De flow naar culinair journalist
De journalistieke carrière van De Grave verliep in een flow. Ze liet zich leiden door de stroom van alles wat er gebeurde. Zo werkte ze eerst bij Uitgeverij Prometheus. “Ik werkte daar als publiciteitsmedewerker en onderhield contact met culinair journalisten en kookboekschrijvers. Tijdens dit werk kwam ik erachter dat ik aan de verkeerde kant van de tafel zat. Ik wilde doen wat zíj deden”. Ze zegde haar baan op en begon een kijkje te nemen in keukens van verschillende ambachten en restaurants om daar verhalen over te schrijven. “Ik heb heel veel mazzel gehad. Net op dat moment kwam ik namelijk iemand tegen die werkte voor het tijdschrift van Jamie Oliver. Haar heb ik mijn allereerste verhaal laten lezen. Zij vond dit heel leuk en liet het – zonder dat ik het wist – lezen aan haar hoofdredacteur. Die wilde toen meteen dat ik kwam werken voor het tijdschrift”.
Van Jamie Oliver Magazine tot Foodies Magazine tot Allerhande, De Grave schreef voor verschillende culinaire tijdschriften, maar miste toch een beetje van de chefsopleiding. “Toevalligerwijs kwam ik de directeur tegen van een instelling die lesmateriaal schrijft voor chefs. Hij vroeg mij of ik de chefsopleiding wilde herschrijven. Ik moest toen allemaal mensen uit verschillende vakgebieden interviewen. De opleiding die ik miste heb ik toen dus opgeschreven. Daarna durfde ik mezelf ook pas echt ‘culinair journalist’ te noemen”. Erna ging De Grave ook kookboeken schrijven, zoals het Amsterdam kookboek, Nederland kookboek, Lekker Lokaal en Natuurlijk Oostenrijk.
Boordevol pindakaas en passie
Nu merkt ze dat ze meer de presentatiekant op gaat. “Ook omdat – en dat is niet om jou te ontmoedigen – maar freelance journalistiek werk verdient heel slecht. Of je moet ergens vast voor een redactie werken, echt als redacteur. Maar als freelancer is het echt minder”. Maar opgeven door onzekere tijden? Dat nooit. “Ik heb wel moeilijke tijden gehad. Zeker toen ik begon. Het ging uit met mijn vriend en ik woonde in de kleine kamer van mijn broertje die een half jaar in het buitenland was. Ik weet nog dat ik echt alleen maar brood met pindakaas at, want dat was het enige wat ik kon betalen.” Als De Grave ergens een interview ging doen of in een restaurantkeuken ging werken, dan kwam er superlekker eten langs. “Voor mij was dit écht heel lekker, omdat het eindelijk eens geen boterham met pindakaas was”. Aan de andere kant hebben deze onzekere tijden De Grave wel heel creatief gemaakt. “Juist als ik in zo’n fase zat, kwamen er dingen op mijn pad die niet waren gebeurd als ik wel geld had gehad. Ik heb altijd vertrouwen. Ik denk echt dat je moet leven vanuit vertrouwen. Zodra je in de angst gaat zitten, gaat het niet werken. Ik vertrouw heel erg intern op wat ik wil en wat mijn visie is. Op de een of andere manier haken daar ook altijd mensen aan die daarin geloven.”
De ambities van De Grave zijn nu in de vorm van verschillende televisieprogramma’s, van een reisprogramma tot een show zoals Oprah Winfrey heeft. “Ik vind lokaal eten superbelangrijk. Dat is een thema dat mij heel erg aan het hart ligt. Ik ben nu op mijn Instagram 52 weken lokale groenten of fruit in the picture aan het zetten. Ik zou daar heel graag ook een televisie serie voor 24Kitchen willen maken, dus daar zijn we nu ook over aan het praten. Wat ook nog op mijn lijstje staat voor in de toekomst is een programma een beetje zoals Oprah Winfrey heeft, dat je zo’n talkshow hebt met mensen die dan komen om over ons eten van de toekomst te praten”.
