Een stinkend zaakje: hondenpoep in cijfers
verhaal, gepubliceerd op 15 Feb 2019, door Simone van der Lee

Hondenpoep. De op één na grootste ergernis van Nederland. Alleen hardrijders zijn irritanter, blijkt uit de resultaten van de meest recente veiligheidsmonitor van het CBS. Hoe groot is die ergernis nu precies? En hoe gaan de gemeentes hiermee om? De cijfers zijn veelzeggend.

Hondenbelasting

Hondenoverlast is iets wat al vele eeuwen bestaat. Eeuwenlang was het heffen van hondenbelasting de uitgelezen manier om hondenbezitters onder controle te houden. In de middeleeuwen werd deze belasting gezien als een middel om zwerfhonden en ziektes als hondsdolheid onder controle te houden. Nu is het heffen van hondenbelasting een stuk minder vanzelfsprekend. De laatste jaren zijn er steeds meer gemeentes die besluiten minder of zelfs helemaal geen hondenbelasting meer te heffen. In 2019 besloten 17 Nederlandse gemeentes om hondenbelasting af te schaffen, blijkt uit cijfers van het CBS. Eén gemeente besloot dat jaar om hondenbelasting in te voeren. Ook in 2017 en 2018 schaften meer gemeentes hondenbelasting af, dan dat zij deze invoerden. Negen gemeentes stopten met het heffen van hondenbelasting in 2017, tegenover vier gemeentes die besloten een jaarlijks bedrag in te stellen voor de viervoeters. In 2018 hielden zeven gemeenten op met het heffen van hondenbelasting. Geen van de gemeentes besloot dat jaar om hondenbelasting in te voeren. Al met al neemt het aantal gemeentes dat minder of helemaal geen hondenbelasting heft toe ten opzichte van het aantal gemeentes dat hondenbelasting instelt of meer hondenbelasting heft. Dit blijkt o.a. uit cijfers van het CBS. In 2018 werd een opbrengst van 58.191.000 euro begroot uit het heffen van hondenbelasting. Dat is 4,6% minder dan in 2017, toen nog 61 miljoen werd begroot. In 2019 was de begrote opbrengst nog minder, namelijk 53.626.000 euro.

De reden om wel te besluiten tot het heffen van hondenbelasting lijkt heel simpel. Esther Verhoef van de Vereniging van Nederlandse Gemeentes bevestigt dit. ‘Denk eens aan de kosten die komen kijken bij het plaatsen en legen van speciale afvalbakken. Daarnaast kost handhaving ook geld.’ ‘Door de vele discussies die gevoerd worden over deze belasting, wordt deze voor veel gemeentes steeds moeilijker te handhaven’, geeft ze echter aan. Veel bewoners vinden de belasting niet meer van deze tijd en vragen zich af waarom alleen honden worden belast. Ook Francine Zeggelt van D66 in Leiden vindt hondenbelasting geen passende oplossing. ‘Oorspronkelijk was de hondenbelasting nooit bedoeld om iets te doen aan hondenpoep. Hondenbelasting werd daarvoor ook nooit gebruikt. Dat is de reden dat wij het hebben afgeschaft. Het was echt niet meer van deze tijd. We betalen de voorzieningen voor honden uit onze eigen middelen.’




In dit overzicht is te zien dat in de randstad nog veel hondenbelasting wordt geheven. Vooral in de noordelijke provincies is hondenbelasting al grotendeels afgeschaft.

Boetes

De opbrengst die de staat haalt uit hondenbelasting daalt dus flink. Het gaat om een verschil van 3 miljoen euro in 2018 en ruim 4.5 miljoen in 2019 in vergelijking met de begrote opbrengst uit hondenbelasting van het jaar ervoor. Kan dit worden goedgemaakt met een flink aantal boetes voor hondenbezitters die hun hondenpoep weigeren op te ruimen? In 2017 werden er 993 overtredingen gemeld bij het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Daarmee verdiende de Nederlandse Staat in totaal 135.230 euro. Dit bedrag is echter flink gedaald ten opzichte van voorgaande jaren. In 2016 ging het nog om 1236 boetes ter waarde van 167.665 euro. In 2015 werden er zelfs nog 1492 boetes uitgedeeld. Kortom, het aantal boetes voor het niet opruimen van hondenpoep is dalende en de dalende opbrengst uit hondenbelasting wordt er zeker niet door gecompenseerd.

Provincies

In 2017 werden in Zuid-Holland 240 boetes uitgedeeld voor het niet opruimen van hondenpoep. Absoluut gezien staat Zuid-Holland hiermee op kop. Bij nadere bestudering van het inwonersaantal in de verschillende provincies staat Overijssel bovenaan met 136 boetes. Zij geven 1.18 boetes per 10.000 inwoners. In Zuid-Holland worden er 0.66 boetes per 10.000 inwoners uitgedeeld. Flevoland is de provincie met het laagste aantal boetes. Zij deelden 2 boetes uit in 2017. Over de jaren 2014,2015 en 2016 is Overijssel de enige provincie waarvan het aantal boetes niet daalt maar stijgt. Ten opzichte van 2016 daalde het aantal boetes in 2017 in Overijssel wel. Vooral in Noord-Brabant en Limburg steeg het aantal boetes in 2017 ten opzichte van 2016. In Utrecht, Groningen en Zeeland steeg het aantal boetes iets. In de andere provincies daalde het aantal boetes ten opzichte van 2016.

Waar komt deze daling in boetes vandaan?

