Auteur en journalist Anton Slotboom: ‘Als Johan Derksen met jou de maat neemt, weet je dat het goed gaat’
interview, gepubliceerd op 26 Feb 2025, door Maurice Tankink

‘Zo oud als Sparta word je nooit’, schreef Jules Deelder eens. Pijnlijk genoeg gold dat credo ook voor Wout Holverda. De oud-profvoetballer overleed op 63-jarige leeftijd aan de gevolgen van dementie. Journalist, podcastmaker en auteur Anton Slotboom (44) verdiepte zich in de harde realiteit van hersenschade door kopballen in zijn nieuwe boek Mijn hoofd doet gek. Toch kan hij het niet laten om zelf ook te juichen bij een kopgoal. “Het is allemaal zo tegenstrijdig.”

In het pand waar ooit het hoofdkantoor van dagblad Het Vrije Volk zat, staat journalist en schrijver Anton Slotboom (44) daags na zijn optreden in NOS Studio Voetbal met ietwat kleine oogjes te praten met de barman. Hij heeft nog tot laat zitten schrijven. “Ik lag heus niet pas om twee uur ’s nachts in mijn bed”, opent de Rotterdammer het gesprek gekscherend.

In dit rijksmonument, ’t Slaakhuys, is Slotboom een vaak geziene gast – hij werkt hier dan ook graag ter inspiratie. En als hij écht vastloopt in zijn schrijfproces, dan boekt hij een hotelkamer op een van de verdiepingen erboven. Zo ook tijdens het schrijven van zijn pas verschenen boek: Mijn hoofd doet gek: Koppen en hersenschade in het Nederlandse voetbal.

Het is niet de eerste keer dat Anton Slotboom een koffie drinkt aan een van de hoge tafels in ‘t Slaakhuys. Hij komt hier graag om te werken. Foto: Maurice Tankink

SP-AR-TA

“Ik vind het wél heel armoedig allemaal.” We zijn nog geen minuut aan de praat of Slotboom begint al over de degradatiezorgen van zijn club Sparta Rotterdam. Nee, zijn clubvoorkeur schuift hij niet onder stoelen of banken. Hij schreef meerdere boeken over de voetbalclub uit Rotterdam-West en bespreekt wekelijks het spel van de Kasteelheren op Rijnmond, in de voetbalpodcast Sparta naar Voren.

“Van Aanholt is geen schim van wat hij zou moeten zijn”, moppert Slotboom over de linksback, die in het weekend opnieuw zijn man volledig liet lopen. Weer een pot verloren. Ditmaal tegen de stadsgenoot, Feyenoord – opnieuw een verloren derby. “Overigens hebben we voor mijn gevoel met Vriends ook wel een keer of vijftien verloren in De Kuip hoor.”

Hoewel het huilen de Spartanen nader staat dan het lachen, wist de club een week eerder wél het net te vinden en won Sparta op Spangen met 1-0 van FC Groningen. “Toen Lauritsen die bal kopte…” Slotboom laat een stilte vallen als hij terugdenkt aan het doelpunt van de boomlange Noorse spits. “Kijk, ik zit daar vlak achter de goal, ja, dan sta ik natuurlijk keihard te juichen. Het is allemaal zo tegenstrijdig”, verzucht de auteur.

Bokserdementie

Zijn liefde voor het voetbal botst met de harde realiteit die hij in zijn boek blootlegt. Want zo’n kopgoal roept meteen herinneringen op aan een kopsterke spits uit de jaren ’80. Wout Holverda was – ondanks zijn geringe lengte – net zoals Lauritsen ongenaakbaar in de lucht. Koppen was zijn handelsmerk. Diezelfde kopballen hebben catastrofale gevolgen gehad, concluderen de experts na zijn overlijden.

“Ik krijg het verhaal in mijn schoot geworpen van een voetballer die overleden is aan hersenschade. Ik mag het letterlijk zelf gaan zien.” Hij doelt hiermee op het bezoek aan het mortuarium van een Amsterdams ziekenhuis, waar een neuropatholoog de hersenen van de aanvaller zorgvuldig op tafel heeft gelegd om precies de hersenschade aan hem te tonen. Bokserdementie. Holverda werd slechts 63 jaar.

