7 dingen die je over winkelleegstand moet weten
reportage, gepubliceerd op 24 Feb 2020, door Max Meessen

De laatste jaren verschijnen er regelmatig artikelen over de winkelleegstand in Nederland. Daarin wordt vaak gezegd dat de winkelleegstand in Nederland relatief hoog is. Maar kan je daar wel een landelijke uitspraak over doen? Wij geven je 7 dingen die je moet weten over winkelleegstand

1. Wais winkelleegstand precies?
Er wordt van leegstand gesproken wanneer een pand met als bestemming retail of horeca leegstaat. Belangrijk hierin is het feit dat er pas van leegstand wordt gesproken als de verwachting is dat er in het pand op termijn opnieuw retail of horeca zoals een winkel zal terugkeren.

2. Winkelleegstand is vooral een lokaal probleem
Winkelleegstand is vooral regionaal en lokaal een probleem. Zo zijn er gemeenten, zoals Montfoort waar het leegstandspercentage met 35 procent erg hoog ligt. Terwijl in de gemeente Leiden maar ongeveer vijf procent van de winkels leeg staat. Het is door deze grote verschillen lastig om over heel Nederland een uitspraak te kunnen doen. Hier kun je opzoeken hoe het zit met de winkelleegstand in jouw gemeente.

3. Er bestaat ook gezonde leegstand
Volgens Hans van Tellingen, directeur van onderzoeksbureau Strabo, is niet alle leegstand negatief. ‘Leegstand tussen de vier a vijf procent is nodig. Daardoor is er genoeg ruimte op de markt en kunnen bestaande winkels verhuizen wanneer ze dat zouden willen.’ Winkelleegstand is dus niet altijd negatief. Er moet, zoals in iedere markt, ruimte kunnen zijn voor eventuele groei.

4. Leegstaande panden hebben een negatieve invloed op andere winkels
Als er in een straat veel winkels leeg staan heeft dat ook een negatief effect op de overige winkels in deze straat. Kort gezegd geldt de regel: hoe meer winkels er bij elkaar zitten, hoe versterkender het effect om meer publiek te trekken wordt. Zo kunnen horeca en winkels in een binnenstad van elkaar profiteren, maar ook verschillende retailwinkels die in een winkelcentrum zitten hebben een veel grotere aantrekkingskracht op winkelpubliek dan wanneer deze winkels verspreid door de stad zouden zitten. Andersom gaat deze regel dus ook op. Is er sprake van meer leegstand dan neemt de aantrekkelijkheid van het gehele winkelgebied af.

5. Online winkelen zorgt niet automatisch tot meer winkelleegstand
Vaak wordt aangenomen door de toename van online winkelen het aantal fysieke winkels sterk is gedaald, met winkelleegstand tot gevolg. Maar ongeveer tien procent van de omzet binnen de detailhandel werd in 2018 online verdiend. Binnen de detailhandel is wel al enkele jaren sprake van een jaarlijkse toename van de online verkopen. Maar nog steeds wordt veruit het grootste deel van de omzet uit fysieke winkels gehaald. Belangrijk hierbij is wel om op te merken dat het sterk afhankelijk is welke sector van de detailhandel er onderzocht is. Bij reizen en elektronica ligt het percentage van online aankopen hoger dan bij bijvoorbeeld kleding.

6. Vergrijzing en krimp zorgen wel voor meer winkelleegstand
In krimpgebieden, regio’s die te maken hebben of krijgen met een afname van het aantal huishoudens, is de winkelleegstand vaak hoger. Wanneer het aantal huishoudens in een gebied afneemt is er ook minder behoefte aan winkels, daardoor zullen er meer panden leeg komen te staan. Hetzelfde geldt voor vergrijzing. Wanneer de vergrijzing in een gebied toemeent neemt het aantal winkels vaak juist af.

7. Gemeenten nemen tal van maatregelen om winkelleegstand tegen te gaan
Gemeenten willen winkelleegstand natuurlijk het liefst tegen gaan. Ze nemen hiervoor tal van maatregelen. Daarbij kan je denken aan het opnieuw bestraten van winkelstraten en het beter bereikbaar maken van de binnenstad in Leiden is er bijvoorbeeld een extra steeg aangelegd om de doorloop in de binnenstad te kunnen verhogen. Ook zorgen voor betaalbare en voldoende parkeerruimte rond het centrum behoren tot de mogelijke maatregelen van de gemeente. Toch nemen gemeenten bedenken gemeenten ook meer creatieve oplossingen om winkelleegstand tegen te gaan. Zo was het in Leiden ook mogelijk om voor een half jaar een gratis winkelpand te winnen. Door een ondernemer eerst een half jaar een gratis pand te bieden is de kans groter dat na 6 maanden deze ondernemer blijft en daarmee de winkelleegstand afneemt. Daarnaast is het in veel gemeenten tegenwoordig toegestaan om een winkelpand bijvoorbeeld om te bouwen naar een horeca gelegenheid. Door de vergunningen en regelgeving op dit gebied te versoepelen hoopt de gemeente meer horeca aan te trekken en ook daarmee de leegstand te verminderen.