Hij was net geen tiener meer toen hij als stagiair op de nieuwsvloer van de NOS begon. Nu, bijna vijf jaar later, heeft Mike Megens (25) bij NOS Stories de nobele taak om jongeren te interesseren voor het nieuws. “Het moet een beetje spannend worden gemaakt.”
Op de gigantische, ietwat rommelige NOS-redactie hangen vrolijke kinderfoto’s van de journalisten die er werkzaam zijn. “Zit jij er ook tussen?” vraag ik aan Mike. Lachend wijst hij naar een schoolfoto van een klein jongetje met bruin stekeltjeshaar en een ondeugende grijns op zijn gezicht. Na een uitgebreide rondleiding langs futuristische regiekamers, ontelbare bureau’s en de indrukwekkende journaal-studio, denk ik aan dat jongetje als ik Mike vraag naar zijn jeugd in Heerlen, Limburg. “Ik zei altijd tegen mijn moeder dat ik naar New York zou gaan, en dat Amsterdam daar een opstapje voor zou zijn.”
Spelletjes tussen landen
Naast de wens om Zuid-Limburg te verruilen voor bruisende wereldsteden droomde Mike er altijd al van om journalist te worden bij de NOS. En dat is gelukt. Als ik hem vraag hoe hij in godsnaam op zijn twintigste op de buitenlandredactie van de NOS terechtkwam, vertelt Mike bescheiden over zijn stage, waarna hij gevraagd werd om te blijven. Als foreign news editor bracht Mike het nieuws van over de hele wereld. Vooral het duiden van geopolitieke verhoudingen vindt hij leuk. “Ik vind de spelletjes tussen landen heel interessant. Brussel klinkt voor mensen misschien als heel erg saai, maar ik denk dat daar hele spannende dingen gebeuren.”
Viezeriken in de trein
In de broeierige zomer van 2022 hoort Mike van meerdere vrouwen in zijn omgeving nare verhalen over seksuele intimidatie in de trein. Dat wil hij onderzoeken. Hij pitcht zijn idee en maakt met de NOS Stories-redactie het onderzoeksitem Viezeriken in de trein. Dat bevalt zowel Mike als de redactiechef van NOS Stories heel goed. “Toen ik met eigen ogen zag hoeveel vrijheid je daar hebt bij het maken van items, was ik om. Ik dacht, het lijkt me heel leuk om hier een tijdje te zitten.” En zo geschiedde: twee maanden geleden maakte Mike de overstap van de buitenlandredactie naar NOS Stories. Met bijna een miljoen Instagram-volgers, tegen de half miljoen TikTok-volgers en honderdzestigduizend YouTube-abonnees is NOS Stories de grootste nieuwsvoorziening voor jongeren in Nederland.
En wat Mike precies bedoelt met die vrijheid? “Op de buitenlandredactie worden verhalen natuurlijk vaak door en met correspondenten gemaakt. Bij NOS Stories ga je als redacteur ook geregeld zelf op pad.” Wat daar zo leuk aan is? “Buiten is waar het nieuws gebeurt. Daar kan je mensen hun verhaal laten doen om gebeurtenissen een persoonlijk gezicht te geven. Dat is waarom ik journalist wilde worden.”
Minder mediaregels
De bureaustoel op de nieuwsvloer afwisselen met de microfoon in de buitenlucht is maar één aspect van de vrijheid bij NOS Stories. “Deze redactie is minder gebonden aan mediaregels of wetten. Je bent hier heel vrij om nieuwe dingen uit te proberen.” Dat komt omdat NOS Stories niet gebonden is aan de traditionele televisiegedachte. “NOS Stories is deels ontstaan uit de vraag hoe we kunnen inspelen op de online presence van jongeren. Het voordeel daarvan is dat we op sociale media rechtstreeks contact met ze kunnen hebben.” Hoe dat eruitziet? Druk.
