We ontmoeten elkaar in het Flevopark. Het is begin oktober, de bomen kleuren al een beetje naar herfst. Het is warm voor de tijd van het jaar, 19 graden. Dupont-Nivet draagt een najaarsjas en een dunne sjaal, die halverwege het interview af gaat. ‘Lekker weertje’, grap ik als ze aan komt lopen. ‘Ja heerlijk’, glimlacht ze. ‘Maar niet helemaal oké voor de tijd van het jaar.’
De dag voordat we elkaar ontmoeten publiceert het KNMI voor het eerst sinds 2014 nieuwe klimaatscenario’s. Zelfs in het meest optimistische scenario zijn de gevolgen van klimaatverandering groot voor Nederland. Dupont-Nivet heeft het gevolgd, zegt ze: ‘In het achtuurjournaal benadrukte de directeur van het KNMI dat we of nu kunnen handelen en het verloop van de scenario’s wat kunnen aanpassen of dat we, net zoals in 1953, ná de overstroming kunnen handelen. Dat is een keuze.’ Sterk vindt ze het, dat het KNMI dat zo duidelijk zegt. Maar ze is niet verbaasd over de boodschap dat de tijd dringt. ‘Het is misschien wat cynisch, maar berichten over dat de zeespiegel gaat stijgen en de zomers snikheet worden verbazen me niet meer zo. Als je de ontwikkelingen rondom klimaatverandering volgt, dan weet je dat al wel.’
Is dat wat je denkt, elke keer als je soortgelijk nieuws leest? Dat je het al wel weet?
‘Nee, zeker niet altijd. Als journalist ben ik dagelijks met dit onderwerp bezig maar ik ben geen klimaatwetenschapper. Er zijn nog steeds dingen waar ik niet van wist. Zoals toen een paar maanden geleden bekend werd dat het ijs op de polen binnen een paar decennia verdwenen kan zijn. Dat soort dingen kunnen me nog heel erg raken.’
En maak je je daar dan ook echt zorgen over?
‘Ja. Maar de zorgen zijn de ene keer erger dan de andere keer. Als het in de zomer veel warmer is dan normaal maak ik me er meer zorgen over dan als het in de winter heel koud is. Of toen met de overstromingen in Limburg. Dan komt het extra binnen. Heel stom eigenlijk, want de klimaatcrisis is voortdurend aan de gang.’
Hoe ga je om met die zorgen?
‘Op verschillende manieren. Soms ga ik wandelen, even uittunen. Of lezen, ik houd heel erg van literatuur. Mooie verhalen helpen als ik me zorgen maak. Maar het helpt ook om me juist heel erg in het onderwerp te verdiepen. Hoe de maatschappij omgaat met klimaatverandering roept bij mij een soort fascinatie op omdat ik er professioneel naar kijk; een soort klinische interesse vanuit mijn vak als journalist. Dat is vast ook een soort coping mechanisme om met mijn zorgen om te gaan. Het geeft me het idee dat ik iets kan bijdragen. Dat ik niet alleen maar stilzit en denk: ‘het gaat niet goed’. Proberen iets te veranderen helpt.’
Daphné Dupont-Nivet (1989) studeerde Internationale Betrekkingen in Utrecht, gevolgd door een master Wereldgeschiedenis in New York en Londen. Tijdens haar studie liep ze stage bij De Correspondent. Tegenwoordig werkt ze als onderzoeksjournalist voor onder meer Platform Investico, Investigate Europe en De Groene Amsterdammer. Sinds dit jaar is ze ook op televisie te zien, in het HUMAN-programma Wat houdt ons tegen?. Hierin onderzoekt ze samen met journalisten Jeroen Smit en Jaap Tielbeke wat er nodig is om ècht te verduurzamen.
Als ik je nu google word je omschreven als ‘klimaatjournalist’. Eerder schreef je een boek over de Bijlmer Bajes en publiceerde je artikelen over big tech en flexibele arbeidsmarkten. Dat zijn hele andere onderwerpen dan het klimaat. Hoe ben je bij dat onderwerp uitgekomen?
‘Grappig is dat, ik zou mezelf eerder omschrijven als onderzoeksjournalist die na verloop van tijd de klimaatjournalistiek in is gerold. Als journalist zijn vooral je methode en je ambacht je expertise, niet per se het onderwerp waar je over schrijft. Tot 2015-2016 was ik niet veel met het klimaat bezig. Toen kwam mijn eerste project bij Investico. Dat ging over de duurzame claims van Unilever. Daarna is het een beetje gaan rollen. Maar helemaal toevallig is het niet. Ik vind het klimaat het grote thema van nu. En het gaat me ook echt aan het hart.’
“Journalistiek geeft me het gevoel dat ik iets kan bijdragen.”
Klimaatverandering is van oudsher iets waar vooral de ‘linkse bubbel’ zich mee bezig houdt. Denk je dat het als journalist belangrijk is om ook ‘de andere kant’ te betrekken bij het onderwerp?
