‘In de Formule 1 ben je veel minder met de mensen zelf bezig’
interview, gepubliceerd op 14 Oct 2020, door Laurens Stade

Sjaak Willems is als online redacteur actief bij Formule1.nl, waar hij schrijft over de sport waar hij van jongs af aan al fan van is. De Formule 1 is in Nederland de afgelopen jaren in populariteit gestegen, maar deze sport is zeker niet toegankelijk te noemen: “De Formule 1 is een keiharde business, het laatste waar ze op zitten te wachten is schrijvende pers.”

Net als in de Formule 1 moet het interview op afstand gehouden worden, via Skype. Met een overhoop gegooide kalender is het een drukke periode op de redactie van FORMULE 1, waar niet alleen op de website hard gewerkt wordt maar ook aan het magazine. Toch heeft Willems een plekje in de agenda gevonden om te praten over zijn werk als Formule 1-journalist, het ‘Verstappen-effect’ en de voor- en nadelen van Formule 1-journalistiek.

Hoe ben je bij FORMULE 1 terechtgekomen?

“Via een vacature. Ik ben met journalistiek begonnen omdat ik de sportjournalistiek in wilde. Ik heb als student al wat online werk gedaan voor sportpagina’s. Ik weet niet of je ‘Dag’ nog kent, de gratis krant uit een grijs verleden die failliet is gegaan? Daar schreef ik tijdens mijn studie een dagelijks sportstukje voor.”

Voor welke sport(en)?

“Alles. Ik heb bij Infostrada gewerkt, dat is de voorloper van Gracenote. Zij doen vooral sportstatistieken. Daarna heb ik bij NOS Studio Sport op de online redactie gewerkt in 2012. Toen mocht ik ook al een beetje Formule 1 doen en dat vond ik ook al leuk. Daartussenin heb ik lang bij AT5 en RTL Nieuws gewerkt, maar dat was vooral algemene journalistiek.

Toen zag ik op een gegeven moment een vacature bij FORMULE 1 staan. Ik ben altijd online georiënteerd geweest en in de vacature stond dat ze zich online meer wilden ontplooien en je mocht veel met de Formule 1 doen. Ik was toch altijd al racefan van jongs af aan. Dat was voor mij dus de perfecte vacature. Het is een sport die ik interessant vind en het is een sport die me nog steeds verbaast, bij voetbal heb ik dat toch wel minder. De Formule 1 verwondert me nog steeds. Dat in combinatie met het bedenken voor dingen online vond ik echt superleuk. Toen kreeg ik het baantje, dat had ik eigenlijk helemaal niet verwacht.”

“Het is een ver-van-mijn-bed-show, als je daar dan tussen loopt – waar je overigens heel snel aan went, het is nu niet zo speciaal meer want het is mijn werk – is het wel echt heel leuk.”

Waarom verwondert de Formule 1 je?

“Ik vond de coureurs vroeger altijd echt helden. Hoe meer je met ze werkt, hoe minder hoor. Maar ik zag ze als gladiatoren. Natuurlijk was het vroeger romantischer en gevaarlijker, nu is het allemaal gelikt en afgetimmerd. Het zijn allemaal best aparte types, maar het zijn over het algemeen best slimme gasten. Dat heb je niet altijd bij sport.

Je moet als coureur natuurlijk ontzettend veel verwerken en vertalen naar engineers en dat is ook weer zoiets. De relatie tussen de coureur en zijn engineer vind ik interessant. De coureur is gewoon een sportman, die wil zo hard mogelijk gaan en van iedereen winnen, terwijl de engineer een superbèta-figuur is. Op de een of andere manier werkt dat toch altijd wel.

Het is ook een ver-van-mijn-bed-show, als je daar dan tussen loopt – waar je overigens heel snel aan went, het is nu niet zo speciaal meer want het is mijn werk – is het wel echt heel leuk. Dat is allemaal heel interessant en je ziet de helden van weleer. Het is gewoon een interessante wereld die blijft trekken, ook op jouw generatie.”

Foto: Laurens Stade

Was het dan altijd al je doel om iets met de Formule 1 te doen?

“Nee. Ik dacht dat ik geen sport meer zou doen. Ik vond sport altijd ontspannend en leuk, maar ik wilde met andere dingen werken. Toen ik die vacature zag kon ik twee dingen combineren die ik leuk vond, dat was wel een trigger voor mij om toch weer die kant op te gaan. Het was nooit echt een heilig doel voor mij in de Formule 1 terecht te komen.”

Je zei dat het eigenlijk al normaal voelt om in de paddock rond te lopen en dat het snel went. Hoe komt dat?

“Er zit een wereld achter die glamour natuurlijk en dat is gewoon keiharde business. Het laatste waar ze eigenlijk op zitten te wachten is schrijvende pers.”

Wat vind je leuker om te doen: de actualiteit of de achtergronden in het magazine?

“Het lijkt mij natuurlijk leuk om een keer zo’n interview te hebben met een coureur waar nieuws uit komt. Daar ben je toch uiteindelijk journalist voor. Je wil iets vertellen wat de lezer nog niet weet. Dat is dus leuk, maar het is ook leuk om de diepte in te gaan waarbij je, buiten de coureur of teambaas om, ook iets kan leren over de sport en dat door kan geven aan de lezer. Dat is ook gewoon heel leuk, ik heb niet echt een voorkeur.”

