Sofie van Westrenen, chef digitaal van de Volkskrant: “Een geprinte krant is tegenwoordig doordeweeks minder logisch”
verhaal, gepubliceerd op 26 Feb 2025, door Bernette Beckeringh

Zes dagen per week valt de Volkskrant nog als vertrouwde papieren bundel op de mat. Tenminste, bij wie dat nog wil. Het aantal krantenlezers neemt drastisch af: de meeste abonnees consumeren hun nieuws tegenwoordig liever online. Hoe krijg je een redactie die al 104 jaar lang papieren kranten maakt, zover de digitale transitie omarmen? Sofie van Westrenen, chef digitaal bij de Volkskrant, deelt haar visie.

Toen Van Westrenen (47) haar journalistieke opleiding voltooide, werd het internet nog amper serieus genomen. Alles draaide rond 2000 nog om papier, maar omdat de oplagen kelderden, was de journalistiek een plek waar vooral ontslagen vielen. Een baan vinden was lastig, dus werkte Van Westrenen eerst een tijd als tekstschrijver en deed ze allerlei freelanceopdrachten.

Nu, een kwart eeuw later, is juist het internet de motor achter de carrière die toch voor Van Westrenen in de journalistiek bleek weggelegd. Twaalf jaar geleden kwam ze als eindredacteur binnen bij nrc.next. Niet veel later sprong ze bij om een succes te maken van zakennieuwswebsite NRC Q, het eerste digital only product van de liberale krant. Ze werkte aan de strategie, toon en stijl, maar NRC Q werd nooit wat het had moeten worden.

Het project leerde Van Westrenen en de hoofdredactie van NRC wel belangrijke lessen voor het volgende project: de website. In de jaren die volgden, hielp Van Westrenen bij het opzetten van een ‘homepageteam’, dat de papieren krant in een digitale vorm moest gieten. ‘Ik heb dat met ontzettend veel plezier gedaan, maar op een gegeven moment stuit je op de grenzen van je kunnen’, vertelt Van Westrenen.

Dus vertrok Van Westrenen naar Het Financieele Dagblad. Omdat de redactie van die krant kleiner was, kon ze gemakkelijker collega’s overtuigen om met haar de overstap naar digitaal te maken. Nadeel: bij een kleiner bedrijf zijn ook de IT-mogelijkheden kleiner. 

Weer vier jaar later stapte Van Westrenen daarom over naar de Volkskrant. Daar kwam alles samen: een groot bedrijf, een groot bereik en een nog veel grotere uitdaging. Van Westrenen begon als manager van de website, maar kreeg al snel meer digitale projecten onder haar hoede. Inmiddels is ze chef digitaal. 

Wat heeft een verhaal nodig om ook digitaal uitgeserveerd te kunnen worden? 

‘De letters op een scherm zetten, is natuurlijk makkelijk. Maar een krant heeft een eigen gevoel en een eigen ritme. In een krant staan lange verhalen afgewisseld met kortere stukken, rubrieken, columns en fotografie. Dat maakt het lezen van een krant erg fijn: je wilt niet alleen maar paginalange verhalen lezen.’

‘Online is zo’n ritme anders omdat elk verhaal op zichzelf moet staan. Veel van de krantenrubrieken werken online totaal niet. In de krant staat bij ons bijvoorbeeld een dagboekfragment op de achterste pagina. Daar valt dat logisch tussen alle kleine verhalen, maar op de site staat dat gek. Door gebrek aan context zou de lezer dan denken: ‘Waarom lees ik hier een dagboekfragment van een willekeurige oude generaal?’ We werken hard aan een nieuwe homepage die meer context en samenhang tussen onze verhalen biedt. Dat maakt het overzichtelijker voor de lezer.’

“Verreweg het grootste deel van onze lezers is digitaal”

Hoe verhouden de digitale kanalen zich op dit moment bij de Volkskrant tot de papieren krant?  

 ‘De precieze cijfers weet ik nooit uit mijn hoofd, maar verreweg het grootste deel van onze lezers is digitaal. Wel zijn abonnees die de krant op papier lezen heel trouw en kost een printabonnement meer geld. Dus even plat gezegd: een ‘papieren’ abonnee levert veel meer op dan een digitale abonnee.’

Hoe ziet jouw gemiddelde werkdag eruit?

 ‘Vanuit de trein werk ik ‘s ochtends de mail door en kijk ik of er problemen zijn die ik kan oplossen. Ik lees onze app en kijk hoe het erbij staat. Ik kijk niet naar de positie van artikelen: daar zijn de sitemanager en de nieuwschef verantwoordelijk voor. Maar ik kijk wel of alle stijlafspraken worden nageleefd, of de koppen goed zijn en of de fotografie klopt. Vervolgens lees ik alle stukken die ik nog niet heb gelezen.’ 

‘Eenmaal op de redactie sluit ik als eerst aan bij de ‘negenuursvergadering’. Daar bespreken we wat het nieuws van de dag is. Voor mij is dat handige informatie omdat ik de planning maak. Daar ga ik meestal meteen mee aan de slag. Om 10:00 uur is er een stand-up met het digitale team, dat bestaat uit de sitemanager, socialemediaredacteur, SEO-redacteur en het audience engagement team.’

‘Tussendoor heb ik veel contact met de IT’ers, die werken aan de nieuwe homepage, maar ook aan de verbetering van de huidige systemen. Terwijl ik lunch aan mijn bureau ga ik nogmaals door de planning heen en kijk ik of er ook stukken naar de volgende dag kunnen. In de ‘vier uur’ nemen we de online planning voor de middag, de avond en de volgende ochtend door. Ik ben altijd op zoek naar de ideale stukken voor de ochtend, dan hebben we namelijk de meeste bezoekers. Daarna maak ik de planning af en ga ik weer naar huis.’

