Politiek commentator Joost Vullings: “Journalisten hebben vaak een moeizame verhouding met humor”
verhaal, gepubliceerd op 16 Feb 2023, door Jasper Daams

Hij behoort inmiddels tot het meubilair in Den Haag. Al jarenlang duidt politiek commentator Joost Vullings (52) de ontwikkelingen op het Binnenhof. Dat doet hij op geheel eigen wijze: vlot, met een knipoog, en vooral niet te ernstig. Zijn stijl komt hem wel eens op kritiek te staan, maar over het algemeen zijn de reacties positief. “Mensen zeggen altijd dat journalistiek puur om de inhoud draait, maar vorm is superbelangrijk.”

Onder het gerinkel van koffiekopjes bij bistro Vooraf en Toe in zijn woonplaats Leiden vertelt Joost Vullings over het begin van zijn carrière. Over hoe hij aan het einde van zijn studie politicologie pas wist dat hij journalist wilde worden, en over zijn eerste stappen in ‘het wereldje’, als verslaggever bij het Leids Nieuwsblad.

Met veel plezier denkt Vullings terug aan die tijd, al vond hij het niet altijd makkelijk. “Je wordt ergens naartoe gestuurd met de opdracht om maar iets te maken. Mijn eindredacteur zei dan: ‘Ik denk dat jij dat wel kan, succes.’ Dat was een goede leerschool, maar ergens gaat het ook helemaal nergens over”, lacht hij.

Nadat Vullings was uitgeleerd bij die eerste leerschool maakte hij de overstap naar de NOS in Hilversum. Eerst op de binnenlandredactie, later streek hij neer op het Binnenhof. Als politiek verslaggever maakte hij naam bij Radio 1, waar zijn vlotte stijl goed tot uiting kwam. “Op een bepaald moment kwam ik erachter dat dat werkte, dat een deel van het publiek dat heel erg kon waarderen. Die mensen zeiden dan: ‘Als jij het uitlegt snap ik het.’”

Is die stijl iets dat je heel bewust doet, of zit je simpelweg zo in elkaar?

“Het is een beetje van beide. Je hebt een bepaalde stijl die aansluit op je karakter, want anders ben je niet waarachtig of authentiek. Maar je gaat er wel meer over nadenken. Toen ik begon kreeg ik bij de NOS cursussen aangeboden, ook voor het lezen van teksten. Het is razend knap wat die nieuwslezers kunnen, maar het heeft altijd een bepaalde cadans. Dat is niet hoe je een verhaal vertelt. Toen was ik er wel uit dat ik dat niet wilde.”

Het duurde dan ook even voordat Vullings zijn kunsten op televisie mocht laten zien. “Bij de NOS merkte ik in het begin dat ze dat geen goed idee vonden. Televisie is toch een beetje de chique meneer of mevrouw zijn en gewichtig doen. Dat zit in het medium ingebakken.” Hoewel Vullings de overtuiging had dat zijn stijl ook op televisie zou werken, legde hij zich neer bij het oordeel van zijn chefs bij de NOS. “Ik dacht: dan zit ik gewoon goed op de radio.”

Op een gegeven moment was ik wel toe aan een beetje extra spanning in mijn leven

Toen steeds meer talkshows de radioman aan tafel wilden hebben, begon het toch te kriebelen bij Vullings. “Op een gegeven moment was ik wel toe aan een beetje extra spanning in mijn leven, dus wilde ik televisie proberen.” Hij schoof regelmatig aan bij DWDD en Jinek, en oogstte lof voor de duidelijkheid waarmee hij het reilen en zeilen op het Binnenhof uiteenzette. Het gaf zijn werkgever stof tot nadenken. “De NOS had nu een radioman die op tv verscheen, maar voor andere omroepen. En dat terwijl heel veel mensen zeiden dat ik het zo leuk deed.”

Vullings heeft een talent voor het vertellen van verhalen. Onder het genot van een kop koffie praat hij gepassioneerd over zijn werk. Aandachtig luistert hij naar de vragen, neemt hij uitgebreid de tijd om die te beantwoorden, waarbij hij voor vrijwel iedere uitspraak een bijpassend voorbeeld paraat heeft.

