NOS Sport-presentator Henry Schut: “Het is mijn kracht om anderen te laten shinen”
interview, gepubliceerd op 17 Sep 2018, door Siets Roskam

Achteraf gezien lijkt het de perfecte carrièreplanning: van beeldredacteur tot talkshowpresentator tijdens de belangrijkste sportevenementen. Een echt plan was het niet, maar meer een combinatie van geluk en ervaring. “Eigenlijk overkwam het me allemaal een beetje”, zegt Henry Schut (42), sportjournalist en presentator van NOS Studio Sport.

Het is maandagavond, een rustige avond voor de presentator van het NOS Sportjournaal. Er moet een aantal uren gevuld worden tot het sportnieuws in Nieuwsuur. “Normaal zouden we koffie drinken en de administratie doen als er zo weinig gebeurt”, zegt Schut. Nu vertelt hij uitvoerig over zijn werk.

Is sport eigenlijk wel journalistiek?
“Er zijn veel mensen die vinden van niet, maar dat zijn vaak mensen die niet van sport houden. Dat maakt de discussie al heel moeilijk.” Hij zucht. “Ik weet dat sport journalistiek is, want ik voel mezelf journalist. Ik kan honderdduizend dingen aanwijzen die echt journalistiek zijn, maar bij bepaalde items kun je je afvragen: is dit wel journalistiek? Een spelletje  tussen de gebroeders Mulder is niet echt journalistiek, maar het zit wel in een programma dat journalistiek is.” Daarmee verwijst Schut naar de NOS-talkshow tijdens de Olympische Spelen.

“Het is een aparte tak. Het is een vermakelijke vorm van journalistiek. Het heeft zowel hele harde als lichte en simpele vormen in zich. Je kunt inderdaad elke week dezelfde vraag stellen aan voetballers, maar in de politiek en economie heb je toch ook altijd hetzelfde riedeltje? En een human interest-gesprek in een talkshow is ook op dezelfde manier opgebouwd. Het is eigenlijk geen discussie, want je kunt hem niet voeren als de een meer van de materie houdt dan de ander.”

Droomde je in jouw jeugd al over deze baan?
“Nee, eigenlijk niet. Het is wel een droombaan, maar het was niet mijn droom. Ik wilde radio-dj worden toen ik vijftien was. Daarom ben ik naar de School voor Journalistiek gegaan.”

Wanneer kwam de sportjournalistiek in beeld?
“Op het moment dat ik bijna ging stagelopen, kreeg ik het besef dat ik dat bij een groot bedrijf kon doen. Toen realiseerde ik me dat ik niet alleen van muziek houd, maar minstens evenveel van sport.”

Eigenlijk was ik te laat met solliciteren, maar ik mocht toch nog meedoen.

Op school was Schut de eerste jongen in de klas met genoeg punten om stage te lopen. “Toen was het vrij makkelijk om bij Studio Sport te komen, omdat onze school hier op dat moment een stageplek had. Volgens mij was ik zelfs de enige kandidaat. Ik had ontzettende mazzel. Daarna heb ik hier laten zien wat ik kon en dat was genoeg om een paar maanden later gebeld te worden of ik op de beeldredactie wilde komen werken.” Daarna is hij nooit meer weggegaan en ging hij steeds meer doen.

“Op een bepaald moment dacht ik: ik doe bij de lokale omroep al van alles en volgens mij heb ik wel een goede stem, dus wil ik weleens kijken of ik ook wat kan inspreken. Zo is het stap voor stap gegroeid.”

Binnen de NOS werd een aantal talentvolle mensen ‘met een toekomst’ geselecteerd. Schut was er daar een van. “Mijn begeleider en ik besloten de route richting presentator uit te stippelen, maar dat was meer omdat we een route nodig hadden dan dat ik het heel erg wilde worden.”

In 2005 vertrokken presentatoren Jan Joost van Gangelen en Humberto Tan naar Talpa. Hun opvolgers werden binnen de NOS gezocht. “Eigenlijk was ik te laat met solliciteren, maar ik mocht toch nog meedoen.” Uiteindelijk werd Schut een van de twee nieuwe presentatoren. De ander was Jeroen Stomphorst.

Zie je jezelf meer als journalist of presentator?
“Ik zie mezelf het meest als programmamaker. Daar zit presenteren bij, maar ook een journalistieke kant. Het allerleukste vind ik het om zoveel mogelijk aan de programma’s te werken die wij maken.”

“Ik denk dat ik me van de presentatoren die hier werken het meest tegen alles aan bemoei. Soms tot vervelends toe. Er zijn er ook die meer doen wat anderen hebben bedacht. Ik verander ook altijd de teksten die redacteuren aanleveren.”

Waarom ben jij daar zo intensief mee bezig?
“Omdat ik bijna alle facetten van zo’n uitzending en van het journalistieke werk heel leuk vind. Ik kan me ook heel goed voorstellen dat ik eindredacteur zou zijn geworden en dat dan nog dertig jaar zou doen.”

