Reisjournalist Barbera Bosma: ‘Ik wil de aarde zien vanaf de maan’
interview, gepubliceerd op 31 Jan 2022, door Johanna Mvumbi

Reiziger, schrijver en storyteller – managing editor van National Geographic Traveler – Barbera Bosma (46) is op een missie naar verbinding, verhalen en de maan (letterlijk). Barbera is altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen. Ze wil het eerste dagblad zijn dat naar de maan gaat. “Ik kan moeilijk een reisblad maken vanuit mijn keukentafel.”

Een vrouw die haar passie voor mensen, reizen en storytelling wist te combineren om reistijdschriften te maken en haar droom te vervullen. Managing editor van National Geographic Traveler, Barbera Bosma heeft een kennelijke wanderlust voor de wereld en een onverzadigbare dorst voor ontdekking. Wanneer ze niet druk bezig is met het maken van de laatste editie van National Geographic Traveler, komt ze graag tot rust met een weekje avontuur in de bergen van Zwitserland of zoekt ze vrienden op in Mexico, Chile of Spanje. “De twee laatste weken voor de deadline is het gewoon heel erg druk, maar ik vind het ook wel lekker. Je gaat wel naar een piek toe en daarna eventjes weer een dal.” Haar werk met National Geographic Traveler en Escapes getuigt van haar liefde en toewijding aan haar vak.

“Het blijft mensenwerk, dus helemaal foutloos dat kan bijna niet.”

Hoe voelt het wanneer je na zoveel maanden werk eindelijk het tijdschrift in je handen kan houden?

“Ik vind het altijd heel spannend. Meestal durf ik de eerste dag niet te kijken omdat ik zo bang ben dat ik nog een foutje zie.”

Heb je een voorbeeld van zo’n fout die je pas later opmerkte? 

“Ja, bij de vorige editie. Voor het nummer naar de drukker gaat, krijg ik een link van alle pagina’s die ik één voor één moet goedkeuren. Toen zag ik in de kop van een interview dat er een spatie te weinig stond. Zo’n pagina zie ik, zonder te overdrijven, minstens 25 keer vooraleer die naar de drukker wordt verstuurd. Ik had die fout dus niet eerder gezien en mijn eindredacteur ook niet. Wanneer zoiets gebeurt moet ik die pagina dan afkeuren, wijzigen en opnieuw uploaden om naar de drukker te sturen. Dit is ook het mooie ervan, het blijft mensenwerk. Helemaal foutloos kan het bijna niet. Ook wanneer verhalen foute informatie bevatten, krijg ik mailtjes of brieven van lezers die mij daarop wijzen.“

“We hebben mensen gemist, ontmoetingen gemist en die zijn zo belangrijk voor reizen, dat kan de reis helemaal veranderen.”

Welk verhaal in de laatste editie (nummer 4/2021) ben je het meest trots op?         

“De fotoserie over ontmoetingen met mensen op reis. Het stond al heel lang in de planning dat dit nummer zou gaan over cultuur, mensen, smaken en kleuren, en kunst. Toen ik het nummer aan het maken was dacht ik: het moet echt over mensen gaan. We hebben ook mensen en ontmoetingen gemist en die zijn zo belangrijk voor reizen. Dat kan de reis helemaal veranderen. Daarom heb ik bekende fotografen gevraagd naar hun favorieten ontmoetingen. Ik was daar ook erg streng over: het moest iemand zijn van wie ze de naam kenden en met wie ze echt een connectie hadden gemaakt. Niet in het voorbijgaan, geen aapjes kijken, zeg maar. Die serie is geografisch divers en achter alle foto’s schuilen bijzondere ontmoetingen en gesprekken. Daarom ben ik er zo trots op, want het is echt geslaagd. Zo moet het, vind ik!”

Hoe belandt een verhaal in het nummer?

“Ik werk veel met vaste freelancers die ik opdrachten geef, maar ook nieuwe freelancers die mij voorstellen insturen. Voor mij gaat het om verhalen, niet per se onderwerpen. Een bestemming dat zegt mij niets. Als je een verhaal pitcht over bijvoorbeeld Dagestan, daar is eigenlijk nog niets over geschreven in een toeristische context. Maar als je bijvoorbeeld over IJsland wil schrijven moet je echt een heel originele insteek hebben, omdat iedereen eens iets wil schrijven over IJsland en er is ook al heel veel over geschreven. Dus het gaat me echt om het verhaal en daar push ik heel erg op bij de freelancejournalisten en fotografen met wie ik werk. Het verhaal moet uiteraard relevant en actueel zijn. Daarnaast moet het verhaal ook nog precies als een puzzelstukje in de puzzel vallen van zo’n nummer; dat het precies is wat het nummer nodig heeft en dat het net iets anders is dan de andere verhalen.”

Heb je als journalist daarop veel invloed? 

