Afgekeken bij anderen, maar wat is dan een eigenschap van jezelf die je ver heeft gebracht?
Daar denk ik wel eens over na inderdaad. Ik denk dat ik vrij makkelijk een verhaal kan samenvatten, dat scheelt veel. Je merkt hier op de redactie dat mensen die langdradig zijn en veel zijwegen inslaan niet zo lekker meekomen. Nieuws is toch vrij snel en concreet. En altijd geïnteresseerd zijn in het verhaal en de andere kant van het verhaal, dat moet je toch ook wel echt hebben. En nieuwsgierig zijn naar hoe zit iets nou eigenlijk precies? Dan kunnen we dat uitzoeken.
Je hebt jezelf ook wel eens meer een verhalenverteller dan een journalist genoemd, zie je jezelf nog steeds zo?
Nou kijk, tegenwoordig ben ik best veel op de redactie ideeën aan het spuien, dan voel ik me weer wat meer journalist. En als ik als verslaggever op locatie ben om mensen te interviewen, dan voel ik me ook wel echt journalist. Maar het verhalen vertellen an sich vind ik ook heel leuk. En niet ieder verhaal is voor mij heel journalistiek om te maken. Soms vertel je ook gewoon wat er is gebeurd, punt. Is dat dan journalistiek? Dus het is een beetje van tweeën. Ik ben én verhalenverteller én journalist, denk ik.
Maar je gaat in het vertellen van een verhaal wel heel erg op zoek naar de componenten die het journalistiek kunnen maken?
Ja, absoluut, zeker. Ik overleg veel met collega’s, wat vind iedereen ervan en wat moeten we belichten? Waar leggen we de nadruk op? Wat vertellen we? Er zijn honderd invalshoeken bij een verhaal natuurlijk. Dus dat overleg is stiekem al een heel journalistiek proces. Dat heb je niet iedere dag zo in de gaten, maar het is wel zo.
Tijdens je stage en werk bij het NOS Journaal vond je het al heel belangrijk mensen die dicht bij het nieuws staan en het nieuws direct meemaken te betrekken in je verhaal. Bij het Jeugdjournaal vond je het aanvankelijk lastig aan te sluiten op de belevingswereld van kinderen. Denk je dat die ervaringen samenkomen in je werk bij RTL Nieuws?
Ja, absoluut, zeker weten. Iedere reportage die ik maak, daarin zoek ik naar iemand die met het nieuws te maken heeft. Dan maakt het eigenlijk niet zoveel uit of het met de oorlog in Oekraïne te maken heeft of met.. vandaag hebben we bijvoorbeeld iets over doorgefokte honden die niet meer gehouden mogen worden. Ik wil altijd dat er een echt mens in mijn verhaal zit, omdat nieuws ook werkt doordat je emotie overbrengt. Het werkt over het algemeen goed dat als je iets heel abstracts uitlegt, iets over de oorlog in Oekraïne bijvoorbeeld, dat je dan iemand aan het woord hebt die daarmee te maken heeft. Dat kan natuurlijk iemand zijn daar ter plaatse, maar ook iemand die gevlucht is of iemand die spullen aan het inzamelen is. Door die meerdere kanten te belichten, gaat het veel meer leven. Dat doen we bij RTL Nieuws heel goed. Het is ook allemaal wat minder institutioneel dan vroeger.
Ook wisselen we bij RTL Nieuws de onderwerpen af tussen de onderwerpen die dichtbij mensen staan en de wat complexere, belangrijke dingen. Dat is eigenlijk een beetje hetzelfde als bij het Jeugdjournaal; ook de dingen die echt belangrijk zijn toch beter uitleggen. Er niet van uitgaan dat mensen dingen toch wel weten, want dan sluit je de kijker of lezer online buiten, dat moet je niet hebben. Het medium televisie is heel vluchtig en het communiceert alleen als het kort en helder en bondig is. Dus er komt ook verantwoordelijkheid kijken bij de eigenschappen van het medium televisie.
Tijdens je werk bij NOS Nieuws en het Jeugdjournaal voelde je je vaak zenuwachtig. Ben je nu nog weleens onzeker over die verantwoordelijkheid, je werk en jezelf?
Jazeker, ik ben niet onzeker over hoe ik overkom op beeld, maar ik ben weleens onzeker over de inhoud. Alles moet in één dag worden gemaakt. Je werkt met redacteuren die dingen voor je uitzoeken, maar heel soms dan twijfel je gewoon of het echt wel helemaal klopt wat en hoe wij het gaan zeggen, en daar kan ik wel eens onzeker over worden. Dan denk ik, ik ben hier in beeld en ik sta wat te vertellen, dus dan moet het wel echt goed kloppen. Soms ben ik tijdens een interview als verslaggever onzeker, dan denk ik, is het wel compleet wat ik doe, is dit eigenlijk het juiste wat ik vraag? Soms bel ik dan collega’s of een eindredacteur om wat te vragen, dan kan ik me wel onzeker voelen. Dan ben ik weer dat kleine jongetje dat onzeker is over of ik wel slim genoeg ben of over of ik wel goed genoeg doordenk. Als iets moeilijk wordt dan komt dat altijd wel op. Maar het helpt dan wel om te denken, wacht even, iedereen geeft mij vertrouwen om deze reportage te maken, ik ben inmiddels wie ik ben, dus ik hoef eigenlijk niet meer onzeker te zijn, dus laat ik proberen er het beste van te maken en dan horen we het wel wat de mensen ervan vinden.