Foto: Siets Roskam

“Ik kan me ook goed verplaatsen in een beeldredacteur, omdat ik dat zelf ook ben geweest. Zo kan ik bij het schrijven van een tekst ook beter een beeld erbij bedenken, omdat je weet hoe je dat zelf vroeger altijd monteerde. Als beeldredacteur/voice-over maakte ik jarenlang zelf itempjes, bedacht ik alle teksten. Even een korte, scherpe tekst schrijven, heb ik in die jaren geleerd.”

Iets briljants

Sinds 2014 is Henry Schut de presentator van de olympische talkshows tijdens de Winter- en Zomerspelen. Hij is zeer betrokken bij het hele proces. “Dat varieert van het bedenken van een format en items tot het werken aan de uitvoering. Als presentator ben ik dan ook het eindstation. Het complete plaatje vind ik het allerleukst.”

Wat probeer je uit een sporter te halen in een talkshow?
“Iets extra’s, een nieuwe laag. Iemand zijn echte verhaal. Wat ik heel erg wil zijn is het luisterend oor en ik wil ze het juiste gevoel meegeven dat ze willen vertellen wat ze nog te zeggen hebben over die dag.”

Hoe krijg je die sporters na een drukke dag, met al veel media direct na afloop, nog aan het praten?
“Soms is dat heel makkelijk. Als je dan net de juiste sfeer voor ze bent en de goede vragen stelt, die ook heel simpel kunnen zijn, kun je best wel loskrijgen wat je eigenlijk nog wilt horen van mensen.”

“Wat je wel probeert, is altijd nog even te bedenken wat je nog niet heb gehoord van deze persoon en te kijken of je iets wat je al wist over iemand, of iemands verleden, nog kan gebruiken.”

Wat was de beste uitzending van de afgelopen Winterspelen, begin dit jaar, in Zuid-Korea?
“Dat was op de dag dat Kjeld Nuis zijn tweede gouden medaille had gewonnen. Toen was zijn vriendin erbij. Ik had wel het idee dat daar nog een verhaal zat. Ook vond ik anderhalf uur voor de uitzending op YouTube een filmpje uit het verleden van hem als skater. Dat hij dat was geweest, wist bijna niemand. Die elementen voegden sowieso iets briljants toe.”

“Nuis was het ideale voorbeeld van iemand die zijn verhaal nog één keer wilde vertellen. Het was de afsluiting van een jarenlange periode waarin hij veel moeite had om grote wedstrijden te winnen en faalde onder grote druk. Dat verhaal, ook over hoe hij thuis was, begon zijn vriendin ineens te vertellen. Dan krijg je zo’n mooi persoonlijk, toevoegend verhaal dat langs de baan niet kan. Dat was een ideale uitkomst. Hij moest ook nog huilen, wat goed was voor het programma. Hoewel je daar niet op uit bent, is het wel heel mooi als dat op een integere manier gebeurt.”

Veelzijdige werkweek

Sinds 2013 presenteer je ook de belangrijkste, zondagse uitzending van Langs de Lijn op Radio 1. Hoe groot is het verschil met tv-uitzendingen?
“Vergeleken met radio is televisie echt een harnas, waarbij je aan veel meer regels gebonden bent. Het moet allemaal veel sneller. Het is veel ingewikkelder om bij televisie iets te regelen. Op de radio kun je iemand gewoon bellen of met Hugo (Borst, red.) de hele eredivisie bespreken en dan duurt dat maar tien minuten. Dat is een wereld van verschil.”

Ik kan alleen maar zeggen dat het supermooi is.

Zou je een keuze kunnen maken tussen radio en televisie?
“Als het moet wel.” Na enig aandringen durft hij zich uit te spreken: “Ik vind radio dan toch leuker.”

Waarom?
“Ik denk omdat alle poespas daar niet in zit. Je kunt er ook alles mee verkrijgen. Als er iets gebeurt, kun je direct iemand in de uitzending halen om een gesprek te voeren. Dat kan op televisie bijna nooit. Je kunt alles wat je wilt vrij snel verwezenlijken.”

Heb je nu het complete pakket?
“Daar moet ik inderdaad vaak aan denken als je soms tegen jezelf moet zeggen waarom je werk ook alweer zo leuk is. Het is ook ontzettend veelzijdig. Hoeveel mensen kunnen zeggen dat ze zo’n veelzijdige werkweek hebben? Van korte Sportjournaals van negen minuten tot het sportnieuws in Nieuwsuur en van een mini-talkshow als Eredivisie op Vrijdag tot de voetbalsamenvattingen op zaterdag en Langs de Lijn op Radio 1 op zondagmiddag. Dat is de belangrijkste sportuitzending op de radio die er bestaat. En dan zijn er ook nog zomers met talkshows. Ik kan alleen maar zeggen dat het supermooi is.”

