Programmamaker Ben Ketting: ‘Ik wil door mijn werk leren wat ons mens maakt’
verhaal, gepubliceerd op 12 Nov 2021, door Marianne Boer

Ben Ketting (1960) is een ervaren freelance programmamaker, regisseur en editor. Zijn grote passie is human interest; hij zoekt het menselijke aspect in een verhaal. Ketting noemt zichzelf expres geen journalist. ‘De snelle journalistiek van vandaag heeft geen echte aandacht voor de mensen. Die heeft alleen aandacht voor het verhaal, terwijl de aandacht voor mensen voor mij juist het allerbelangrijkste is.’

Het is verre van vanzelfsprekend dat Ben Ketting nu programmamaker, regisseur en editor is. Integendeel, hij heeft een veelzijdige carrière achter de rug. Ketting begon met werken in een ziekenhuis, maar hij stopte daar vrij snel weer mee. ‘Die gangen, waar telkens hetzelfde gebeurde, dat was niets voor mij.’ Muziek was ook een grote passie, dus deed hij het conservatorium, waar hij afstudeerde in klassieke piano. Na freelance arrangeur geweest te zijn voor onder andere de NCRV, werkte hij met een band voor allerlei humanitaire organisaties, waardoor hij veel heeft gereisd en gezien. Daarna kwam hij bij de Amerikaanse band Harvest terecht, met wie hij enkele jaren in de Verenigde Staten woonde.

Toen Ketting terugkeerde naar Nederland studeerde hij ook nog een tijdje Engels voordat hij uiteindelijk, zonder journalistieke opleiding, terechtkwam bij de EO. ‘Ze zochten daar een kinderprogrammamaker. Ik wist op dat moment niet wat ik wilde doen, maar het leek mij wel wat. Daarom dacht ik: ik ga dit gewoon proberen.’ Bij de EO bleek hij op zijn plaats te zijn. Hij focuste zich jaren vooral op het maken van kinderprogramma’s, maar later verschoof zijn werkgebied naar programma’s voor volwassenen, zoals Geloof en een Hoop Liefde en De Verandering. Ketting werkte 25 jaar voor de EO, tot hij in 2018 besloot verder te gaan als freelancer.

Keuzestress

Deze diverse carrière komt voort uit een hele brede interesse en een groot doorzettingsvermogen. Die brede interesse en dat grote doorzettingsvermogen zitten als het ware in Kettings persoonlijkheid. ‘Ik kom uit een heel diverse familie: mijn moeder komt uit Indonesië en mijn vader uit het oosten van Nederland. Mijn moeder heeft tijdens de Tweede Wereldoorlog in een kamp gezeten waar zij niets had en mijn vader groeide op in een gezin waar geen geld was om te studeren, dus dat heeft hij zelf moeten doen. Mijn ouders hebben, op verschillende manieren, allebei dus moeten vechten voor toekomst. Die mentaliteit hebben zij aan mij doorgegeven.’

Ik wist dat je voor alles hard moet werken.

Daarnaast hadden Kettings ouders ook hele verschillende beroepen. ‘Mijn moeder was verpleegkundige en mijn vader was een bouwkundig tekenaar. Ik was daardoor creatief en nieuwsgierig, maar ik wist ook dat je voor alles hard moet werken. Al die verschillende ideeën zaten in mij. Daardoor wist ik als tiener echt niet wat ik moest kiezen.’ Ketting wist wel dat hij een gevoelsmens is. ‘Ik wilde als kind al voelen en beleven.’ Toen hij voor verschillende humanitaire organisaties naar ontwikkelingslanden reisde, zag hij veel. Tijdens deze periode begon zijn passie voor human interest zich verder te ontwikkelen. ‘Ik zag de grote verschillen tussen armoede en rijkdom, waardoor ik beter begon te begrijpen hoe mensen in elkaar zitten. Dat sprak me aan.’

Geen journalist

Human interest begonnen Ketting steeds meer aan te spreken, ook omdat dat heel afwisselend werk is. Inmiddels is human interest echt zijn passie. Het is wel een vak apart. Ketting: ‘Ik moet heel snel een connectie maken met mensen die heel anders zijn dan ik. Zij moeten mij namelijk hele persoonlijke dingen vertellen.’ Zo maakte hij afgelopen tijd vier portretten van mensen die uit een verslaving zijn gekomen en nu andere verslaafden helpen. ‘Dat zijn heftige verhalen. Iemand moet helemaal beschrijven hoe zijn verslaving was.’ Om te zorgen dat zijn gasten hem zulke verhalen toevertrouwen, gebruikt Ketting zijn eigen ervaringen. ‘Zonder mijn eigen ervaringen had ik dit werk niet kunnen doen. Mijn eigen ervaringen helpen mij te verbinden met anderen. Als ik iets deel uit mijn eigen leven, schept dat vertrouwen, zodat de ander ook makkelijker deelt.’

Ik ben geen journalist. Ik ben een programmamaker.

Doordat hij in zijn manier van werken ook persoonlijke ervaringen deelt met zijn gasten, ziet Ketting zichzelf niet als journalist. ‘Ik ben geen journalist, ik ben een programmamaker. De meeste journalisten blijven namelijk vaak aan de veilige kant. Ze komen een verhaal halen zonder zelf wat te geven. Ik geef wel wat van mezelf, zodat ik ook wat terug kan verwachten van mijn gasten. Als zij namelijk merken, ik mag ook wat over Ben weten, stellen zij zich meer open.’