Komen deze aantallen door burgers die steeds netter worden? Of is de handhaving in Nederland steeds minder adequaat? Vooral in 2018 is de daling in het aantal boetes opvallend. Voor heel Nederland meldt het CJIB 36 boetes. Dit levert Nederland 5040 euro op. Dat dit alleen door mindere handhaving of nettere burgers komt lijkt onwaarschijnlijk. Klopt deze informatie wel? ‘Waarschijnlijk niet’, laat Marjan van Mierlo weten namens het CJIB. ‘Verschillende grote gemeentes hebben de OM-afdoening vervangen voor een bestuurlijke boete. Dit betekent dat die boetes niet meer worden geregistreerd bij het CJIB maar bij de gemeente zelf. Wij beschikken dus niet meer over die data.’ In 2018 zijn verschillende gemeentes overgestapt. De cijfers van het CJIB geven daarom niet meer het correcte aantal boetes weer.

Gemeente Zuid-Holland

In Zuid-Holland worden in veel gemeentes niet meer dan 10 tot 20 boetes uitgedeeld voor het niet opruimen van hondenpoep. Gemeente Rotterdam staat dat jaar aan kop met 51 boetes. In sommige gemeentes, zoals Den Haag, is de daling in boetes ten opzichte van het jaar ervoor extra opvallend. In 2016 deelde deze gemeente nog 212 boetes uit. In 2017 waren dit er slechts 13. Theresa Scheeben van gemeente Den Haag weet hoe dat komt. Gemeente Den Haag blijkt al in 2017 over te zijn gegaan op het bestuurlijke boete systeem. Daardoor worden de boetes van de gemeente Den Haag niet meer bij het CJIB geregistreerd. ‘In 2018 hebben wij 199 boetes opgelegd. Nog steeds iets minder dan in 2016, maar dat komt doordat we als gemeente veel geïnvesteerd hebben in ons hondenbeleid met extra losloopgebieden en meer vuilnisbakken. Ook hebben wij onze handhaving aangescherpt.’ De dalingen in het aantal boetes lijken dus gedeeltelijk verklaarbaar te zijn door veranderingen in beleid. Aan de andere kant heeft ook de verandering in de manier waarop de boetes geregistreerd worden invloed gehad op de daling in het aantal boetes.

Leiden

In 2017 kwam er in Leiden een nieuw hondenbeleid. Met dit beleid wilde de gemeente het oude beleid uit 2004 actualiseren en het hondenpoepprobleem als belangrijke ergernis aanpakken. Toch blijkt uit het aantal boetes in Leiden niet dat dit beleid tot concrete resultaten heeft geleid. In 2017 werden er 2 boetes meer uitgedeeld dan in 2016. In 2018 werd er slechts één extra boete uitgedeeld. In vergelijking met andere gemeentes is het aantal boetes dat in Leiden is uitgedeeld laag. In plaatsen als Katwijk en Schiedam zijn opvallend meer boetes uitgedeeld.

Stads- en wijkenquêtes

Uit resultaten van de Stads- en Wijkenquête van 2017, gehouden onder 2500 bewoners, bleek dat men in Leiden niet onverdeeld tevreden was over het toenmalige hondenpoepbeleid. Wel verschilt dit sterk per wijk. Vooral in de Stevenshof gaven bewoners aan veel last te hebben van hondenpoep. Ruim de helft van de respondenten uit deze wijk gaf aan behoorlijk tot zeer veel last te hebben van hondenpoep. Ook in Leiden-Noord was de overlast groot. Daar gaf ruim 40% aan behoorlijk tot veel last te hebben van hondenpoep. In het centrum is de ervaren overlast een stuk kleiner.

Uit een vergelijking met eerdere enquêtes blijkt dat het aantal bewoners dat behoorlijk tot veel overlast ervaart is afgenomen. In 2013 had nog 40% van de Leidse bevolking behoorlijk tot zeer veel last van hondenpoep. In 2017 ging het om 33%. De stads- en wijk enquête 2017 is de meest recente enquête die de ergernissen van de bewoners weergeeft op dit gebied. Uit de nieuwe enquête die dit jaar zal uitkomen, zal moeten blijken of het geactualiseerde beleid van de gemeente invloed heeft gehad op de hoeveelheid overlast die de bewoners sindsdien hebben ervaren.

Meldpunt Hondenpoep

In Leiden is er wel een meldpunt hondenpoep, waar burgers hondenoverlast kunnen melden. Maar hoe gaat dat eigenlijk in zijn werk? Na navraag bij het Klant Contact Centrum van Leiden, blijkt dat hondenpoepmeldingen vaak in vlagen langs komen. Er is geen specifieke locatie waarover de meeste meldingen binnenkomen. ’Het is niet bekend waar de meldingen precies vandaan komen. Mijn indruk is dat het redelijk verspreid over de hele stad is. De meldingen komen daarnaast zo af en toe in grote getale langs, maar vaak is het overwegend rustig’, aldus een medewerker.

Dat blijkt ook uit cijfers van de gemeente, die meer weten te vertellen over het aantal meldingen dat binnenkomt bij het KCC van Leiden. In 2018 kwamen er in Leiden 55 meldingen binnen met klachten over overlast door honden. De meeste meldingen kwamen uit Leiden-Noord en het Morsdistrict. In beide districten werden er dat jaar 10 meldingen gedaan. Boerhaavedistrict is de meest rustige wijk. Daar werd dat jaar één melding gedaan. Binnenstad-Zuid volgde met twee meldingen. In de andere wijken werden in dat jaar 4 tot 7 meldingen gedaan. Het aantal meldingen is iets gestegen ten opzichte van 2017. Toen werden er nog 43 meldingen gedaan.