Voetbaljournalist Sam van Royen: “De essentie van waarom je dit vak moet doen is iets wat in jezelf zit en je moet gewoon geluk hebben”
interview, gepubliceerd op 26 Feb 2025, door Kim Kamerling

Langs de lijn staan in Hongarije om een wedstrijd van voetbalclub AZ te verslaan, met voetbalclub Ajax mee naar Riga en op de middenstip staan van Old Trafford om verslag te doen van een wedstrijd tussen Manchester United en FC Twente. Voor voetbaljournalist Sam van Royen (28) begint het zo’n langzamerhand allemaal een beetje normaal te worden. Na jaren te hebben gewerkt als redacteur van verschillende programma’s, waaronder Vandaag Inside, is Van Royen het nieuwe talent van Ziggo Sport als presentator. “Ik dacht heel erg: de voetbaljournalistiek kan anders, niet per se beter, maar het kan anders.”

Sam van Royen heeft op zijn jonge leeftijd al binnen veel verschillende journalistieke gebieden gewerkt. Hij wist dat hij iets met media wilde doen, maar wat precies moest hij nog ontdekken. Uiteindelijk komt Van Royen terecht in de voetbalwereld: “Ik ben nooit een studie of werk ingegaan met de gedachte: later ga ik langs het veld staan als voetbalpresentator.”

Van entertainment tot nieuws tot sport, je hebt het allemaal gedaan, maar hoe ben je uiteindelijk toch in die voetbalwereld terechtgekomen?

“In het begin wilde ik vooral zoveel mogelijk doen. Vaak doe je een project van drie maanden, bouw je een netwerk op, ken je een eindredacteur en dan ga je weer door naar het volgende project. Zo heb ik ongeveer vijf jaar lang allerlei soorten programma’s gemaakt en toen ben ik gewoon achter de schermen gaan werken bij Vandaag Inside als redacteur.”

Wat zorgde ervoor dat je bleef plakken in de voetbaljournalistiek?

“Ik zat op een gegeven moment heel erg nadrukkelijk naar voetbaluitzendingen te kijken. In combi met het werk dat ik deed achter de schermen bij Vandaag Inside, kwamen er allerlei gedachten op. Ik vond dat het anders kon. Veel mensen doen elkaar na in de voetbaljournalistiek. Dezelfde vragen worden gesteld en dezelfde invalshoeken worden bedacht. Ik wilde dat veranderen waardoor ik gemotiveerd raakte. Aangezien dat mij nu lukt, vind ik dat echt superleuk.”

Is dat ook een reden geweest waarom je de switch maakte van redacteur naar presentator?

“Na een jaar te hebben gewerkt als redacteur bij Vandaag Inside kwam het langzaam in mij opborrelen. Het ging heel goed bij VI, maar ik wilde weer een stap maken. Ik had inmiddels in totaal vijf jaar redactiewerk gedaan. Ik wilde gaan interviewen. Dat was het vooral. Gewoon voetbalinterviews beter doen, want ik zou later interviews ook breder willen trekken buiten het voetbal. Helaas krijg je niet zomaar interviewklussen. Dat is bij het voetbal veel makkelijker en toegankelijker. Je spreekt al snel trainers, spelers, technische staf en fans. Je kan direct heel veel doen.

“Ik vind dat heel veel mensen elkaar nadoen in de voetbaljournalistiek”

Dus ik dacht, voetbal is een goede ingang. Bij Talpa lukte het niet, maar bij Fremantle, het productiebedrijf dat de productie doet voor RTL, toevalligerwijs wel. In dat team viel net iemand uit en opeens stond ik voor een wedstrijd langs de lijn in Rome.”

Wow. Leuk verhaal toch?

“Ja, ik heb onwijs geluk gehad met timing. Als diegene niet was weggevallen dan was ik waarschijnlijk niet bij RTL binnengekomen.”

Dus jij gelooft ook dat geluk een rol speelt in de mediawereld?

“Zeker, geluk en timing, maar je dwingt het ook een beetje af. Ik bedoel, ik heb wel gewoon vijf jaar hard gewerkt achter de schermen.”

Hoe is jouw werk veranderd na de overgang van redacteur, dus achter de schermen, naar presentator, voor de schermen?

“Qua werk is het anders. Als redacteur zoek je iets meer uit. Je duikt diep in de materie om dingen op te sporen en uit te zoeken. Ik probeer dat voor mezelf nog steeds te doen. Bij presentatiewerk moet je de hele tijd aanstaan en scherp zijn. Alles om je heen moet je oppikken, moet je gebruik van maken. Aan de andere kant is je leven ook veel makkelijker, omdat alles voor je wordt geregeld. Je hoeft alleen maar op een bepaald tijdstip ergens te zijn. En je moet natuurlijk voor de rest gewoon goed je werk doen.”

