Politiek commentator Martin Sommer: ‘Ik heb helemaal niet zulke uitgesproken standpunten’
interview, gepubliceerd op 23 Feb 2018, door Thomas Borst

Met een scherpe en eigenzinnige pen duidt hij elke zaterdag de actualiteit in de Volkskrant. Politiek commentator Martin Sommer (62) over kluitjesvoetbal in de parlementaire journalistiek, de bestrijding van nepnieuws en zijn rol in het publieke debat. ‘Ik hou er niet van om de hele dag meninkjes de wereld in te gooien.’

Nog voor de opnameapparatuur aanstaat, is de naam ‘Halbe’ al drie keer gevallen. Minister Halbe Zijlstra van Buitenlandse Zaken prijkt voor de tweede dag op rij op de voorpagina van de Volkskrant vanwege een gelogen verhaal over een bezoek aan de datsja van de Russische president Vladimir Poetin. Het eerste kopstuk van het nog prille kabinet Rutte lll wankelt – en valt later op de dag definitief om. Precies zoals Martin Sommer, politiek commentator van de krant, op de dinsdagochtend van het interview voorspelt. ‘Internationaal is de blamage enorm. Hij heeft zich zo in de nesten gewerkt.’

Sommer betreurt het vertrek van de minister. ‘Ik kon het goed met Halbe vinden en vond hem een prima politicus. Een keer per jaar sprak ik hem uitgebreid met een glas wijn. Het aftreden wordt een verlies voor de Haagse politiek.’ Dat Zijlstra de enige politicus is die Sommer consequent bij zijn voornaam blijft noemen gedurende het interview illustreert de nauwe verbondenheid.

De overgang van Halbe Zijlstra’s blufleugen over Rusland naar de aanpak van nepnieuws laat niet lang op zich wachten. Een onderwerp dat de onvervalste criticus in Martin Sommer naar boven haalt. ‘Ik zag gister in het Journaal hoe de Europese Unie nepnieuws detecteert. Eén meneer zat in een zielig flatje, kijkend naar een schermpje, al het Russische nieuws te turven – en die bepaalt of het nepnieuws bij de server van de EU terechtkomt. Dat zag er zo knullig en amateuristisch uit.’

De EU toetst het waarheidsgehalte van nieuwsberichten uit internationale media. Een aantal Nederlandse journalisten is daarbij op de vingers getikt, vanwege het ‘verspreiden van desinformatie’. De Europese aanpak wekt duidelijk irritatie op bij Sommer. ‘Ik ben tegen de anti-nepnieuwscampagne van de EU.’ Hij buigt iets naar voren, trekt een wenkbrauw op en verheft zijn stem. ‘Dat leidt onvermijdelijk tot censuur. Ik vind het heel slecht, heel gevaarlijk en ook heel naïef.’

Hoe de strijd tegen nepnieuws dan wel gevoerd moet worden? ‘Mijn suggestie is dat mensen zich bekend moeten maken. Niet aan jou en mij, maar aan de vervoerder, Facebook en Twitter dus. Op het moment dat jij de wet overtreedt, dan weet je dat je te achterhalen bent.’

‘Ik probeer altijd iets toe te voegen aan de actualiteit’

Stemming peilen
Zelf is Sommer niet erg bedreven met sociale media, hij typeert zichzelf als ‘passieve twitteraar’ en gebruikt het platform vooral als thermometer voor het publieke sentiment. Op zijn dagelijkse treinreis tussen Haarlem en Den Haag scrollt hij door zijn tijdlijn, zonder de behoefte te voelen om daar zelf iets aan toe te voegen.  ‘Ik volg het wel omdat het erbij hoort, maar ik hou er niet van om de hele dag meninkjes de wereld in te gooien.’ Breed glimlachend strijkt hij met z’n hand door het haar. ‘Ik heb mijn handen al vol aan dat stuk op zaterdag.’

Sommer is dinsdagochtend vroeg de enige aanwezige Volkskrant-medewerker in het statige pand aan het Tournooiveld in Den Haag. De parlementaire redactie van het dagblad bevindt zich in het hart van de Nederlandse politiek, gelegen tussen het Binnenhof en het ministerie van Financiën. De geringe bezetting noodzaakte de commentator om voor het interview een telefoontje van een boze lezer te moeten beantwoorden, waardoor het vraaggesprek enige vertraging oploopt. Als verslaggever Frank Hendrickx even later binnenkomt, stelt Sommer voor het interview voort te zetten in een andere ruimte. De verhuizing geeft hem de gelegenheid twee nieuwe espresso’s te serveren en na te denken over de vraag hoe hij wekelijks tot zijn onderwerpkeuze komt.

Roerend in een halfgevulde kartonnen beker, reconstrueert hij het keuzeproces. ‘Ik verwijt de Haagse politiek en de politieke journalistiek vaak kluitjesvoetbal: iedereen doet hetzelfde. Dus ik begin iedere week met de vraag wat iedereen gaat doen. Dan gaan we dat eens even níét doen. Verder moet het onderwerp binnen mijn eigen belangstellingssfeer liggen. Ik probeer altijd iets toe te voegen aan de actualiteit, iets dat anderen nog niet hebben opgemerkt. En ik wil ook voor elk stuk een aantal verstandige mensen te spreken.’ Vaak benadert Sommer hen telefonisch, maar hij spreekt een aantal ook regelmatig in het Haagse Binnenhof.

Twijfelachtige bijnaam
Iedere week deelt Sommer zijn pennenvruchten in de zaterdagse editie van de Volkskrant. Hij behandelt daarin een omvangrijk scala aan onderwerpen. Van het verhitte racismedebat, tot marktwerking in het onderwijs tot de hervorming van de eurozone. Niet zelden durft hij daarin stelling te nemen. Het leverde Sommer de bijnaam ‘rechtsbuiten van de Volkskrant’ op, vanwege de – in de ogen van collega-journalisten – vaak conservatieve signatuur van zijn stukken.

‘Ik ben helemaal niet zo rechts. Een journalist of columnist moet nieuwsgierig zijn en doorvragen. Als je daarmee vaststaande ideeën ter discussie stelt, dan ben je kennelijk de rechtsbuiten. Het zegt meer over diegenen die mij zo noemen dan over mij’, riposteert Sommer. ‘Het klinkt misschien gek, maar ik vind dat ik helemaal niet zulke uitgesproken standpunten heb. Ik probeer te analyseren: wat gebeurt er en wat volgt daaruit?’

‘Als je vaststaande ideeën ter discussie stelt, dan ben je kennelijk de rechtsbuiten’

Aan wie hij aankomende zaterdag zijn commentaar wijdt, weet Sommer nog niet. Hij heeft de vrijheid om zijn keuze in de loop van de week te bepalen. De parlementaire agenda bevat deze week veel potentieel vuurwerk, dat na het interview direct zal losbarsten: de Eerste Kamer stemt over de hervormde donorwet en niet veel later vecht Halbe Zijlstra in de Tweede Kamer voor zijn politieke leven. Sommers voorkeur? ‘Dat laatste natuurlijk. Het wordt een spektakel,’ lacht hij. ‘Ik zou dit interview maar snel uitwerken, want voor je het weet is Halbe afgetreden.’