Anonimiteit van eten
Duurzaamheid – en daarbinnen lokaal en seizoensgebonden eten – staat dus erg centraal voor De Grave. Duurzaamheid beslaat volgens haar heel veel vlakken. “Het gaat van hele grote thema’s tot minder grote thema’s. Deze behandel ik allemaal in mijn podcast PlanEET B. Het grootste thema is voedselverspilling. We gooien veel te veel voedsel weg. Dat is gewoon kut.” Naast dit grote thema komen onder andere plantaardig eten, biologisch eten, lokaal en seizoensgebonden eten naar voren in het verduurzamen van eten. “Als je kijkt naar duurzaamheid, geloof ik dat de toekomst van eten heel erg gaat om lokale voedselketens of in ieder geval transparante voedselketens. Dat mensen weten waar het vandaan komt en dat de hele keten klopt. Dat is nu het probleem in ons voedselsysteem”. Volgens De Grave is heel veel eten anoniem. Dat wil zeggen dat wij niet meer weten waar ons eten vandaan komt. Wij weten niet meer hoe het land eruitziet en wat er op het land gebeurt voordat wij iets in onze mond stoppen. “Wij denken vaak alleen maar aan goedkoop eten en aan onze eigen portemonnee, maar ik denk dat we veel meer naar een voedselsysteem moeten gaan waar de hele cirkel ook belangrijk is. Het gaat om het hele systeem dat veranderd moet worden”.
Thaise curry met seizoensgroenten
Na het maken van haar ‘Nederland kookboek’ en het opnemen van haar televisieprogramma’s werd De Grave zelf ook veel bewuster. Zo sprak ze met honderden boeren en kwam ze erachter dat er producten van de landbouw uit Nederland werden geëxporteerd terwijl diezelfde producten vanuit verre landen juist werden geïmporteerd. “Ik weet nog dat ik op een Hollandse vissersboot garnalen aan het vissen was op de Noordzee en containerschepen voorbij zag komen. Ik realiseerde me toen echt dat we eten over de hele wereld aan het verslepen zijn. Ik dacht: dit kan gewoon niet duurzaam zijn. Dat was voor mij het keerpunt dat ik echt zoiets had van, ik ga die Thaise curry én die kokosmelk én cashewnoten én mango én rijst verruilen voor knolselderij en aardappelen. Gewoon dingen die wij hier in Nederland verbouwen”.
Volgens De Grave is het de keuze die wij als mens dagelijks minstens drie keer maken. “Ik zeg altijd dat mensen drie keer per dag met hun vork stemmen als consument. Je moet jezelf afvragen: waar kies ik voor?”. Dat is voor De Grave de belangrijkste drijfveer, om mensen daar bewust van te maken op een hele leuke manier. “Dus ik ben niet zo van ‘dit is fout en dat mag niet meer’, maar het gaat heel erg om bewustwording. Je kan bijvoorbeeld ook een ‘Thaise curry’ met seizoensgroenten of lokale producten maken”. De Grave helpt de consument door in haar kookboeken seizoenskalenders toe te voegen, met welk eten in welk seizoen het best kan worden gegeten.
Eet Lokaal
Ook enthousiasmeert De Grave mensen met haar Instagram-pagina. Zo is ze nu bezig als ambassadeur met de campagne ‘Eet Lokaal’. Hier is De Grave het gezicht van en vertelt met haar expertise verhalen over dingen die ze heeft meegemaakt om mensen te inspireren om het anders te doen. “Lokaal en seizoensgebonden eten is voor iedere Nederlander mogelijk. Zelfs als je je eten bij de supermarkt koopt of als je een klein budget hebt. De goedkoopste groentes zijn juist de seizoensgebonden groentes. Tijdens het juiste seizoen is er namelijk een overschot en dan moeten we het juist eten. Maar we weten niet meer wanneer en wat er in het seizoen is, waardoor we aardbeien in december kopen en pompoenen in juli”.
