen mijn teksten voelden,” legt ze uit. “Dat ze geraakt werden, of dat nou door herkenning, ontroering of humor was. Mijn teksten moeten net zo goed begrepen worden door een academicus als door mijn ouders en grootouders.”

De overgang naar journalistiek

De journalistiek bracht haar precies dat: een manier om verhalen te vertellen die mensen verbinden. Maar pas na een omweg ontdekte ze haar ware passie. “Ik wilde eerst de wereld in, naar Afrika, Australië ver weg. Maar door afstand te nemen van mijn eigen omgeving, begon ik te zien hoe groot de kloof in Nederland zelf is—tussen stad en platteland.” Die kloof werd haar onderwerp.

‘’Ik denk dat ik het platteland pas ben gaan waarderen toen ik er niet meer woonde. Een vis ziet pas het water als het troebel is.’’

Voor haar master dook ze in de wereld van melkveehouders en boerenprotesten. Ze wilde begrijpen waar de boosheid vandaan kwam. Die onderzoekende blik nam ze mee de journalistiek in. Nu schrijft ze heel veelzijdig over landbouw, natuurbeleid en menselijke verhalen. “Op dit moment ben ik bezig met een project waarbij ik veertig boeren over stikstofbeleid interview.’’ Maar daarnaast schrijft Anne ook verhalen dichter bij huis. “Ik schreef laatst over een vrouw die vijftig jaar lang een onafgemaakte merklap bewaarde en iemand anders vond om hem af te maken. Dat schakelen tussen werelden—dat is waar antropologie en journalistiek elkaar raken.”

Anne interviewt een melkveehouder in Schijndel (midden) over zijn samenwerking met de Weidevogelvereniging Schijndel. Fotograaf: Marc Bolsius.


Anne gelooft dat haar antropologische achtergrond haar helpt bij het schrijven van diepgaande journalistieke stukken. “Bij antropologie draait alles om het inleven in een andere leefwereld, om het observeren zonder direct te oordelen. Dat helpt enorm als journalist, vooral als ik over complexe maatschappelijke thema’s schrijf.”

Het onmisbare antropologische perspectief

Een voormalig docent antropologie zei ooit: ‘Het is een vloek, je komt er nooit meer vanaf.’ Anne lacht als ze eraan terugdenkt. “En dat klopt. Ik ben altijd alert op framing, stereotypering, op hoe taal mensen in hokjes plaatst.”

Dat bewustzijn sijpelt zich niet alleen door in haar journalistieke werk. “Bij een basisschool-feest met het thema cowboys en indianen kan ik het niet helpen om te reflecteren op hoe zulke onderwerpen in de samenleving worden besproken en begrepen. Soms zou ik willen dat ik het even kon uitzetten.” Maar juist die blik maakt haar werk rijker. “Die kritische manier van kijken helpt me verbanden te leggen die anderen misschien over het hoofd zien. Of het nu gaat om taalgebruik, framing of historische context, ik probeer altijd de diepere lagen bloot te leggen. Dat maakt een verhaal niet alleen sterker, maar ook rechtvaardiger en completer.”

Diezelfde werkwijze past ze toe in haar journalistiek, waar ze nuance aanbrengt en complexe verhalen inzichtelijk maakt. Verder kenmerkt Anne zich door toegankelijkheid en diepgravende analyses. Ze schrijft niet alleen over landbouw en natuur, maar ook over sociale vraagstukken die raken aan de menselijke ervaring. “De menselijke kant is voor mij altijd het belangrijkst. Ik probeer thema’s die complex zijn zo te vertalen dat iedereen ze begrijpt, zonder de nuance te verliezen.”

Tussen bevallen en afstuderen

Tijdens een onderzoeksstage op een melkveehouderij in Kortenhoef bij Hilversum veranderde haar leven plotseling. Ze was onverwacht zwanger. “Een week lang was het chaos,” herinnert ze zich. Maar na die week ging ze terug naar de boerderij, terug naar haar onderzoek. “Ik vond mijn onderzoek toch eigenlijk wel heel leuk.” Ze schreef haar scriptie hoogzwanger in een snikhete zomer en haalde haar diploma op met een enorme buik. “Ik had nooit gedacht dat mijn leven zo zou lopen, maar ik ben onwijs trots op alles wat ik heb bereikt.”

Wel verandert het haar schema. “Ik kan niet zomaar alles laten vallen voor een reportage. Avondverslagen zijn lastig. Maar human interest-verhalen, die tijdlozer zijn, passen perfect.” Als freelancer en columnist bij De Gelderlander combineert ze flexibiliteit met impact. “Ik schrijf over de fietsenmaker in het dorp én over grote maatschappelijke thema’s. Het persoonlijke en het journalistieke lopen in elkaar over.”

Toch blijft freelancen een uitdaging. “Soms is het hectisch, zeker als alleenstaande moeder. Maar de vrijheid om zelf mijn onderwerpen te kiezen en mijn eigen tempo te bepalen, maakt dat ik het makkelijk aankan.”

De kracht van lokale verhalen

Grote ambities? Daar heeft ze nooit zo over nagedacht. “Ik leef per week en kijk wat op mijn pad komt. Een jaar geleden had ik niet gedacht dat ik columnist zou worden.” Veel mensen vragen haar of ze voor een landelijke krant wil schrijven, maar de regionale journalistiek voelt als thuis.

“Je bent betrokken bij de gemeenschap. Je bereikt mensen direct.”

Zo kent iedereen haar in haar eigen dorp als ‘die journalist’. “Mensen weten dat ik verhalen zoek, dus soms gebeurt het dat de groenteboer ineens op me afstapt en zegt: ‘Ik heb iets voor je!’ Dat is het mooie van lokale journalistiek; je bent echt ingebed in de gemeenschap.” 

Wat ze haar jongere zelf zou adviseren? “Niet te veel piekeren over de perfecte keuze. Je passie komt vanzelf bovendrijven.”

Anne Veens bewijst dat. Wat begon als een nieuwsgierigheid naar menselijk gedrag, groeide uit tot een carrière waarin antropologie en journalistiek naadloos samenkomen. En haar verhalen? Die blijven de kloof tussen werelden dichten.

 
Een gesprek met Anne Veens, die als antropoloog en journalist de kracht van verhalen onderzoekt.