Aandacht

Meer nog dan een stukje van zijn eigen ervaringen delen met zijn gasten, is aandacht voor Ketting het allerbelangrijkst. Dat is dan ook het sleutelwoord op het visitekaartje dat hij laat zien. Oprecht geïnteresseerd zijn in de verhalen van zijn gasten is volgens hem de sleutel tot een goed gesprek. ‘Ook daarom vind ik mijzelf eigenlijk geen journalist. Ik heb aandacht voor mensen. Er zijn wel journalisten die ook veel aandacht hebben voor mensen, zoals onderzoeksjournalisten, maar in de snelheid van tegenwoordig is dat vaak niet echt het geval. Dat terwijl mensen het echt merken als je echt aandacht geeft. Ze voelen zich dan gehoord en zullen dan ook meer delen.’

Ketting ziet zijn werk niet als het zoeken naar nieuws. ‘Als ik met een gast spreek, zie ik wat zij vertellen niet als nieuws of als primeur, maar als leermoment voor mij als mens. Ik wil iets leren over wat ons mens maakt.’ Hij vraagt zich dan ook wel eens af hoe de journalistiek eruit zou zien als er meer human en minder alleen interest in zat. ‘Het lijkt mij interessant om eens aan Rutte of Kaag te vragen hoe het nou met hen gaat, wat bijvoorbeeld de toeslagenaffaire nou persoonlijk met hen doet. Maar een politicus heeft een imago te behouden, terwijl een verslaafde dat niet hoeft. Die vertelt gewoon zijn verhaal.’

Ben Ketting: ‘Ik ben een echt gevoelsmens, ik hou van mensen.’ Beeld: Arthur Martin.

Loslaten

Human interest verhalen zijn dus persoonlijk en dat maakt de verhalen vaak heftig. Aan human interest verhalen zitten daarom soms lastige gewetensvragen. ‘Stel je maakt een foto van een kind dat op sterven ligt, met een gier die al zit te wachten tot het kind is gestorven. Moet je dan niet wat doen? Soms denk ik, wat als iemand nou aan mij vraagt: “Wat heb jij gedaan aan alle ellende die je hebt gezien?” Dan kan ik alleen zeggen: “Ik heb een reportage gemaakt.” Had ik dan niet meer moeten doen?’

Die verhalen loslaten is daarom lastig. Ketting moet, volgens hemzelf, vooral opletten dat hij zich niet te veel één gaat voelen met iemand anders. ‘Als ik een verhaal maak, moet ik mij in die persoon inleven. Maar ik moet ergens afstand bewaren. Er moet altijd uiteindelijk een stukje professionaliteit tussen blijven zitten.’ Dat lukt niet altijd. Zo was hij jaren geleden in een kraamkliniek in Uganda voor een humanitaire organisatie. Dat ziekenhuis had heel dringend een bloedtransfusiemachine nodig, wat Ketting gelijk wilde regelen. Dat heeft de organisatie toen tegengehouden, omdat het ziekenhuis zelfredzaam moest zijn. ‘Ik weet dat die kliniek die machine nu nog steeds niet heeft. En dat trek ik me aan, want ik had het kunnen regelen.’

Ook de verhalen van bijvoorbeeld ex-verslaafden zijn ingrijpend om aan te horen. ‘Na een dag opnemen ben ik emotioneel echt gesloopt. De volgende dag ook nog, dan kan je me eigenlijk weggooien. Ik heb dan vaak zo veel emotie gehoord .’ Ook bij deze verhalen is enige afstand bewaren belangrijk. ‘Er zijn tijden geweest dat ik me alles heel persoonlijk aantrok, dat ik een gast echt niet wilde loslaten. Je zit zo onder iemands huid en leert iemand zo goed kennen dat je heel erg betrokken raakt. Je moet dat dan loslaten, maar dat is niet makkelijk. Je leert dat pas door de jaren heen.’

Het verhaal voelen

Meestal gaat er wat tijd overheen voordat Ketting een verhaal gaat editen. ‘Dan kan ik het even laten zakken voordat ik er weer helemaal induik.’ Die betrokkenheid is voor Ketting de sleutel tot een verhaal. ‘Emotie, aandacht en passie zijn nodig om een verhaal goed te vertellen. Je kunt alleen maar iets goed vertellen als je het voelt, als je eraan denkt, er onrustig van wordt, er niet van kunt slapen. Als je de diepte en de hoogte van een verhaal zelf voelt, kan je het verhaal het beste vertellen.’ Dat voelen is voor Ketting een vereiste bij het verwerken van een verhaal. ‘Dat doe ik met mijn hart, met alles wat ik ben. Het is dan niet mijn verhaal, maar ik moet het wel vertellen. Die ander kan dat niet op de manier waarop ik het doe.’

En vaak hoort Ketting terug van mensen dat de uitzending maken hen heeft geholpen in het proces waar ze inzitten. ‘Dat is het leuke aan bijvoorbeeld De Verandering maken. Vaak heeft een uitzending mensen geholpen en laten ze aan mij weten dat er door de uitzending nieuwe mogelijkheden zijn ontstaan.’ Dit maakt voor Ketting human interest zo boeiend en mooi. ‘Wat je maakt, doet ergens toe. Het kan voor mensen helend zijn om hun verhaal te doen aan iemand die echt luistert, die echt aandacht geeft. Dat is en blijft het belangrijkste.’