Heb je ook een idee waarom ze voor die posities steeds bij jou uitkomen?
“Nee.” Hij moet lachen. “Dat is ook iets wat een beetje groeit. Het voetbalprogramma komt bijvoorbeeld voort uit het WK Journaal in 2010, een vooravondprogramma. Dat was zo geslaagd, mede dankzij de finaleplaats van het Nederlandse elftal. Het was het ideale scenario.”

“In 2012 (tijdens de Olympische Zomerspelen, red.) deed ik ook het voorprogramma. Mart (Smeets, red.) presenteerde toen zijn laatste avondshow. Ik mocht een week naar Londen om het programma rondom het zwemmen te presenteren. Dat was gewoon een hele goede week. Daar klopte weer veel. Dan schuif je automatisch door. Ik had ook nog de mazzel van een afzwaaiende generatie”, zegt hij doelend op Mart Smeets en Jack van Gelder.

“Het had ook een andere kanten op kunnen vallen. Bij de Winterspelen is letterlijk aan Dione (de Graaff, red.) en mij gevraagd: ‘Wil je liever het schaatsen of de avondshow doen?’ Dat maakte ons beiden niks uit.” Daarna werd Henry Schut gekozen voor het late-avondprogramma en ging De Graaff het schaatsprogramma presenteren.

Mart Smeets-show

Met al die grote programma’s ben je een bekende Nederlander geworden. Vind je dat vervelend?
“In het begin vond ik dat echt heel moeilijk. Zelfs toen ik nog helemaal niet herkend werd, omdat je verwacht dat mensen erop gaan reageren.”

Wat doen de de negatieve meningen van televisierecensenten met jou?
“Ook daar moet je heel erg aan wennen. De eerste keer schrik je en denk je: o ja, dat kan ook. Je moet er heel erg voor oppassen dat je dat niet heel persoonlijk aantrekt. En ook dat went eigenlijk wel.”

Foto: Siets Roskam

“Ik vind het wel moeilijk om te accepteren dat het hun beroep is om andere mensen op te hemelen of juist neer te sabelen. Wie ben jij nou om dit te zeggen?, denk ik dan. Nog meer als ik het lees over anderen dan over mijzelf.”

Hoe zou je jouw manier van presenteren omschrijven?
“Ik heb er bewust voor gekozen, omdat ik denk dat dat mijn sterkste kracht is, om de anderen in de uitzending te laten shinen. Daarom kiezen we er vaak ook heel bewust een sidekick bij, waarmee we als duo een soort compleet pakket zijn. Mijn rol is dus een compleet andere rol.”

“Als ik vergeleken word met Mart Smeets, denk ik: dan heb je het niet begrepen. Dan verwacht je blijkbaar dat ik hetzelfde ben. Dat moet je volgens mij al helemaal niet willen. Iedereen is op zijn eigen manier presentator en maakt op zijn eigen manier programma’s.”

“Mart is iemand die presentator en sidekick tegelijk was. Daar kon je niet omheen. Er waren uitzendingen dat zijn gasten aan tafel figuranten waren in de Mart Smeets-show. Ik ben een heel ander type programmamaker. De programma’s die ik maak passen heel goed bij me, omdat ik ze zelf met de redactie heb uitgedacht. Daar zoek je de juiste mensen bij. We denken er heel goed over na, zodat het in zijn totaliteit klopt. Natuurlijk wordt er ook gelachen, maar wordt er ook een goed gesprek gevoerd en is het soms heel serieus.”

Wat voor soort programma’s zou je in de toekomst nog willen presenteren?
“Heb je een uurtje? Ik heb wel tachtig ideeën! Het lijkt me bijvoorbeeld geweldig om op vrijdag een algeheel voorbeschouwingsprogramma op het hele sportweekend te maken en zo’n programma ook op maandag te maken. Dat lijkt me fantastisch, twee praatprogramma’s over sport. Eentje voor en eentje na het weekend. Over voetbal bestaan al genoeg programma’s.”

“Ook een Zomergasten met sporters zou ik leuk vinden. Dat kan ik wel roepen, maar ik weet niet of er iemand is die zegt: ‘Hier heb je drie uur uitzendtijd, een aantal weken achter elkaar.’”

Zou je ooit nog eens iets anders willen doen dan NOS Studio Sport?
“Ik voel mezelf hier zo op mijn plek, omdat het pakket zo breed is. Er moet dan wel heel veel sport verdwijnen bij de NOS om het ergens anders aantrekkelijk te maken. Maar stel je voor dat er morgen iemand komt die zegt: ‘Wij willen jou bij die zender en verachtvoudigen jouw salaris.’ Dan weet ik ook niet wat ik zal zeggen, hoor”, zegt hij lachend.

Henry Schut moet weer aan het werk. Twee collega’s hebben hem al gevraagd om wat voor ze te doen. Na anderhalf uur in de gastenruimte te hebben gezeten, moeten er nog teksten worden ingesproken. Bovendien wacht er straks nog een uitzending van Nieuwsuur.