‘Ja, dat is wel een interessante. Het is niet de bedoeling om het idee te wekken dat ik het allemaal beter weet. Maar tegelijkertijd willen we met Wat houdt ons tegen? natuurlijk wel een boodschap overbrengen. Die nuance zit voornamelijk in de toon. Ik probeer het onderwerp vanuit interesse te benaderen, door me nieuwsgierig op te stellen. Niet iedereen hoeft veganist te worden. Daar wil ik ook wel wat ruimte in laten. Het is vooral belangrijk om in gesprek te gaan met elkaar en te luisteren naar de verschillende ideeën die mensen hebben over wat we aan klimaatverandering moeten doen.
Ik kan me voorstellen dat toch niet iedereen zit te wachten op zo’n boodschap.
‘Klopt. Soms krijgen we op Twitter wel eens reacties als ‘blijf van mijn SUV af’. Ik heb niet de illusie dat we die persoon gaan overtuigen. Die verschillende meningen houd je uiteindelijk in een samenleving.’
Is het frustrerend om te maken te krijgen met zulke ontkenningen?
‘Ja, soms wel. Maar ik bekijk zoiets ook vanuit mijn rol als journalist. En het enige wat ik vanuit die rol kan doen is gewoon nog meer onderzoeken en hopen dat het uiteindelijk op de juiste plekken terecht komt. En soms lukt dat ook. Ik merk bijvoorbeeld dat ik nu, sinds ik Wat houdt ons tegen? maak, reacties krijg van vrienden en vrienden van vrienden en ouders van vrienden. Dat ze naar aanleiding van het programma meer gaan nadenken over bijvoorbeeld voedselverspilling. Op die manier sijpelt de boodschap op kleine schaal langzamerhand door naar mensen die nog nauwelijks met het klimaat mee bezig waren. Wellicht gebeurt dat dan ook op grotere schaal.’
Je collega Jaap Tielbeke schreef een boek over het klimaatprobleem waarin hij benadrukt dat het oplossen van dat probleem niet bij het gewone individu begint, maar bij de overheid en grote bedrijven. Hoe denk jij daarover?
‘Ik sta daar hetzelfde in. We hebben er veel gesprekken over op de redactie en hebben het meegenomen bij de insteek van het programma. De ‘ons’ in de titel Wat houdt ons tegen? staat ook niet voor de particulier, voor jij en ik. Het staat voor ‘ons als samenleving’. We proberen vooral naar de systeempijn te kijken, naar waar het schuurt in die samenleving van ons en wie daar verantwoordelijk voor zijn. Grote bedrijven, overheden en instituten kunnen zoveel meer bewegen dan individuen.
Aan het einde van elke aflevering spreken jullie een CEO of leidinggevende van een groot bedrijf. Waarom gaan jullie specifiek met die mensen in gesprek?
We noemen de CEO’s wel eens ‘knoppendraaiers’, zij kunnen echt iets veranderen. Bedrijven en overheden benadrukken vaak hoe ingewikkeld het klimaatprobleem is. Tuurlijk is dat zo. Maar benadrukken hoe complex het is, is ook een uitstelstrategie. We willen in het programma met de knoppendraaiers in gesprek over hun dillema’s, terwijl we tegelijkertijd kritisch blijven. Ik verwacht niet dat een CEO in zo’n gesprek meteen zegt: ‘Nou inderdaad, goed bedacht. We gaan dit meteen helemaal anders doen.’ Maar we doen wel een moreel appel op ze. Een oproep om in actie te komen, een knop om te zetten.’
“Grote bedrijven, overheden en instituten kunnen zoveel meer bewegen dan individuen.“
Hoeven we als ‘gewoon’ individu dus niets te doen tegen klimaatverandering?
‘Nee, dat bedoel ik niet. We hebben allemaal een bepaalde rol, we zijn niet vrijgepleit van verantwoordelijkheid omdat de grote bedrijven het allemaal hebben gedaan. Je hebt beide nodig. Maar ik ben het wel heel erg eens met het idee dat Jaap aandraagt; dat het frame dat een beter milieu ‘bij jezelf’ begint de verantwoordelijkheid te veel bij het individu legt. Als individu kun je niet de hele samenleving zomaar veranderen. Maar dat betekent niet dat we niet ook ons best moeten doen.’
En hoe kun je dat dan doen, je ‘best’?
‘Op heel veel manieren. Ikzelf probeer het door middel van klimaatjournalistiek. Ik ben de journalistiek ingegaan omdat journalistiek fundamenteel is voor het functioneren van de democratie en voor het controleren van de macht. Andere mensen gaan de politiek in of zoeken het in de activistische hoek. Ook door te gaan stemmen kun je invloed hebben op het klimaatprobleem. Het is allemaal indirect, maar indirecte actie getuigt naar mijn idee wel van een soort vertrouwen, dat dan weer kan doorsijpelen en kan zorgen voor directe actie.’
Je kunt gaan stemmen zeg je. Maar blijkbaar stemmen we met z’n allen nog steeds niet op mensen die klimaatverandering als een serieus probleem zien. Hoe komt dat, denk je?
Het blijft even stil.