“Ik ben altijd op zoek naar nieuwe verhalen, originele insteken – verhalen die de moeite waard zijn te vertellen, die laten zien hoe prachtig en interessant onze wereld is. Die verhalen wil ik op hun best in het blad publiceren. Ik stel het nummer samen en zorg ervoor dat alles mooi bij elkaar past en met elkaar aansluit. Ik ben ook eindredacteur: wanneer ik niet tevreden ben, geef ik de schrijver feedback en de kans het verhaal aan te passen. Het kan gebeuren dat ik het verhaal ook zelf bewerk, natuurlijk wel in samenspraak.”

“Het gaat om verhalen, niet per se over onderwerpen. Een bestemming dat zegt mij niets.”

Barbera Bosma (46) – Texel

Buiten je werk reis je ook in jouw vrije tijd, houd je die twee strikt gescheiden?

“Nee, het kan allemaal. Ik denk dat ik dit blad alleen kan maken omdat ik zelf ook reis. Ik zei dit ook tegen mijn uitgever: ik kan toch moeilijk een reisblad maken vanaf mijn keukentafel. Ik wil zoveel mogelijk meemaken en zien, dat helpt mij ook in mijn vak. Maar, soms is het ook echt vakantie. Bijvoorbeeld, ik heb een plek in Griekenland, waar ik heel graag naar terugkeer. Daar schrijf ik niet over want ik wil die plek geheimhouden. Vakantie vind ik echt: naar de zon gaan en lui zijn. Maar reizen is echt verkennen. Dat doe ik overigens ook heel graag in mijn vrije tijd, want daardoor krijg ik altijd inspiratie voor verhalen. Het loopt vaak door elkaar hoor, want ik vind mijn werk heel erg leuk. Ik denk dat Traveler nu zo Traveler is, omdat ik daar zit. Andersom denk ik dat Traveler mij ook sterk beïnvloed heeft, al was het omdat zo’n naam deuren opent.”

Hoe kwam je eigenlijk bij National Geographic Traveler terecht?

“Het grappige is dat elke keer wanneer ik denk dat het tijd wordt om iets anders te gaan doen, er vanzelf iets op mijn pad komt. Ik zat al tien jaar bij ELLE en was op een punt gekomen dat ik toe was aan iets nieuws. Ik hoopte ergens voor gevraagd te worden en toen mijn uitgeverij een andere uitgeverij kocht en de bladen daarvan, kwam deze kans op mijn pad: ik kreeg een telefoontje of ik managing editor van Traveler wilde worden. Nou en of! Wat is er mooier dan verhalen vertellen over de wereld: laten zien hoe mooi en divers de wereld is, en hoe je daar als reiziger aan bij kan dragen. Zelfs als je het vliegtuig pakt naar de andere kant van de wereld. Het is zo’n voorrecht om dat te mogen doen. Dat kreeg ik met National Geographic.”

Ben je anders gaan reizen sinds je voor Traveler werkt?

“Ja, ik ging veel meer reizen. Dat confronteert je met het feit dat we in West-Europa eigenlijk zo verwend zijn. Om een voorbeeld te geven: op zoveel plekken in de wereld hebben mensen niet veel keuze over wat er te eten valt. Als vegetariër voelde het dan zo arrogant om te zeggen dat ik geen vlees wilde eten. Ik heb het moeilijk gehad hoor, met zo’n grote pan rijst met grote brokken schapenvlees waar ik omheen probeerde te eten. Ik heb besloten dat het socialer is om de maaltijd te accepteren die je voorgezet krijgt. Daar geef je ook iets mee terug. Je beseft ook: dit is wat het is, dit is het eten voor vandaag. Er wordt daar op zo’n’ kleine schaal geleefd. Bijvoorbeeld, het schaap dat in de stoofpot zit, hebben ze gisteren van het land gehaald. Dat beest is volgroeid en heeft daar 6 jaren rondgelopen. Mensen gaan daar op een heel andere manier om met eten, en daarom maak ik de keuze om op reis die principes wat te laten gaan.”

Wil je altijd al bladenmaker worden?

“Vroeger wilde ik astronaut of archeoloog worden. Later werd één van mijn dromen om zelf een tijdschrift te bedenken. In het eerste jaar bij NatGeo heb ik het luxere blad National Geographic Escapes bedacht. In het verleden was er een luxe reizen uitgave van Traveler dat volgens mij helemaal niet paste bij National Geographic. Dus ik dacht: het zou interessant zijn om een tijdschrift te maken dat de authority heeft van Geographic, maar met de uitstraling van een glossy dagblad. Ik durf wel te zeggen dat National Geographic met Escapes voor het eerst iets sexy heeft uitgegeven. Het blad heeft een gouden logo en in de laatste editie staat er zelfs een naaktfoto (als onderdeel van een fotografieportfolio), wat natuurlijk best ongebruikelijk is bij National Geographic.”

Wat mogen we nog van je verwachten?

“Ik wil het eerste reistijdschrift zijn dat naar de maan gaat. Ik ben al in gesprek met het Reisbureau Space Adventures in de VS, die verkopen reizen aan ruimtetoeristen, zoals miljardairs. Ik wil dus zelf naar de maan reizen of wie weet met Elon Musk of Richard Branson en daar een verhaal over schrijven; ik wil de aarde vanaf de maan zien.”