“De onzin-ontkrachter”
interview, gepubliceerd op 02 Oct 2017, door Leonie Veenstra

 

Ronald Veldhuizen is wetenschapsjournalist en schrijft onder andere voor de KIJK en de Volkskrant. Zeven jaar geleden schreef hij met Asha ten Broeke het boek Eet mij, over de psychologie van eten, diëten en te veel eten. “Dat ga ik dus nooit meer doen, een boek schrijven.”

Wetenschapsjournalist Ronald Veldhuizen komt vrolijk Brasserie Dudok in Den Haag in lopen. “Iemand die van mijn boek genoten heeft sta ik graag te woord. Zeker omdat het schrijven van het boek veel bloed zweet en tranen heeft gekost.” Samen met schrijver Asha ten Broeke kwam Ronald op het idee om in het onderwerp obesitas en vooral de misvattingen rond het onderwerp te duiken. “Ik dacht altijd dat het simpelweg een kwestie van minder calorieën eten en meer beweging was, als je wilt afvallen. Door het schrijven van het boek ben ik er wel achter gekomen dat het veel ingewikkelder is. Overigens ga ik nooit meer een boek schrijven.”

“Ik vond het onderwerp dik worden ontzettend interessant en nog steeds, maar het maken van een boek is niet leuk. Het was afzien. Je wordt er echt een kluizenaar van en ik heb nog nooit in mijn leven zo slecht geslapen als tijdens het schrijven van Eet mij. Het is eigenlijk heel ongezond om een boek te schrijven. Waarom ik het dan toch deed? Omdat ik het onderwerp heel interessant vind en heel graag dingen uitzoek en mensen informeer.”

Het is typerend voor de wetenschapsjournalist Ronald Veldhuizen: hij wil altijd weten hoe het zit. “Ik noem mijzelf ‘onzin-ontkrachter’ op mijn website en dat is ook precies wat ik ben. Heel vaak komen er ineens onzin theorieën naar boven. Bijvoorbeeld over rode wijn die kanker kan voorkomen. Ik vind niks leuker dan dit uitzoeken en mensen hierover te informeren. Als journalist heb je een functie om mensen een geïnformeerde keuze te laten maken. Je moet ze dan ook die middelen geven, zeker in deze tijden van misinformatie.”

“Soms zoek ik een wetenschappelijke mythe uit voor een column en dan merk ik dat dit veel gedeeld wordt op Twitter of dat ik ineens veel getagd wordt op Facebook. Factchecken leeft enorm. Maar ik besef ook dat niet iedereen mijn stukken leest. Desondanks draagt ook de archiveringsfunctie bij aan het informeren. Als mensen jaren later gaan googelen op een onderwerp, komen ze mijn stukken tegen die uitleggen waarom iets wel of niet klopt. Eigenlijk ben ik altijd al betweterig geweest en vind ik het fantastisch om mijn kennis met anderen te delen.”

Ronald is de journalistiek ingerold. Tijdens zijn studie Mariene Biologie werkte hij aan een onderzoek naar de zwemsnelheid van de Japanse oester. Dat was het moment dat hij  zich realiseerde dat het werk als wetenschapper niets voor hem was. Hij is biologieles gaan geven aan een brugklas. Ook dit bleek niets voor de toenmalige 22-jarige. “De brugklas zuigt elk stukje van je ziel al leeg voordat het lunch is. Ik wist al vrij snel dat ik dit niet de rest van mijn leven wilde doen.” Uiteindelijk is Ronald in de wetenschapsjournalistiek terecht gekomen. “Het begon met een column in een universiteitsblad en via via kwam ik aan steeds meer schrijfklussen. Ik ben niet het type schrijver of journalist die al z’n hele leven droomt van een journalistieke carrière of al jong verhalen schreef.  Maar ik vind het leuk om te doen en ben er redelijk goed in, denk ik. Ik vind het moeilijk om mezelf te promoten en zou nooit mijn werk indienen voor een prijs.”

Nee durven zeggen
“Als ik echt iets moet noemen wat mij onderscheidt van andere wetenschapsjournalisten? Laat ik vooropstellen dat er heel veel, heel goed zijn. En dat ik niet pretendeer beter te zijn dan anderen. Maar los van anderen, wat doe ik goed? Uhm, ik mis nooit een deadline en heb geen moeite met negatieve feedback van een redactie. Maar het belangrijkste is, voor elke journalist trouwens, dat ik heel sceptisch ben. Je moet eigenlijk alle bronnen en onderzoeken sceptisch benaderen en de informatie echt uitzoeken. Zeker in de wetenschapsjournalistiek zijn er veel verborgen belangen. Ik schrijf ook geen gehaaste nieuwsberichten meer, waarbij de snelheid belangrijker is dan de correctheid. Je moet als journalist ‘nee’ durven zeggen als je geen tijd hebt om het echt uit te zoeken. En eerlijk zeggen: ik weet niet of het klopt.”

“Ik zeg tegenwoordig vaak ‘nee’ tegen opdrachten, omdat ik er gewoon echt geen tijd voor heb. Naast schrijven geef ik workshops en trainingen in de wetenschapsjournalistiek. Die worden met een eerlijk uurtarief betaald en zorgen ervoor dat ik op vakantie kan. Je moet het zo zien: mijn journalistieke werk zorgt voor de huur en eten en het doceren zorgt voor de extra’s. Ik vind doceren ontzettend leuk en krijg er echt voldoening van als ik iemand kan helpen. Het schrijven is wat technischer en meer routine geworden, waar het doceren wat socialer is. Maar vooral de combinatie vind ik heel leuk. ”

 

Ronald Veldhuizen