Doordat we zoveel producten uit het buitenland importeren, zijn we als Nederlanders soms vergeten van hoe dichtbij ons bordje eten kan zijn. Zo wordt meer dan 80 procent van alle vis die uit de Noordzee wordt gevangen, geëxporteerd. “Realiseer je maar even, wat eten wij als Nederlander eigenlijk voor vis? We eten garnalen uit Azië, tonijn uit de Maladieven, zalm uit Noorwegen… Allemaal ver weg. We eten eigenlijk helemaal niet zo vaak meer vis uit de Noordzee. En toen dacht ik echt, what the fuck?”. De opwarming van het zeewater helpt volgens De Grave ook niet mee: “Die visjes die vroeger zwommen voor de kust van Spanje en Frankrijk komen steeds noordelijker. Nu vangen Noordzeevissers bijvoorbeeld pijlinktvis. Die gaan allemaal weer rechtstreeks terug naar Spanje omdat ze daar wel weten wat ze met pijlinktvis aan moeten en hoe ze dat kunnen bereiden. Hier in Nederland weten we dat niet. Dat soort gekke dingen van importeren en exporteren kom ik in bijna iedere productgroep tegen”.
Kaas en miso van lokale bonen
De Grave raakt tijdens haar programma’s door iedereen geïnspireerd die iets vertelt over het voedselsysteem. Zo was ze voor haar podcast-aflevering over veganisme gaan kijken naar veganistische opties. “Voor kaas heb je bijvoorbeeld Willicroft. Die maakt kaas van lokale bonen. Dat is vet weet je, daar sta ik achter. Ik sta niet achter kaas gemaakt van kokosolie en cashewnoten. Dat vind ik gewoon niet logisch, dan vind ik het logischer om dus de lokale kant op te gaan en te kiezen voor een goede biologische kaas en dan gewoon wat minder”. Ook raakt ze geïnspireerd van mensen die producten lokaal maken of verbouwen. “Er wordt bijvoorbeeld in Nederland miso gemaakt van lokale bonen en lokale granen. Zo laat je je eigenlijk inspireren door andere culturen maar je werkt wel duurzaam en lokaal”.
Natuurlijk Oostenrijk
Als het gaat om andere culturen, is Oostenrijk voor De Grave enorm inspirerend geweest. Oostenrijk is namelijk een duidelijke koploper in het verduurzamen van voedsel. “Zij lopen heel erg voorop als het gaat om biologische landbouw. Zij hebben die 25 procent, die Green Deal, al behaald. In Nederland zitten we pas op ongeveer vier procent”. En daar kunnen we veel van leren volgens De Grave. “Oostenrijk loopt heel erg voor als het gaat om lokaal eten. Ik ben daar geen enkele chef tegengekomen die een vis uit zee op een bord legt. Want ja, er is geen zee.”
Enthousiasme en positiviteit
De Grave zoekt naar speelse en enthousiaste manieren om mensen te laten zien wat voor mooie dingen er in Nederland zijn. “Dat is gewoon mijn benadering. Je hebt ook de consumententelevisieprogramma Keuringsdienst van Waarde bijvoorbeeld, die juist heel erg wijzen op de dingen die niet goed zijn in het voedselsysteem. En dat is ook een manier om bewustwording te brengen. Maar mijn manier is gewoon heel erg die positieve kant: Wat hebben we wel, jongens? Kijk hier, kijk dit, kijk dat.” Volgens De Grave is het voor Nederland het belangrijkste om weer dichter bij ons voedsel te komen staan. “Een gemiddeld bord avondeten reist zo’n 30.000 kilometer, in de supermarkt liggen 150.000 producten van over de hele wereld… We weten niet meer waar het vandaan komt. Dus dat zijn dingen waar ik mensen op wil wijzen, gewoon op een hele leuke manier laten zien welke producten je het beste kan kopen. Op mijn manier!”