Linda, al vijftien jaar verpleegster in het verzorgingshuis, legt uit hoe het virus is binnengeslopen. “Begin januari zagen we hier de eerste zieken. Enkele bewoners moesten spugen en kregen diarree” vertelt ze. Het is niet bij alle gevallen duidelijk of het daadwerkelijk het Norovirus is. De symptomen lijken erg op de griep die heerst. “Maar al vrij snel werden twee gevallen gediagnosticeerd met het virus.” Ondanks alle voorzorgsmaatregelen heeft het virus zich over drie woonkamers verspreid.
Linda met handschoenen, masker en schort. Foto: Eline Kooiman
Isolatie
Na de eerste ziektegevallen werden alle afdelingen in het gebouw waar Linda werkt geïsoleerd en gingen de eerste protocollen in werking. Verzorgenden mochten niet meer naar de andere afdelingen lopen. “Maar dit is niet werkbaar”, vertelt Simone, een collega van Linda. “Je kan elkaar niet meer ondersteunen zoals je dat normaal gesproken doet. Je hebt minder handen op de drukke momenten. We lopen constant achter de feiten aan.” Bewoners moeten daardoor ook langer wachten, bijvoorbeeld als ze naar het toilet moeten. En dat moeten ze nogal vaak als ze ziek zijn. “Het zijn dus meer handelingen met minder mensen. Het is vervelend om niet klaar te kunnen staan wanneer de ouderen dat wensen.”
Tot overmaat van ramp mogen de stagiaires uit voorzorg ook niet meer komen. Zij draaien normaal gesproken betaalde weekenddiensten en zijn daardoor eigenlijk onmisbaar. “Nu moeten we dit opvangen met eigen personeelsleden die al eigenlijk overbelast zijn.” Simone prijst haar eigen team nog eens: “Gelukkig kunnen we toch elke keer de diensten weer rond krijgen. Petje af voor ons flexibele team.”
Ook de ouderen moeten op hun eigen gang met aangrenzende slaapkamers en huiskamer blijven. Ze mogen niet meer over de centrale gang bij elkaar naar binnen lopen. “Dit had gelijk al impact op onze bewoners”, zegt Linda. “Veel mensen met dementie hebben onrust en dat uit zich in loopgedrag. Hun dagelijkse loopje over de gang om die onrust kwijt te raken wordt tegengehouden door een dichte deur. Ze zitten letterlijk opgesloten.” De woonkamer wordt op elke afdeling gedeeld met acht bewoners. “Je kan je ook wel voorstellen dat als je drie weken lang met dezelfde mensen in één ruimte zit dit niet bevorderlijk is voor de sfeer”, aldus Simone.
Wat ook niet bijdraagt aan de sfeer op de afdelingen is dat bewoners niet meer deel mogen nemen aan de centrale activiteiten in de grote zaal. De algemene zaal is dan ook verdacht leeg. Jannie, al jaren vrijwilliger in het verpleeghuis, vindt het maar niks dat het zo stil is: “Normaal gesproken is de borrelmiddag op vrijdag heel populair. Bewoners komen hier dan met hun familie een borreltje drinken. Nu is de activiteit afgelast in verband met het virus.” Familie wordt überhaupt afgeraden om te komen. Ook zij zouden een nieuwe besmetting kunnen veroorzaken van buitenaf.
Een lege grote zaal. Foto: Eline Kooiman
Richting het einde
Gelukkig is er af en toe een leuke afleiding. Zojuist heeft de groep naar de opening van de Olympische Spelen gekeken. Simone heeft oranje versiering opgehangen om een beetje in de stemming te komen. “Toen de Nederlandse ploeg binnenkwam hebben we allemaal gejuicht. We proberen het dan ondanks alles toch leuk te maken.”
Het einde van de uitbraak is in zicht. Er is nu al 36 uur geen geval van braken of diarree meer geweest. Maandagochtend is er een nieuw overleg met de teamleiders om de situatie te bespreken. Mevrouw Van Egmond laat zich niet afschrikken door de strenge maatregelen. “Ik vind het vooral fijn dat ik even kan komen helpen.” Ze geeft haar man liefdevol een aai over zijn hoofd. “Ik laat me niet tegenhouden door zo’n geel pakkie.”
Op verzoek is de naam van het verpleeghuis niet genoemd