“De klassieke kuchende man in de parkeergarage die informatie doorspeelt, dat is het niet.”

Hoe kijk jij tegen sportjournalistiek aan?

“Sportjournalistiek is meer relatiejournalistiek. Je bent veel meer afhankelijk van je relaties, dat is ook weer niet helemaal waar, maar wel meer. Ik heb in twee jaar gezien hoe het achter de schermen gaat, dat is veel meer relatiebeheer dan dat je de Carl Bernstein gaat uithangen. De klassieke kuchende man in de parkeergarage die informatie doorspeelt, dat is het niet. Het is veel meer de lezer vermaken en meenemen in die wereld en soms een beetje opschrijven wat ze willen lezen.

Het onderhouden van goede contacten is natuurlijk ook een journalistieke eigenschap. Dat moet een politiek journalist ook doen. Het is gewoon een andere vorm. Onderzoeksjournalistiek draait om vasthoudendheid en een neusje hebben voor waar het nieuws zit. Sportjournalistiek is inderdaad meer relatiebeheer, maar uiteindelijk moet je ook gewoon zelf je verhaal bedenken en het product maken.

Een goed stuk schrijven is dan nog steeds zo moeilijk. Het is echt geen gegeven dat iedereen dat maar kan. Ik ben er dan ook achter gekomen dat simpel sportverslag moeilijk is. Het is lastiger dan men denkt. Ik snap dat mensen denken dat het gewoon een paar hobbyisten zijn en dat het allemaal niet zo veel voorstelt, maar ik denk dat het uiteindelijk moeilijker is dan je denkt. Het gaat om relatiebeheer en een goed sportstukje schrijven.”

Foto: Laurens Stade

Wat zijn de voor- en nadelen van Formule 1-journalistiek?

“Een voordeel is het feit dat het een wereld is die me altijd heeft geboeid. Daar bedenk je nu dan invalshoeken en verhalen bij en dat is leuk om te doen. Eenzijdig is misschien meer dat het niet zo toegankelijk is en dat het veel lastiger is omdat je afhankelijk bent van een goede spreker uit Nederland dan dat je Mattia Binotto, de teambaas van Ferrari, zelf kan vragen hoe het gaat. Je bent veel minder met de mensen zelf bezig.”

“Er wordt meer gelezen als Verstappen wint.”

Als we het over de Formule 1 hebben, kunnen we natuurlijk niet om Max Verstappen heen. Merk je veel van van het ‘Verstappen-effect’ en wat vind je ervan dat steeds meer Nederlanders Formule 1 kijken?

“Het is alleen maar leuk dat er zo veel aandacht is voor de sport. Wat ik ervan merk? Als hij er bijvoorbeeld zoals de afgelopen keren snel uit ligt, dan merk je dat aan de cijfers. Er wordt meer gelezen als Verstappen wint. Ons beste weekend dit jaar was het weekend dat hij won. Het openingsweekend is ook altijd druk, want iedereen vraagt zich dan natuurlijk af of hij voor het kampioenschap kan meedoen. Dat merk je ook aan de cijfers.”

Is het landschap van Formule 1-nieuws in Nederland veranderd de afgelopen jaren? Zo ja, op wat voor manier?

“Iedereen probeert er een slaatje uit te slaan. Binnen de regels mag er ontzettend veel, maar het is niet leuk. Ik zeg niet dat wij de allerbeste website of de allerbeste content hebben, maar als wij unieke verhalen hebben dan weten we ook meteen dat ze binnen een half uur op sites staan die het overnemen. Wel met bronvermelding natuurlijk, maar ze profiteren wel van jouw content. Dat vind ik er niet leuk aan. Dat zal alleen maar erger worden. Ik denk dat we wel dicht bij de piek zitten, ik kan me niet voorstellen dat er nog iets van twintig van die sites bij komen.

De sites die er nu nog zijn die dat doen, doen dat binnen de regels en op hun eigen manier heel goed. Ze zijn snel, hebben veel mensen aan het werk die die stukjes overnemen en er schrijven veel studenten die de sport ook heel interessant vinden. Daar is blijkbaar een markt voor. Daar doe je heel weinig aan, behalve dan dat je af en toe aan de bel trekt en zegt dat het echt niet kan wat ze doen. Dan stuur je ze een aangetekende brief of zo, maar verder doe je er weinig tegen zolang het mag. Maar leuk is het niet.”

Foto: Laurens Stade

Denk je dat de Formule 1 nog steeds zo populair zal zijn in Nederland wanneer Verstappen ermee stopt?

“Helemaal naar nul zal het denk ik niet gaan, maar het zal absoluut wel minder zijn. Dan vinden ze misschien wel een tennisser die het heel goed doet en dan hollen we daar met zijn allen achteraan. Het zal een golf zijn, tenzij er weer een nieuwe coureur opstaat. Je hoort dat wel eens, dat er een nieuw talent aankomt.”

Waar zie je jezelf in de toekomst? Een lang verblijf in de Formule 1 of toch weer terug naar journalistiek zoals bij AT5 of RTL Nieuws?

“De Formule 1 was geen droom, dat kwam gewoon langs en daar ben ik opgedoken. Ik weet niet of ik mijn hele leven in de journalistiek ga werken. Dat doe ik al best wel lang. Voor nu zit ik prima, dus je moet nog even wachten.”