De Mediameiden nemen zichzelf niet te serieus: ‘Op het Boekenbal gillen we wél’
interview, gepubliceerd op 21 Feb 2023, door Luka Schriel

De Mediameiden geven Nederland nu al 40 afleveringen een exclusief kijkje achter de schermen bij Hillywood en daar wonnen ze vorig jaar zelfs een Podcast Award voor. Gelukkig zijn Fanny van de Reijt (37) en Tamar Bot (27), de mediameiden in kwestie, heel gewoon gebleven. “Soms is het ook een beetje wennen, maar in principe voelen we ons nog steeds mediameiden.”

Fanny van de Reijt (rechts) en Tamar Bot (links) in hun opnamestudio.

Hoe zijn jullie in de televisiewereld terechtgekomen?

Fanny: “Ik studeerde Nederlands en ik had ooit toen ik wat jonger was al een kinderprogramma gepresenteerd. Toen ik dat presenteerde dacht ik ‘Dit vind ik wel leuk, maar eigenlijk lijkt het werk achter de schermen mij veel leuker’. Na Nederlands ging ik een master doen in Antwerpen en daar was het niet verplicht om stage te lopen, maar ik dacht wel ‘volgens mij is dat gewoon de enige manier om binnen te komen in de tv-wereld’. Ik wilde graag bij een cultuurprogramma stage lopen en zo ben ik terechtgekomen bij Opium van Cornald Maas. Daar ben ik toen gelijk vier jaar blijven hangen. Daarna heb ik onder andere bij DWDD en M gewerkt. Nu maak ik deel uit van de redactie van Media Inside.”

Tamar: “Ik studeerde kunstgeschiedenis, daar hoefde ik ook geen stage te lopen, maar ik wist nog niet zo goed wat ik wilde gaan doen na mijn studie. Ik keek altijd al heel graag naar de documentaires van Tim den Besten en Nicolaas Veul. Zij maakten bij de VPRO ook een kinderprogramma, de Beestieboys, en daar was een vacature voor een stagiair. Daar heb ik toen op gereageerd. Eigenlijk gewoon omdat ik dacht ‘nou dan kan ik het proberen’. Dat vond ik toen heel leuk! Daarna ben ik via via verder het tv-vak ingerold. Zo heb ik bij M gewerkt, maar ook bij de Vooravond. Nu werk ik samen met Fanny bij Media Inside.”

Decors bouwen en ‘aan’ staan

Hadden jullie een moment waarop jullie dachten ‘ja, dit wil ik’?

Tamar: “Ja, ik had dat best wel snel toen ik stage liep. Ik vond de mensen die er werkten heel leuk en ik dacht ‘Wat gaat het lekker snel’. Die snelheid vond ik vooral heel fijn, zeker na die enorm theoretische studie die ik had gedaan. Dat was een enorm contrast: bij mijn stage bedachten we op één dag iets en de volgende dag voerden we het gelijk uit. Ik vind het ook heel leuk dat je als redacteur zowel inhoudelijk als creatief kan denken. Bij mijn studie was het vooral inhoudelijk, maar op mijn stage mocht ik ook opeens een decor voor allemaal dierenknuffels in elkaar timmeren. Toen voelde ik wel: ‘Ja, dit is iets voor mij.'”

Fanny: “Ik merkte tijdens mijn stage ook al heel snel dat dit vak mij goed lag. Mijn stagebegeleider gaf mij steeds opdrachten, maar ik had die altijd al binnen een kwartier of een half uur af. Hij zei toen verbaasd ‘Oh, normaal doen stagiairs hier een hele dag over.'” Fanny lacht voorzichtig: “Ja, ik kon dat eerlijk gezegd gelijk al best wel goed. Toen voelde ik dat ik hier echt wel op mijn plek zat.”

Als jullie iets mochten veranderen aan de tv-wereld; wat zou dat dan zijn?

Fanny: “Naja, sowieso natuurlijk minder machtsmisbruik.” 

Tamar: “Ja inderdaad. En ook de structuur van de contracten, hoe dat is ingedeeld. Als redacteur krijg je eigenlijk bijna nooit een vast contract, alleen voor het seizoen dat je daar werkt. Soms krijg je wel een jaarcontract, maar langer dan dat eigenlijk niet. Die korte contracten geven gewoon heel weinig zekerheid. Het zou goed zijn als dat zou veranderen.”

Fanny: “Ik zou zelf ook graag veranderen dat je in de media altijd het gevoel hebt dat je continu beschikbaar moet zijn. Dat is wel een beetje dromen, want ik weet dat dat niet te veranderen is. Ik heb het gevoel dat ik bijvoorbeeld altijd het nieuws moet volgen.”