Wout Holverda met nummer 2 op zijn borst tijdens een training van het Nederlands Elftal in Zeist (1984). Van links naar rechts: André Hoekstra, Wim Kieft, René van der Gijp, Wout Holverda en Kees Rijvers. Foto: Marcel Antonisse (Anefo) / Nationaal Archief (CC0)

“De vraag was: wil je het verhaal van Wout schrijven? Ik heb daar natuurlijk wat anders van gemaakt”, stelt Slotboom. Wat begon als het verhaal van Holverda, groeide uit tot een bredere journalistieke zoektocht. “Ik ben de laatste jaren denk ik wel steeds serieuzer gaan nadenken over mijn vak”, stelt de journalist. “Misschien is het gewoon een leeftijdsdingetje”, gniffelt Slotboom. “Dat kan natuurlijk ook. Hoe ouder je wordt hoe minder tijd je te verspillen hebt.” De zoektocht van zijn jongste boek getuigt ook van de serieuzere kant van de Rotterdammer.

Maar zou je willen dat het koppen in het voetbal verboden wordt?

“Er is geen tussenweg volgens de wetenschappers en neurologen die ik heb gesproken. Daar sluit ik me, na het zien van zoveel onderzoeken, wel bij aan. Als we heel rustig naar de dementiecijfers kijken, zien we dat één op de vijf mensen dementie krijgt. In 2040 hebben we geen geld én geen mensen meer om dat allemaal op te vangen. Willen we iedereen kunnen opvangen? Dan kunnen we niet meer dan 1,2 miljoen verenigingsvoetballers in Nederland door het koppen een verhoogd risico op dementie laten lopen.

Het is maar een spelonderdeel. Ik snap ook dat het heel rigoureus is, maar er is gewoon geen middenweg. Bijvoorbeeld als je zegt: oké we laten kinderen tot twaalf niet koppen. Dat is leuk, maar je hersenen zijn dan nog steeds niet volgroeid. Je bént je hersenen. Hier gebeurt het in. Het herstelt niet meer. Het gaat kapot en het is weg. Maar vergeet niet, het boek is geen pamflet om te stoppen met koppen. Het is een pamflet om met elkaar het gesprek te voeren.”

Mediacircus

Aan de talkshowtafels was het in ieder geval onderwerp van gesprek. “Kijk als Johan Derksen met jou de maat neemt, weet je dat het goed gaat”, besluit Slotboom over de felle discussie die ontstond aan de tafel van Veronica Inside over het koppen. “Ook voor de wedstrijd Feyenoord – Sparta in De Eretribune werden grapjes gemaakt over mijn boek. De verkoopcijfers maken mij niet eens uit”, meent Slotboom stellig. “Het belangrijkste is dat de voetbalwereld het heeft gezien en dat nu de discussie wordt gevoerd.”

Maar wat er nu gebeurt, is natuurlijk idioot

“Ik heb al best veel meegemaakt. Maar wat er nu gebeurt, is natuurlijk idioot.” Niet alleen is de carrousel van de media gaan draaien door de publicatie van zijn boek, maar ook is hij samen met oud-profvoetballer Evgeniy Levchenko en met een hoogleraar uit Schotland uitgenodigd om te spreken over de potentiële gevaren van het koppen in politiek Den Haag.

“We hebben 1,2 miljoen voetballers, en die voetballers lopen 3,5 keer zoveel kans op dementie, ongeacht of je amateur of prof bent en hoe vaak je kopt”, legt hij uit. “Je kan deze kwestie niet alleen overlaten aan de voetbalbond.” Slotboom ziet een eventuele voorlichtingscampagne al voor zich: ‘Gebruik je hoofd als je kopt.’ “Of zoiets in ieder geval. En dat moet van de overheid vandaan komen”, vindt hij. “Je kunt dat niet overlaten aan een partij met grote belangen. De Eredivisie, hoeveel miljoenen gaan daar wel niet in rond?”

Kamervragen, hoe dan?  

“De uitdaging van de journalist is om mensen te bereiken, want er is zo veel”, zegt Slotboom. Dat hij met zijn nieuwe boek mensen heeft bereikt, moge duidelijk zijn. Slotboom wil niet alleen impact maken als journalist: “Als ik die boeken schrijf dan ga ik vaak naar het buitenland. Ik wil altijd van mijn werk mijn lol maken. Dus dan koop ik altijd de goedkoopste vlucht.”

“Dit boek over hersenschade in het voetbal heb ik grotendeels geschreven in Sofia in Bulgarije”, vertelt de journalist met een grote grijns. “Maar lopend door het stadspark van Sofia met mijn hoofd in de zon, heeft mij meer opgeleverd dan hier drie dagen te zitten aan de kruk in deze Rotterdamse hotelbar”, lacht Slotboom al kijkend naar de tafel voor hem. “Ja, maar dat zoiets leidt tot Kamervragen is heel raar en vooral als je beseft dat een groot deel in Bulgarije is geschreven. Hoe dan?”