Joost Vullings: “Als je een grap maakt over politiek, betekent dat niet dat je het niet serieus neemt”
© Robin Utrecht

Voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 kreeg Vullings van de NOS de kans om het voor de camera te proberen. Niet voor een grote televisiecamera, maar een telefoon. Samen met collega’s Xander van der Wulp en Vincent Rietbergen maakte hij vlogs over de campagne en de formatie voor op YouTube, met iedere aflevering tienduizenden – voornamelijk jongere – kijkers. ‘Kwik, Kwek en Kwak’, zoals de drie Binnenhofvloggers genoemd worden, maken interviews door politici een telefoon onder hun neus te duwen. Het heeft een ontwapenend effect.

Waardoor werden die vlogs zo’n succes?

“Voor politici was het heel interessant, omdat zij zagen dat wij een ander publiek bereikten. Zij konden onze stijl ook wel waarderen. Je zag meer de echte mens achter de politicus dan bij een televisie-interview. Zo’n camera is natuurlijk mega, je voelt je enorm bekeken. Dat zorgt voor een soort verstijving. Als je met je telefoon filmt, voelt het bij wijze van spreken alsof mensen thuis hun kinderen filmen. Dat voelt vertrouwelijker, waardoor mensen het idee kwijtraken dat ze gefilmd worden. Dan worden ze meer zichzelf, losser, en daardoor vaak ook leuker.”

Uiteindelijk diende de kans op een vaste plek voor de grote camera zich aan in 2018. Niet bij de NOS, maar bij Vullings’ huidige werkgever EenVandaag. Hij werd de politiek commentator van de actualiteitenrubriek, waarvoor hij op zowel radio als televisie verschijnt. Over zijn overstap zei hij destijds tegen verschillende nieuwsmedia toe te zijn aan een nieuwe uitdaging, weg van de routine die het werk bij de NOS voor hem geworden was.

Sinds 2019 maakt Vullings met zijn voormalige NOS-collega Xander van der Wulp ook de prijswinnende podcast De Stemming van Vullings en Van der Wulp. Net als een vlog leent dit format zich uitstekend voor een vlottere stijl. Trouw omschrijft de podcast als ‘de vrijmibo van de twee politiek verslaggevers’. Ook hier bereikt Vullings een jongere doelgroep dan in de traditionele nieuwsmedia.

Je hebt al een behoorlijke carrière achter de rug. Wat is het belangrijkste dat je tot nu toe hebt bereikt?

“Dat ik een vorm heb gevonden waarbij je een doelgroep bereikt die normaal gesproken moeilijker te bereiken is. Met die podcast horen we dat de hele Haagse binnenwereld ernaar luistert, maar ook jongeren. Die krijgen dan eens per week zo’n podcast opgediend en kunnen er ook nog om lachen. Dat vind ik heel leuk om te horen. Het betekent ook dat in de journalistiek, waarvan mensen altijd zeggen dat het om de inhoud draait, vorm superbelangrijk is.”

Toch kan niet iedereen de lichtheid waarmee Vullings over politiek spreekt waarderen. In gesprek met De Volkskrant noemde journalist Kees Boonman (68) politiek ‘een serieuze zaak die niet als amusement verkocht moet worden’. “Daar moet ik altijd heel hard om lachen. Ten eerste is het wel de beste reclame hè, als een boomer je product afkraakt”, grapt Vullings, die later nuanceert: “Natuurlijk gaat de politiek over serieuze zaken. Maar dat betekent niet dat je het niet serieus neemt als je daar een grap over maakt.”

Waar komt die kritiek vandaan?
“Journalisten hebben vaak een hele moeizame verhouding met humor. Die denken dat je iets niet serieus neemt als je het op een grappige manier brengt. Dat vind ik raar. Veel geëngageerde cabaretiers bespreken maatschappelijke problemen met humor, en hun boodschap nemen we toch ook serieus? Ik vind het grappig dat de journalistiek daar zo’n moeite mee heeft.”

Vullings ligt niet wakker van de kritiek. Het doel heiligt ook in dit geval de middelen. Uiteindelijk draait de journalistiek volgens hem om het informeren van zoveel mogelijk mensen over dat wat om hen heen gebeurt. “Hoe meer mensen weten, hoe meer ze kunnen komen tot een afgewogen mening.”