“Wachtlijsten kinderopvang lopen weer op” kopt een artikel van RTL Nieuws in juli dit jaar. Toen in 2008 de economische crisis plaatsvond, verloren veel ouders hun baan. Omdat zij nu niet genoeg geld verdienden om de kinderopvang te kunnen betalen, haalden veel ouders hun kinderen van de kinderopvang af. Ook hadden veel ouders daardoor genoeg tijd om zelf voor hun kinderen te zorgen en hadden zij geen kinderopvang nodig. Nu is het anders.
Weinig invalkrachten
“Het trekt weer aan” meent Laura, een pedagogisch medewerker bij kinderdagverblijf Smallsteps Kinderopvang in Leidschendam, die hier nu al zo’n 10 jaar vast in dienst is. In haar armen wiegt zij een klein kindje, dat aan het huilen is, maar zij heeft ook haar ogen gericht op de drie peuters die aan het spelen zijn. De sfeer is druk, maar zij blijft rustig en alert.
Laura heeft ook de crisisperiode meegemaakt. In die periode waren er veel invalkrachten volgens Laura. Dit kwam omdat er veel pedagogisch medewerkers hun baan waren verloren en alle vormen van contracten accepteerden. Nu zijn er te weinig. “In de crisis konden er veel 0-uren contracten   ?   Een 0-uren contract houdt in dat iemand wel officieel ergens in dienst is, maar geen recht heeft om elke week werk te krijgen. Iemand met een 0-uren contract hoeft dus ook geen uren uitbetaald te worden wanneer er geen werk is voor hem/haar. Het inkomen is dus erg onzeker.worden gegeven aan pedagogisch medewerkers. Nu willen ze weer uren”. Daarnaast lieten veel pedagogisch medewerkers zich omscholen, omdat zij geen werk konden vinden in de kinderopvang. “Hierdoor zijn er weinig invalkrachten en drukt er dus veel werk op de vaste krachten” meent Laura.
Flexibele pedagogisch medewerkers
Silvia, een medewerker uit de flexpool   ?   Een flexpool is een groep van flexibele medewerkers, die extra opgeroepen kunnen worden wanneer er in een week minder vaste medewerkers kunnen werken door bijvoorbeeld vakantie of ziekte.van Smallsteps, heeft de economische crisis ook ervaren. Zij verloor door de crisis haar vaste baan en heeft een tijdje een 0-uren contract gehad. Nu heeft zij wel weer vaste dagen, maar moet rouleren tussen meerdere locaties van Smallsteps. “Het valt eigenlijk best wel mee. Ik had vroeger nooit gedacht dat ik tevreden kon zijn als flexibele medewerker, maar het is prima zo te doen met vaste dagen en het is best overzichtelijk. Ik kom wel aan mijn uren, ook al heb ik weleens een maand minder uren gehad”.
Pedagogisch medewerker Silvia met een groep peuters van 2 tot 4 jaar oud. Foto: Lieke Bakker.
Soms houdt het tekort aan invalkrachten in dat vaste medewerkers ingezet moeten worden op dagen dat zij normaal gesproken niet werken en dat zij soms ingezet worden bij een andere leeftijdsgroep kinderen dan zij gewend zijn. “Je kiest bewust om te werken met een bepaalde leeftijdsgroep, zegt Joanne, een vaste medewerker die al 10 jaar werkt bij Smallsteps. “Een andere leeftijdsgroep heeft weer heel andere zorg nodig. Dat moeten schakelen is best vervelend”.
Nood breekt wet
Naast pedagogisch medewerkers is ook de locatiemanager, Claudia, bezig met een groep kinderen. Dit lijkt heel vreemd. Zij antwoordt op de vraag waarom zij op de groep kinderen let: “Een van de pedagogisch medewerkers is op vakantie en er was geen invalkracht en ook geen uitzendkracht beschikbaar. Per 4 baby’s of 8 peuters moet er een pedagogisch medewerker zijn die toezicht houdt. Met een achtergrond als verpleegkundige mag ik ook dit werk doen”.
Locatiemanager Claudia met een groep peuters van 2 tot 4 jaar oud. Foto: Lieke Bakker.
De combinatie van het in moeten vallen met haar werk als locatiemanager valt Claudia zwaar. “Het is erg lastig om én het werk van een pedagogisch medewerker over te nemen én mijn eigen werk af te krijgen, maar als ik geen invalkracht kan regelen moet ik op de kinderen letten. Ik moet soms ook op dagen dat ik eigenlijk niet werk een groep kinderen overnemen. Die uren krijg ik niet uitbetaald. Het is inherent aan de functie van locatiemanager”.
Een voor een worden er kinderen door ouders opgehaald. Bij de groep kinderen van 0 tot 2 zijn er nu nog drie over. Omdat er maar één pedagogisch medewerker per vier kinderen nodig is, moet Joanne naar huis en haar groep kinderen overdragen aan een collega. “Dit is ook anders dan 10 jaar geleden. Vroeger bleef je gewoon, maar het is niet te betalen als iedereen uren draait als dat niet nodig is”, zegt Joanne. Ook de locatiemanager mag nu eindelijk naar huis. Zij kijkt nog even in de planning en is opgelucht dat er morgen genoeg pedagogisch medewerkers aanwezig kunnen zijn. Een paar minuten later krijgt zij een telefoontje dat er een foutje is gemaakt in de telling van kinderen. “Morgen is mijn vrije dag, maar ik moet toch weer een groep overnemen. Er is één kind te veel. Ik had voordat ik deze baan accepteerde niet verwacht dat dit zo vaak zou gebeuren”.