Hoe voelde het om ineens voor de schermen te staan?

“Het was gek, omdat je heel erg op zoek bent naar hoe je gaat zijn op beeld en hoe je gaat overkomen. Welke verhalen ga je vertellen? Dat zat vooral allemaal in mijn hoofd. Er komt een verhoogde mate van aandacht bij kijken. Mensen op social media gaan dingen over je roepen. De mensen om je heen, die je hebben gezien op televisie, gaan je appjes sturen. Maar dat heeft mij nooit gek gemaakt of zo. Ik kan niet zeggen dat ik heel veel ben veranderd. Ik probeer zo nuchter mogelijk met alles om te gaan.”

“De giftige socialmediacultuur maakt ons werk soms lastig”

Hoe blijf je jezelf als presentator voor een medium die belangen heeft?

“Ik heb me altijd wel voorgenomen om mezelf te zijn als ik op beeld ben. Je bent altijd een andere versie van jezelf, maar ik blijf wel heel dichtbij mezelf. Ziggo heeft mij ook uiteindelijk binnengehaald omdat ze zagen wat ik deed. Ik ben mezelf, maar ook een beetje anders dan anderen en dat vinden ze prima.”

Heb je weleens vragen moeten stellen die je misschien niet wilde stellen omdat je daardoor jezelf niet kon blijven?

“Ik heb mij tot nu toe niet in een situatie bevonden waarin ik iets moest vragen wat ik niet wilde vragen. Soms is het wel iets lastiger hoe je een vraag gaat aanvliegen. Dat had ik bijvoorbeeld laatst in Riga. Toen speelde Ajax daar uit en volgens de Nederlandse pers lag de trainer van Ajax, Francesco Farioli, in de clinch met zijn technisch directeur, Alex Kroes. Je moet het dan wel even slim spelen. Het is dan meer dat een vraag gevoelig ligt en je jezelf afvraagt: hoe kan ik hier op de beste manier mee omgaan? Maar dan is het niet het gevoel van: oh shit, ik moet deze vraag stellen voor mijn werkgever.”

Wat is een van jouw grootste uitdagingen als voetbaljournalist in het huidige medialandschap?

“Iets wat nu speelt is dat spelers en trainers heel erg op hun hoede zijn doordat hun quotes uit verband worden getrokken en ze geen zin hebben in gezeik. Wat ze zeggen wordt allemaal ontleed en ontcijferd. Dat komt door die lichtelijk giftige socialmediadynamiek, dat maakt het soms lastig.”

Dus het is een soort uitdaging om de trainers en spelers op hun gemak te stellen zodat ze jou meer dingen gaan vertellen?

“Nou ja, kijk de camera draait nog steeds, maar op basis van meer onderling vertrouwen kan je ook een beter gesprek verwachten. Ze weten dan ook een beetje wat ze van jou kunnen verwachten. Dat is het meer. Ik zou dus niet zeggen dat opeens de beerput open wordt getrokken of dat ze veel meer zeggen dan dat ze van plan waren, maar ze staan nog iets relaxter en voelen zich meer op hun gemak. En dan heb je sowieso altijd een beter gesprek om naar te luisteren in de studio.”


Sam van Royen interviewt José Mourinho, coach van de Turkse voetbalclub Fenerbahçe, voor een Europa League wedstrijd. Foto: Sam van Royen

Heb jij een persoonlijke voorkeur voor een voetbalclub, een Nederlandse voetbalclub?

“Ik heb wel een lichte voorkeur, ja.”

Zou je die vertellen?

“Nee, die ga ik niet vertellen. Nee, dat is echt iets waar ik heel erg… ja, daar moet je gewoon heel secuur mee zijn. Dat is niet informatie voor het openbaar.”

Je moet dus voorzichtig zijn met je persoonlijke voorkeuren in de voetbaljournalistiek, hoe kijk jij daar tegenaan?

“Ik vind sowieso dat het bij iedereen gewoon in het openbaar moet zijn want je werkt in de voetbalindustrie, je houdt van voetbal, dus dan ben je sowieso fan geweest van een club, dat kan niet anders. Van een journalist moet je kunnen verwachten dat hij objectief is als het gaat om uitingen over voetbal.”

Waardoor komt het dat het dan toch niet kan?

