Voedsel- en landbouwjournalist Janno Lanjouw (1983): „Voedsel is een bril waardoor je naar de wereld kunt kijken”
interview, gepubliceerd op 27 Jan 2023, door Megin Kimmijser

Van vis tot vlees en van genetische modificatie tot verticale landbouw. In Janno Lanjouw’s (1983) journalistieke producties voor o.a. De Groene Amsterdammer, Het Parool en De Correspondent uit hij zich over voedselsystemen en de impact daarvan op mens en milieu. „Voedsel is mijn middel om de wereld te begrijpen. Hoe complex het ook is, voedsel omvat alles.”

Lanjouw studeerde geschiedenis en journalistiek. Na zijn master startte hij samen met een groep vrienden het Food Film Festival (FFF), een driedaags internationaal festival waar films werden vertoond met voedsel in de hoofdrol. Maar het was meer dan dat. Kookworkshops, panels en diners maakten het festival een begrip in Amsterdam. Door Lanjouw’s functie als programmadirecteur van het Food Film Festival kreeg hij al snel verscheidene journalistieke kansen. Zo schreef hij onder andere voor De Correspondent een langlopende serie over voedselbeleid, maakte hij voor Dag en Nacht media de podcast De Visdetective en leidde hij debatten over de voedselketen in Pakhuis de Zwijger.

Passie voor eerlijk eten werd Lanjouw niet met de paplepel ingegoten. „Mijn ouders probeerden gezond te koken, met veel groenten. Maar er lag ook regelmatig een tartaartje uit de supermarkt op mijn bord. En als er eten over was, gooide mijn vader het gewoon de vuilnisbak in. Ik heb nu veel principes. Ik hou van vlees en geniet er ook van. Maar ik koop geen vlees meer in de supermarkt. Dat staat voor zo’n versimpelde manier van consumentisme. Iets dat we onszelf niet kunnen permitteren. Het is zowel schandalig naar het dier als respectloos naar de planeet. In plaats daarvan ga ik naar de slager. Iemand waarbij ik mijn verantwoordelijkheidsgevoel kan verleggen. En iemand die weet dat er een varkenssnuit aan het karbonaadje zat. Dit heeft als bijkomend voordeel dat ik veel minder vlees eet. Ik denk maar zo’n twee keer in de maand. Dat houd ik bij in grafiekjes.

Tegenwoordig noemt iedereen zichzelf flexitariër. Maar de vleesconsumptie in Nederland daalt niet. Wij vinden minder vlees eten moeilijk. Je verdiepen in hetgeen dat je eet is het minste dat je als consument kunt doen. Vraag aan de slager wat voor vlees hij nog heeft liggen, wat weg moet en anders bederft. Het maakt je geëngageerd als je weet wat je eet. Voor een stuk dat ik schreef voor Het Parool ben ik bij een zelfslachtende slager geweest. Hoe hij een heel rund uit elkaar kon halen vond ik bijna tranentrekkend mooi. Maar ook grimmig. Vooral het besef dat bijna alle onderdelen van een koe ook in je eigen lijf zitten. Ik heb misschien niet vier magen, maar voor de rest komt het aardig overeen. De slager zou mij nog veel sneller uit elkaar kunnen halen. Dat besef is belangrijk, vind ik.”

Janno Lanjouw (c) Masha Asipova

 

Bewustwording

Over de vraag waaróm Lanjouw schrijft over landbouw- en voedselkwesties hoeft hij niet lang na te denken. „In mijn jeugd was de impact van onze voedselsystemen op het klimaat en de biodiversiteit een ondergeschoven kindje”, vertelt Lanjouw. „Maar de grootste impact op het klimaat komt van het gebruik van land. En verreweg het grootste gedeelte van dat landgebruik is landbouw. Toen ik mij hier voor het eerst in ging verdiepen begon ik langzaam in te zien dat alles ermee te maken heeft. Ik denk dat het belangrijk is dat mensen dat perspectief krijgen. Net als alle andere levende organismen op deze planeet zijn we continu bezig met eten. Maar we zijn ook continu bezig met de impact op het klimaat en hoe we een betere toekomst voor onze kinderen kunnen creëren. Als je het zo bekijkt draait alles om eten. De hardcore onderste laag in de piramide van Maslow. Als we eenmaal een huis hebben gebouwd tegen de kou en regen, dan moeten we vreten. Maar we moeten ook vreten voordat we een huis gaan bouwen. Dat bedoel ik dus. Het is het fundament. Wat is er nog meer? Niets. Er is niets anders om over te schrijven.

