Ria Kraa is hoofdredacteur van het Friesch Dagblad: ‘Elke dag dat we bestaan is een zegen’
verhaal, gepubliceerd op 04 Feb 2023, door Maaike Legemaat

Ze staat aan het hoofd van een ‘piepkleine krant’, die uniek is in zijn soort. Het Friesch Dagblad is regionaal én christelijk, en concurreert in de regio met de veel grotere Leeuwarder Courant. Toch maakt een gepassioneerde groep redacteuren iedere dag een krant, voor 8300 trouwe abonnees. Hoofdredacteur Ria Kraa: ‘Kan Friesland zich nog twee kranten veroorloven? Die vraag stellen we regelmatig. Elke dag dat we als krant bestaan is een zegen, daar ben ik me sterk van bewust.’

Dat ze van haar werk geniet, is aan Kraa te zien. Haar handdruk is ferm, ze zit energiek achter haar bureau. Ze lacht: ‘Ik dacht vanochtend nog: wat heb ik toch leuk werk. Ik doe elke dag nieuwe dingen, dus ik zie de dag handenwrijvend tegemoet.’ De baan past bij haar, maar dat was niet altijd het geval. ‘Tien jaar geleden stond ik liever aan de kant met een aantekeningenboekje, als fly-on-the-wall. Nu vind ik het leuk om een team aan te sturen.’

Heeft dat ook met zelfvertrouwen te maken?

‘Dat denk ik wel. Ik probeer niet te generaliseren, maar vrouwen maken zichzelf sneller onbelangrijk. Ik betrap mezelf er op dat ik mezelf snel kleiner maak dan ik ben. Dat is niet altijd slim. Ik heb geleerd dat het in deze wereld helpt om een make-upje op te doen en hakken aan – hoe belachelijk dat ook is.’

Kraa werkt inmiddels zevenentwintig jaar bij de krant. Ze verruilde haar Amsterdamse leven in voor een huis in een klein Fries dorpje met zo’n 400 inwoners. De levendigheid van het dorp Easterlittens verraste haar. ‘Er is superveel leven in de brouwerij. Er zijn veel verenigingen en feestjes, zo was er een club mensen die een kaatsmuur wilde bouwen. Er worden verhalenavonden georganiseerd, en een openluchttheater.’ Het Friese landschap is voor Kraa gratis therapie. ‘Ik houd van het licht en de lucht. Van de ruimte om me heen. Ik kijk vanuit mijn huis acht kilometer de verte in. Je ziet zo’n groot stuk van de wereld, dat je eigen sores vanzelf gerelativeerd worden.’

Hoe zit het met die beruchte kloof tussen de Randstad en het platteland?

Stellig: ‘Die is zó gegeneraliseerd. De Randstad maakt de kloof met de provincie veel groter dan ze is. Als verslaggevers naar de provincie worden gestuurd voor een reportage klinkt het vaak alsof ze op safari zijn. Terwijl de afstand helemaal niet zo groot is. Ik dacht toen ik Amsterdam woonde zelf ook zo. Toen ik vervolgens naar Friesland verhuisde, kwam ik er pas achter hoe provinciaal er in Amsterdam er op dat punt vaak wordt gedacht. Mijn vrienden vonden het te ver om naar mij toe te komen, terwijl je er met de auto in een uur en een kwartier bent.’

Worden de verschillen tussen Nederlanders onderling niet steeds groter?

‘Zeker. Maar die scheurtjes zijn overal in Nederland te zien. Het verschil tussen een achterstandswijk in Leeuwarden en de boeren net daarbuiten is minstens net zo groot. Ik vind het woord kloof zo simplistisch. Er is zoveel variatie binnen de provincie. Mijn eigen man is krantenbezorger. Ik zit bij een zwemclubje die ’s ochtends in de vaart in het kleine dorpje woont. Daar zit een hypnomasseur bij, een docent, een werkloos iemand, een campinghouder en een gepensioneerde. We zitten hier niet in een provinciale bubbel.’

Kraa is wars van een slachtofferrol voor de provincie. ‘De A7 naar Friesland is momenteel dicht en dat is een groot probleem. Maar ik hoor de hele tijd: ‘Dat zou in de Randstad nooit gebeuren.’ Dat is goedkoop: ik denk dat zoiets daar ook zou kunnen gebeuren. We moeten een stapje terug doen en kijken naar wat er écht speelt in de regio.’

Met zorg ziet Kraa de komende provinciale verkiezingen tegemoet. ‘De verschillen zullen steeds groter worden, ik denk dat steeds meer mensen niet gaan stemmen. Het zal daardoor ook moeilijker worden een college te vormen. Volgens mij is het veel relevanter om het daar in de media over te hebben. Op een oplossingsgerichte manier.’ Vorig jaar richtte het Friesch Dagblad de kijker radicaal op de provincie en haalde het regionale nieuws naar voren in de krant. ‘We waren daar net mee begonnen toen de oorlog in Oekraïne losbarstte. Dat voelde even ongemakkelijk. Maar het werkt heel fijn: je kijkt daardoor veel meer met een dicht-bij-huis-blik.’

Ria Kraa: ‘Verslaggevers uit de Randstad klinken vaak alsof ze in de provincie op safari zijn.’

Hoe houdbaar is het bestaansrecht van het Friesch Dagblad?

‘Ons bestaansrecht staat onder druk. We mogen blijven bestaan als er markt voor ons is én als we relevant blijven. Dat laatste is ook belangrijk: kunnen we nog een deuk in een pakje boter slaan? Als iemand in onze krant iets brisants zegt, en niemand leest het, dan moeten we misschien iets anders gaan doen.’ Kraa gaat het gesprek daarover niet uit de weg. ‘We verliezen elk jaar een paar honderd abonnees. We moeten dit jaar echt gaan praten over wat we over vijf jaar gaan doen.’

Het weerhoudt Kraa er niet van haar missie in de journalistiek voort te zetten. ‘Ik hoop dat we mensen met het nieuws scherp houden, af en toe zelfs van mening veranderen. Ik hoop dat lezers een beetje minder bankhanger worden en meer burger. Dat is een missie die nooit stopt en die elke dag een beetje beter slaagt.’