“We werken in 2025, in een giftige socialmediacultuur, waar bij het minst geringe al jouw clubvoorkeur erbij wordt gepakt zodra jij iets roept of een andere vraag stelt. Niemand heeft daar zin in dus er is nu een soort ongeschreven norm dat we het allemaal niet vertellen.

“Voor mezelf probeer ik nog steeds redacteur te spelen”

Alleen het gekke is, als het een klein clubje is, dan mag het weer wel. Het gaat alleen om Ajax, Feyenoord en PSV. Daar mag je je voorkeur niet over geven, maar als je voor Heracles bent, ja, dan is het prima. Dat vind ik ook altijd heel apart. Daar kan ik me wel aan storen.”

Dus het is wel zo dat iedere voetbaljournalist eigenlijk stiekem een voorkeur heeft?

Ja, maar dat ontkennen we toch ook niet?

Nee, nee, zeker niet.

“Ik denk dat bijna alle voetbaljournalisten een voorkeur hebben. Die houden het gewoon voor zich, willen neutraal overkomen en hebben geen zin in gezeur. Terwijl dat vrij onnodig is want we houden allemaal van voetbal en doen gewoon ons werk als journalist. Maar ja, als het om voetbal gaat, dan komen er altijd allemaal passies en emoties los, waardoor we iets minder logisch kunnen redeneren met z’n allen.”

Heb je nog advies voor studenten die willen bereiken wat jij hebt bereikt?

“Ik zeg altijd: als je de ambities hebt om voor de camera te staan en het lukt je of je gaat het proberen, probeer altijd jezelf te zijn. Mensen prikken door je heen als je een andere versie van jezelf gaat zijn. Probeer zoveel mogelijk te maken, mensen te leren kennen die je kunnen helpen en die jou verder kunnen brengen en probeer als je naar voetbal kijkt te begrijpen hoe je het anders kunt doen. Dat is de essentie van waarom je dit vak moet doen: je weet precies hoe je het anders wilt aanpakken en kan dit aan mensen vertellen. Als jij kan uitleggen hoe je het anders zou aanpakken dan de rest, trigger je altijd mensen.”

Wat doe jij dan anders dan de rest?

“Ik probeer mezelf met mijn eigen fascinatie, dingen die ik zelf vind, gekke taaldingetjes en leuk beeld te onderscheiden.”

En heb je ook een situatie waarin je dit toepast?

“Ik moest naar Manchester City tegen Inter. Eerste wedstrijd van de Champions League. Een week daarvoor was in het nieuws dat Manchester City 115 aanklachten van de Premier league en UEFA Financial Fair Play had wegens overtredingen. Dat vind ik fascinerend, 115 overtredingen. Wat moet je allemaal doen als je 115 regels hebt overtreden? Dus dan ga je je erin verdiepen en begrijpen hoe dat in elkaar zit. Je moet dan een manier bedenken om dat op een logische wijze uit te leggen aan de kijker. Als er dan geen interview is met een speler, probeer ik nieuwtjes rondom de club te zoeken waarvan ik denk: dit is toch fascinerend, hoe kan dit nou, dit slaat toch nergens op!? Zo probeer ik mijn eigen fascinatie over te brengen.”

Laten we afsluiten met een lijfspreuk. Wat is de jouwe?

“Lijfspreuk?”

Ja, je weet wel wat een lijfspreuk is toch? Of is het ouderwets wat ik zeg?

“Nee, het is zeker niet ouderwets. Lijfspreuk…Ik heb wel veel quotes in mijn hoofd, maar ik moet even denken hoor.”

De quote van Sam van Royen in mijn interview is…

Het blijft heel erg stil, maar opeens barst Van Royen in lachen uit.

“Ik heb er nu zo veel in mijn hoofd, maar niet die passen bij deze context. Wat is mijn lijfspreuk? Ik roep dus altijd, maar dat meen ik niet. Dat zeg ik ironisch. Nooit je best doen. Terwijl ik juist vind dat je je best moet doen. Alleen je moet nooit laten blijken dat je te veel je best doet. Maar dat is geen goede lijfspreuk.

Wat is mijn lijfspreuk? Nou ja, het is dan heel simpel, het is het grootste cliché aller tijden: zo dicht mogelijk bij jezelf blijven. Dat is echt waar ik altijd naar terug refereer. Dat is wat ik tegen iedereen zeg over mijn werk, over het werk wat we op televisie doen. Je moet jezelf zijn. Je moet nooit een andere versie van jezelf zijn als je live op tv bent.”