Voedsel is een bril waardoor je naar de wereld kunt kijken. Als je dat eenmaal doet, zie je dat alles eromheen draait.

Dat de impact van onze voedselsystemen op mens en milieu meer aandacht krijgt, vind ik goed. Maar veel westerse mensen zien de oplossing als iets romantisch. ‘We moeten gewoon lekker natuurlijk eten en zo de wereld redden’, wordt er gedacht. In eerste instantie is daar niets mis mee. Vooral omdat daarbij komt kijken dat men bewuster omgaat met voedsel. Het is goed dat men denkt; ‘Ik heb dit gerecht gisteren met veel bombarie gemaakt. Er staat nog een restje in de koelkast. Ik ga dat niet weggooien maar eerst opeten’. Die beslissing is persoonlijk en moet intrinsiek genomen worden. De aandacht voor de impact van voedselsystemen op mens en milieu laat men dat besluit vaker nemen. Maar de ‘natuurlijkheid’ waarmee consumenten de wereld denken te redden bestaat vaak niet. Dit is eerder een westers, romantisch ideaal. Het merendeel van ons voedsel wordt namelijk in fabrieken in elkaar gedraaid.”

Janno Lanjouw (c) Masha Osipova

 

Toekomstbeeld

„Ik zou het niet gek vinden als overheden zich meer gaan bemoeien met wat mensen eten. Het voedselbeleid van nu kost ons miljarden euro’s en mensenlevens. De hedendaagse stand van zaken houdt ons zo in de weer dat we niet meer bezig zijn met de toekomst.

Hoe ik kijk naar de toekomst van voedsel? Dat kan ik niet makkelijk schetsen. Voor De Groene Amsterdammer schreef ik kortgeleden een artikel over graan afkomstig uit Oekraïne. In Sub-Sahara Afrika zijn veel landen netto-importeur van granen. Tegelijkertijd groeit de bevolking. Die combinatie is onhoudbaar. We moeten ons zorgen gaan maken over die gebieden. Het graan raakt op waardoor honger ontstaat. Als je netto-importeur bent van granen, zul je iets aan je huishouding moeten doen. Afrikaanse boeren hebben kunstmest, trekkers en irrigatiesystemen nodig om graan te kunnen verbouwen en de nood te verlichten. Als dat niet gebeurt, zal de Sub-Sahara altijd afhankelijk zijn van landen als Oekraïne. Dit weten agronomen over de hele wereld, maar er wordt geen actie ondernomen. En dan is er klimaatverandering. Daar maak ik me ook zorgen over.

We kunnen dit oplossen. Makkelijk zelfs. De wereldbevolking gaat pieken met 10 miljard monden en die kunnen we gewoon voeden. Maar we moeten concessies doen aan ons huidige consumptiepatroon. Zie dat maar eens voor elkaar te krijgen. Kennis, creativiteit en wilskracht ontbreken. Bij ons als consument maar ook bij wereldleiders. Men durft zich niet te branden aan voedsel. Maar het huidige voedselbeleid ligt wel ten grondslag aan vele maatschappelijke problemen.”

Janno Lanjouw (c) Masha Osipova

 

Kleine dingen

„Aan de hand van mijn journalistieke verhalen probeer ik begrip te creëren voor de complexiteit en immense omvang van onze voedselsystemen. Het is een zwaarbeladen onderwerp. Ik heb wel eens van die momenten dat ik het allemaal achter me wil laten. Dat ik verlang naar het schrijven over iets kleinmenselijks. Mijn zwager, goede vriend en collega-journalist Lex Boon ging laatst naar Lapland om de kerstman te interviewen. Daar ligt schijnbaar zijn officiële geboorteplaats. Dat lijkt me ook wel eens leuk. Schrijven over kleine mensen die kleine dingen doen. Uit dat soort verhalen spreekt iets moois. En ik vind het leuk om te lezen. Dus dat verlangen is er wel.”

Bij de vraag naar Lanjouw’s lievelingseten begint hij te glimlachen. „Dat is eigenlijk te veel om op te noemen. Maar eens in de zoveel tijd haal ik een broodje pom, van Tjin’s in Amsterdam. Dat is een comfort klassieker. Zuur, zoet, zout en vet. Ook vegetarisch lekker. Misschien ga ik er zo wel eentje halen.”