‘Dat vind ik een moeilijke vraag. Als ik een beetje gis, denk ik dat heel veel mensen het klimaatprobleem zien als iets dat ‘erbij’ komt. Ook bij de groene partijen leek het klimaat vroeger niet per se altijd gekoppeld aan bestaanszekerheid. Daar is nu meer aandacht voor. De lasten van de klimaattransitie moeten eerlijk verdeeld worden, dus het gaat wel degelijk ook over economische en sociale kwesties. Het klimaatprobleem is niet iets wat erbij komt, het is iets fundamenteels: ons bestaan staat erdoor onder druk. Die manier van denken heeft denk ik nog lang niet iedereen.
Inmiddels zijn we van een bankje in de schaduw verkast naar een bankje in de zon, omdat de boom waar we onder zaten gekapt wordt. ‘Ironisch’, grinnikt Dupont-Nivet als we verplaatsen. Terwijl op de achtergrond het geluid van de omvallende boom klinkt, raken we in gesprek over de protestactie die Exctinction Rebellion (XR) in september van dit jaar een paar weken aaneengesloten op de A12 voerde tegen fossiele subsidies.
Dupont-Nivet vertelt dat ze veel heeft nagedacht over die acties en of je hier als journalist deel aan kan nemen. Ze gaat zelf immers ook wel eens naar protesten. Naar de Women’s March bijvoorbeeld. Of naar ‘algemene’ klimaatmarsen. ‘Ik vind niet per se dat je dat als journalist niet mag doen,’ zegt Dupont-Nivet wanneer ze vertelt over haar besluit om niet deel te nemen aan de protesten van XR. ‘Maar het ligt eraan over welk onderwerp je schrijft.’
‘Wat je in deze discussie vaak hoort is de vraag of je nog neutraal bent als je als journalist deelneemt aan protest. Dat vind ik de verkeerde vraag: ik sta niet neutraal tegenover klimaatverandering en vind ook dat er veel meer moet gebeuren. Maar tegelijkertijd schrijf ik over het klimaat en moet ik met alle partijen die een rol spelen bij een klimaatprotest onafhankelijk kunnen spreken. Niet neutraliteit, maar onafhankelijkheid is voor mij de doorslaggevende factor bij het besluit wel of niet deel te nemen aan een protest.’
Dus ook al zou je het eens zijn met alle standpunten van XR, dan nog zou je niet deelnemen aan hun acties?
‘Nee, omdat je onafhankelijk moet zijn van die groep. Ik kan het bijvoorbeeld ook eens zijn met bepaalde dingen die een milieuorganisatie zegt, of een politieke partij, maar dan moet ik dat nog steeds ook kunnen bevragen. Om die reden word ik niet lid van die organisatie, of van die partij. Hetzelfde geldt voor XR. Op het moment dat je deel uitmaakt van zo’n organisatie ben je niet meer onafhankelijk.’
Niet meer objectief?
‘Nee, niet meer onafhankelijk. Er heerste een tijd het idee dat alle journalisten subjectief zijn. En ergens is dat ook zo. Iedereen heeft zijn eigen achtergrond en opvattingen. Maar in dit vak is niet alles subjectief. Er zijn ook gewoon feiten. Als journalist is het ons werk om op zoek te gaan naar die feiten. Onafhankelijkheid is daarbij het belangrijkst.’
Je vertelde net dat je als klimaatjournalist wel naar een ‘algemene’ klimaatmars gaat. Hoe verschilt dat van een protest dat georganiseerd is door XR?
‘Het verschil is voor mij dat achter een ‘algemene’ klimaatmars meerdere partijen zitten, en niet één groep waar ik me dan bij aansluit. Het is zo onomstotelijk waar dat klimaatverandering een groot probleem is. Dat zijn de feiten. Natuurlijk kan ik dan naar een klimaatmars gaan om te zeggen: ‘we hebben meer klimaatmaatregelen nodig’. Ik zie dat niet als een activistisch punt, eerder als een realistisch punt.’
In Wat houdt ons tegen? spreken jullie aan het einde van elke aflevering ‘knoppendraaiers’. Jullie stellen hen de vraag: ‘Wat houdt ons tegen?’. Wat denk jij dat het antwoord is op die vraag? Wat houdt ons als samenleving tegen om meer klimaatmaatregelen te nemen?
‘Zoals de KNMI-directeur in het journaal zei, we kunnen er nu voor kiezen om iets aan de klimaatcrisis te doen, of we kunnen dat niet doen. Hoe de klimaatcrisis zich in de toekomst ontvouwt is een keuze. Een politieke keuze. En die keuze wordt steeds maar niet gemaakt. Natuurlijk zijn er nog onzekerheden. Wanneer iets precies gebeurt bijvoorbeeld. Maar er zijn ook veel wetenschappers die dat steeds beter in kaart brengen. Zij vertellen ons hoe urgent de klimaatcrisis is en wat de eventuele oplossingen zijn. De feiten liggen al op tafel, en de oplossingen ook. We weten al wat we moeten doen. De politiek moet er alleen nog voor kiezen.’