Een nieuwsitem van NOS Stories bereikt gemiddeld vierhonderdduizend sociale media-accounts, met uitschieters tot boven de miljoen. Onder die nieuwsitems, waarvan NOS Stories er gemiddeld acht per dag uploadt(!), worden tientallen tot duizenden comments geplaatst. Direct nadat hun nieuwsitems de virtuele wereld in worden geslingerd kunnen NOS Stories-redacteuren dus zien hoe jongeren erop reageren. En met ze in gesprek gaan. Bijvoorbeeld om uitleg te geven over journalistieke keuzes, zoals onder een video-item over politiegeweld in de Amerikaanse stad Memphis:
Voor grapjes zijn ze bij NOS Stories trouwens ook wel te porren:
Strijden tegen influencers
Of er ook nadelen kleven aan nieuws brengen op sociale media voor een jonge doelgroep? “Je moet constant strijden tegen influencers en andere makers, die misschien wel leukere content maken voor jongeren dan wij. Dat is lastig, want je hebt als journalist wel een taak, en wij willen geen gebruik maken van clickbait of overstappen op puur sensationele posts. Tegelijkertijd zie ik het wel als onze rol om te kijken hoe we het nieuws op de meest aantrekkelijke manier kunnen brengen.”
Hoe lukt het de redacteuren van NOS Stories dan om de aandacht van jongeren te trekken en vast te houden? “Constant blijven nadenken over hoe we het interessanter kunt maken. Wat voor reportage-elementen kunnen we gebruiken, en welke graphics stoppen we erin? We houden heel goed in de gaten wat er uit de comments komt, en wat voor DM’s mensen sturen. Als bepaalde video’s het niet goed doen, evalueren we waar dat door kan komen.”
Een voorbeeld van een lastig onderwerp is volgens Mike het klimaat. “Jongeren vinden dat vaak saai. Maar ja, moeten we het er dan maar niet over hebben? Mijn antwoord is ‘absoluut wel’. Toch blijft het een struggle: als je veel tijd stopt in een klimaatvideo, en er wordt weinig naar gekeken of op gereageerd, dan merk je dat bij NOS Stories meteen. Dat is echt wel anders dan bij het journaal, waar kijkers het – weliswaar zorgvuldig samengestelde – nieuws voorgeschoteld krijgen en het er maar mee moeten doen.”
Vuurwerk en stickers
Voorafgaand aan ons interview meldt Mike mij aan bij de receptie van het NOS-gebouw. Nadat de breedgeschouderde man achter de balie mij vriendelijk om mijn ID vraagt, volg ik Mike met mijn bezoekerspasje door imposante, beveiligde draaideuren naar de nieuwsvloer.
Hoe gaat Mike om met bedreigingen aan het adres van de NOS? “Ik heb zelf gelukkig nooit iets heel vervelends meegemaakt, en word vaak juist positief ontvangen door mensen. Er zijn wel bepaalde plekken waar heel veel mensen samenkomen die wantrouwen hebben in de NOS. Dat kan nog wel eens voor problemen zorgen. Bijvoorbeeld dat collega’s bij een demonstratie worden beplakt met ‘NOS Fake News’-stickers. Of dat mensen hier voor het gebouw vuurwerk staan af te steken, dat is toch ook een bepaalde vorm van intimidatie.”
Het Songfestival
Gelukkig wegen de risico’s van het vak voor Mike in de verste verte niet op tegen de goede kanten. Het leukste wat hij ooit voor de NOS heeft gemaakt was LookLab, een YouTube-serie met Nikkie Tutorials voor het Eurovisie Songfestival in Rotterdam (2021). “Dat vond ik zo ontzettend leuk en bijzonder. Het was een moment in mijn carrière, en die momenten heb ik wel vaker hoor, dat ik dacht: dit maakt echt bijna niemand mee. Ik werd daar wel een beetje stil van.”
Er kijken dat jaar honderddrieëntachtig miljoen mensen naar Het Songfestival. In Nederland zitten er tijdens de finale rond de negen miljoen mensen voor de buis. “Ik was wel zenuwachtig, ja.” Gezonde zenuwen? Mike lacht. “Ja, gelukkig wel. Je weet ook wel, je doet je best en het komt uiteindelijk wel goed. Maar het was zo’n bijzonder gevoel, dat iedereen op hetzelfde moment dat kijkt, en dat je daar aan mag meewerken.”
Nog lang niet klaar
Of hij Amsterdam nog steeds als een opstapje naar New York ziet? “De NOS heeft correspondenten in Washington, en niet in New York. Stel dat ik het ooit schop tot correspondent, dan wordt het dus Washington.” Voor een andere nieuwsomroep zal Mike zijn honk in ieder geval niet snel verlaten. “Ik werk hier relatief kort, nog maar viereneenhalf jaar. Als het aan mij ligt, ben ik hier echt nog lang niet klaar.”