Tamar: “Dat je altijd ‘aan’ moet staan.”

Is dat alleen een gevoel, of wordt dat ook echt van je verwacht?

Fanny: “Bij een talkshow wordt dat ook wel echt van je verwacht. Tsja, bij andere programma’s… Ik denk dat ik na die talkshows gewoon een beetje besmet ben daarmee.”

Tamar: “Ik denk dat als je eenmaal hebt ervaren hoe dat is, dat het dan ook moeilijk is om daar vanaf te komen. Dat je dan gewoon altijd denkt ‘Ik móet altijd reageren’. Bij mij is het echt wegleggen, of in mijn tas doen, van mijn telefoon het enige dat daar dan tegen helpt. Als ik dat niet doe, dan merk ik dat ik bij elk berichtje meteen ga reageren.”

Angstcultuur en spotlights

Je had het net al over machtsmisbruik Fanny. Jij hebt in jullie podcast jouw eigen ervaringen gedeeld met de angstcultuur bij DWDD. Heb je nog getwijfeld om die zo publiekelijk te delen?

Fanny: “Ja zeker. Ik zei nog tegen Tamar ‘We kunnen ook gewoon de kerststop wat naar voren schuiven’.”

Tamar: “Haha ja, 3 weken of 10 weken naar voren.”

Fanny: “We wisten ook nog niet precies wanneer het stuk in de Volkskrant gepubliceerd zou worden. Nee, ik heb zeker getwijfeld om het niet gewoon kort te bespreken en te zeggen dat ik het ingewikkeld vond om er diep op in te gaan, vanwege mijn persoonlijke ervaringen.” 

Tamar: “Dat dachten we eigenlijk heel lang, dat we het zo zouden aanpakken. Toen kwam dat stuk eenmaal en toen was het zó groot en uitgebreid. Het was heel grondig onderzocht en het was duidelijk dat het echt gebeurd was, dus we konden er moeilijk niet diep op ingaan.”

Fanny: “Ik heb er toen nog over nagedacht, maar het voelde heel logisch om er uitgebreid aandacht aan te besteden.”

Normaal werken jullie achter de schermen, maar door de podcast staan jullie zelf ineens in de schijnwerpers. Jullie worden zelfs gevraagd voor interviews.

Fanny: “Haha ja, dat is wel grappig. Soms is het ook een beetje wennen, maar in principe voelen we ons wel nog steeds mediameiden. Toch?”

Tamar: “Ja. Het is wel gek soms. Dan bereiden we heel de week dingen voor bij Media Inside, maar dan denken we ondertussen ook ‘Wat kunnen we hier zelf weer mee doen?'”

Een dubbelrol

Fanny: “Ja.”

In de podcast benoemen jullie ook dat de tv-wereld best wel hysterisch kan zijn. Welke rol spelen jullie daar zelf in?

Fanny: “Soms ben ik even hysterisch. Vorig jaar op het Boekenbal vonden Tamar en ik het bijvoorbeeld heel grappig om heel hard te gaan gillen, elke keer dat we mede-mediameiden tegenkwamen. Volgens mij zagen wij mensen elkaar een keer zo begroeten op het Televiziergala en nu is dat een soort standaard groet in onze vriendengroep geworden. Aan de andere kant proberen wij de tv-wereld ook niet al te serieus te nemen, wij lachen er ook vaak om. Dus het voelt wel alsof wij daardoor een zekere afstand houden van die hysterie.”

Tamar: “Ja. Dus je doet er deels aan mee, maar wij houden ook wel die afstand.”

Spelletje

Welke tips zouden jullie meegeven aan beginnende mediameiden?

Tamar: “Ga op stage! Vergeet ook niet te netwerken. Dus als je mensen ontmoet op stage waar je goed mee samenwerkt, of die jou goed vinden: sla hun nummer goed op. Het is echt een wereld waarin je elkaar heel erg nodig hebt en waarin je elkaar ook aan banen helpt.”

Fanny: “Zeg ook op het begin best wel veel ‘ja’ tegen klussen. Het is ook handig om bij veel verschillende programma’s iets te doen. Luister ook heel goed als je eenmaal op een redactie zit! Zo leer je het beste wat je nou precies moet zeggen als een gast opbelt. Want het is ook zo: de beller is sneller.”

Tamar: “Je moet jezelf er in trainen dat je makkelijk belt en dat je alles durft te vragen. Én dat je jezelf daarin niet te serieus neemt. Zet de schaamte opzij. Dan wordt het eigenlijk een soort spelletje.”

Fanny: “Inderdaad. Het moet een spelletje blijven.”