Sofie van Westrenen achter haar bureau op de redactie van de Volkskrant. Foto: Bernette Beckeringh

Je bent dus echt een planner.

 ‘Ja, maar dat is een beetje noodgedwongen. Er wordt nu nog best vaak gekeken naar wanneer een artikel klaar moet zijn voor print. Maar we moeten ook kijken naar wanneer artikelen het best online uitgeserveerd kunnen worden.’

‘Vaak werkt de redactie gewoon aan de krant van morgen en die verschijnt dan ook digitaal, maar dan verspreid. Alleen hebben we op de site niet veel plek, en ik wil wel dat daar een soort gedegen idee achter zit. Dus we willen in de ochtend het laatste nieuws en de actualiteit serveren, terwijl de lezer in de middag bijvoorbeeld eerder behoefte heeft aan een ‘lunchsnack’ en ‘s avonds wil de lezer reflecteren op het nieuws van de dag of juist een fijne serierecensie lezen.’

‘Op elk moment van de dag proberen we de ideale mix van artikelen te maken. Omdat de stukken voor die mix van alle verschillende redacties komen, is het handig dat er één iemand is die weet wat er allemaal is en gemaakt wordt.’

Wordt print op termijn overbodig?

‘Het kan denk ik nog enorm lang duren voordat de Volkskrant stopt met het uitbrengen van zes kranten per week. De zaterdagkrant zal sowieso nog heel lang blijven bestaan, denk ik. Dat is zo’n sterk product. Er zit echt een gevoel bij het lezen van een papieren krant. We zien wel dat nieuws erg belangrijk is voor ons bereik. Ook in het weekend zien we dat lezers toch echt naar de site en de app komen om te zien wat er aan de hand is.’

‘De dagelijkse krant is naar verwachting wel een aflopende zaak. Doordeweeks zijn geprinte kranten tegenwoordig veel minder logisch. Mensen lezen heel veel op hun telefoon. Het is eigenlijk een gekke gedachte dat je informatie hebt, dat je om 22:00 uur ’s avonds gaat drukken, om het in de ochtend met busjes bij de lezers brengen. Je kunt met één druk op de knop diezelfde informatie ook bij de lezer krijgen.’

‘Mensen vinden het wel fijn om in de ochtend iets te lezen en dat dan uit te hebben. Dat gevoel, daar wil je digitaal wat mee. Een PDF-krant of een goede ochtendnieuwsbrief? Volgens mij hebben we dat antwoord nog niet echt gevonden. De noodzaak is nog niet hoog genoeg: de papieren krant levert voldoende op.’

“De redactie is al jarenlang gericht op een bepaalde werkwijze en op een bepaalde manier van verhalen maken”

Het lijkt me niet altijd makkelijk om digitaal chef online te zijn in een papieren wereld, welke uitdagingen kom je tegen?

‘Ik zou zonder meer zeggen dat de grootste uitdaging is om een redactie die al 104 jaar een krant maakt, en dat heel goed doet, mee te krijgen in het digitale verhaal. Dat is niet vanwege onwil – helemaal niet zelfs – maar mensen doen nou eenmaal graag wat ze goed kunnen.’

‘De redactie is al jarenlang ingericht op een bepaalde werkwijze en op een bepaalde manier van verhalen maken. Dat is allemaal gericht op het maken van een krant. Het is vrij moeilijk om het maken van een digitale versie daarbij te krijgen. En dat is wat het is: voor veel mensen komt deze taak erbij. Dat maakt het coördineren van de overstap lastig, maar ook leuk en uitdagend.’

‘De andere uitdaging is simpelweg om lezers ook van papier naar digitaal te krijgen. We hebben een hele grote groep oudere lezers. Die zijn heel trouw en lezen graag de papieren krant, maar die zijn niet zo vertrouwd met digitale producten.’

Hoe probeer je de redactie dan mee te krijgen naar digitaal?

‘Lullen als Brugman, de hele dag door. En toch steeds weer mijn vinger opsteken en aandacht vragen voor online. Daarnaast informeer ik regelmatig bij redacteuren of ze ook ideeën hebben over een digitale versie. Je hoeft helemaal niet alleen maar aan digitaal te denken, maar het is fijn als mensen al bij het uitzetten van een verhaal ook nadenken over de digitale versie.’

Welke media uit binnen- of buitenland beschouw je als voorbeeld? En waarom?

‘Ik vind de homepage van The New York Times heel goed. Zij gaan echt uit van nieuwsgebeurtenissen, daar bieden ze dan een pakket van artikelen bij aan. Ik vind veel nieuwsbrieven van NRC heel goed, maar op hun website zie ik dezelfde worstelingen die wij ook hebben. En The Guardian heeft een hele fijne app, al is die wat rommelig. Je komt daardoor altijd dingen tegen die ik niet verwacht.’

Waar staat de digitale Volkskrant over vijf jaar?

‘Aan de top! Een ding wat natuurlijk blijft bestaan, is dat de Volkskrant hele goede journalistiek biedt. Over vijf jaar hoop ik dat we een veel completer digitaal product kunnen bieden en dat we gerichter onze lezers kunnen bereiken. We moeten nog beter weten waar onze abonnees zitten.’

‘Ik hoop ook dat we verder zijn met personalisatie, zodat lezers ook zelf kunnen bepalen wat ze te zien krijgen. Ik ben geen fan van het gebruik van algoritmes, maar ik denk wel dat DPG-media dat zou willen. Maar algoritmes kunnen je wel verassen als lezer. En natuurlijk hoop ik dat over vijf jaar de redactie als eerste denkt: hoe gaan we dit verhaal digitaal brengen?’