“We moeten niet doen alsof we niet onzeker zijn met zijn allen in de journalistiek. Je kunt niet iedere dag een nieuwsuitzending maken met zijn allen en nooit onzeker zijn, dat bestaat natuurlijk helemaal niet.”
Heb je weleens gehad dat jij een item in het nieuws vertelde en dat later bleek dat het toch niet helemaal klopte?
Ja, dat heb ik weleens gehad, ik heb dit meerdere keren gehad. En dan heb je echt een deukje in je zelfvertrouwen. Ik was in Purmerend tijdens de vluchtelingencrisis in 2015 en daar was een grote raadsvergadering, die werd gekaapt door demonstranten. En toen had Arjen Lubach al een grappige quote uitgezonden van iemand die in beeld was en die eerst heel erg tegen en daarna heel erg voor vluchtelingen leek te zijn. Daar had Lubach toen een term voor, maar ik had dat helemaal niet gezien. Ik was daar in Purmerend, ik had die man geïnterviewd, en ik begreep al niet waarom we hem interviewden. ‘S avonds had ik een stukje van hem gemonteerd uit die Lubach quote, die hij ook gebruikt had, waarin ik het helemaal verkeerd had begrepen. Dus ik dacht hij is heel erg tegen vluchtelingen. Maar Lubach had al laten zien dat die man eigenlijk heel erg voor was. Toen heb ik dat erin gemonteerd en toen kwamen er dus twee dingen samen. Ten eerste had ik mijn materiaal niet goed gespot, het niet goed in de gaten gehad. En ten tweede, die man had al gezegd, je bent niet voor of tegen, je kunt heel genuanceerd staan in het hele vluchtelingenprobleem. Daar was ik journalistiek natuurlijk echt ingetuind door hem aan die ene kant neer te zetten. En ja, waarom zou je een kant moeten kiezen? Daar ben ik toen nog een tijdje onzeker over geweest, dat ik dacht ai. Toen heb ik nog mijn excuses aangeboden aan hem dat ik hem er verkeerd in had geschreven en Arjen Lubach Twitterde me toen nog van haha je bent er ingetuind. Dat ik dacht oh nee. Toen heb ik het recht moeten zetten op Twitter en hier op de redactie vonden ze het ook niet echt slim van me. Daar was ik wel even goed ziek van hoor. Dat gebeurt en dat is heel vervelend, het doet ook veel, dat soort fouten, ook met hoe mensen naar de journalistiek kijken.
“We hebben de neiging het nieuws te zwart-wit te maken, en dat is geen goede neiging. Dat is een valkuil.”
Is er een bepaald moment in je carrière dat je denkt dat jou heel erg gevormd heeft?
Uhm…….. Ik ben een vliegtuig ingesprongen met een cameraman, omdat er aan de Oostenrijks-Hongaarse grens een vrachtwagentje was gevonden met zeventig dode mensen erin. Dat was echt heel heftig, ook omdat we bij dat vrachtwagentje hebben gestaan, en het stonk heel erg natuurlijk en je zag er van alles uitdruipen, het was echt verschrikkelijk. En op diezelfde dag zagen we vluchtelingen uit Syrië, met één been of arm, die niet waren overleden op hun vlucht, die werden daar door het Rode Kruis opgevangen. Dat zie je normaal op de redactie binnenkomen aan beeld en dan heb je er enige distantie, enige afstand toe. Maar nu zag ik ze en sprak ik ze zelf. En dat vormt me in die zin dat ik dan besef, het gaat hier wel om echte mensen.
Ik heb ook weleens dat als ik iemand interview als verslaggever en die persoon laat later weten wat ie ervan vind, dan denk ik dit vormt me ook wel, want ik ga met mijn quote naar de redactie, maar achter die quote zit dus een echt mens en die zit ‘s avonds ook te kijken naar hoe die wat precies heeft gezegd. En die krijgt dan vijftien seconden in onze uitzending, dat is zo kort. En dat besef neem ik dan wel altijd met me mee. Ik waarschuw mensen er ook voor, het is maar kort, het is maar klein wat we doen. Mensen staan soms met twee voorlichters of familieleden te wachten op ons en ons heel hartelijk te verwelkomen en dan krijgen ze vijftien seconden in de uitzending. Dat is heel compact en de nuance is er dan ook vaak wel uit. Dat vind ik moeilijk. Ik wil ook niet dat mensen zich bestolen voelen van het idee dat ze echt aandacht kregen voor hun probleem.
Was het een bewuste keuze om bij de televisie te gaan werken?
Ja, dat was een bewuste keuze. Ik wist dat al vrij snel toen ik aan journalistiek begon, want ik vond die wereld wel leuk. Tenminste ik dacht dat ik die wereld wel leuk vond, ondanks alle waarschuwingen. Ik snapte die waarschuwingen ergens wel, maar ik vond het ook irritant, ik dacht ik ga het gewoon proberen. En daar heb ik nooit spijt van gehad, want dan kom je erachter dat bij het journaal ook gewoon hartstikke leuke mensen werken en dat als je goed je best doet, het vak heel leuk is en dat het niet heel ingewikkeld hoeft te zijn. Dit werk heeft me ook meer delen van Nederland laten zien. Als ik geen journalistiek was gaan studeren, dan had ik ook nog gewoon in Hilvarenbeek of in Brabant gewoond, denk ik.
“Hilversum is niet die slangenkuil waarvoor ze me waarschuwden.”