Journaliste Petra Possel: ‘Ik wil mijn gasten laten vergeten dat ze op de radio zijn’
interview, gepubliceerd op 24 Feb 2018, door Eline Kooiman
Petra Possel in gesprek met Lex Uiting. Redacteur Yvonne kijkt toe vanuit de regiekamer. Foto: Eline Kooiman.

Ik heb met Petra afgesproken in de Desmet Studio’s in Amsterdam, waar Kunststof Radio wordt opgenomen. Petra komt binnen met een kopje koffie. Ze is hier kind aan huis. Al zestien jaar lang is Petra één of twee keer per week live op de radio vanaf deze plek. Vanavond is Lex Uiting haar gast. Hij komt vertellen over het échte carnaval – vasteloavend – naar aanleiding van de documentaire Nao ‘t Zuuje waarin we Lex als Prins zien in zijn geboortestad Venlo. Petra heeft zelf één keer carnaval gevierd in Eindhoven: “Ik snapte er geen fuck van.”

Gelukkig hoef je niet alles van een onderwerp af te weten om goed te kunnen interviewen. “Dan is het vragen naar de bekende weg en dat is niet interessant. Ik wil juist altijd méér weten van de persoon die ik voor me heb. Elk interview moet een kapstok hebben, een thema. Een bepaalde vraag die je echt wilt weten. Ik ben 54 jaar en probeer nog altijd te denken: wat maakt me nieuwsgierig? Ik wil intimiteit creëren en mensen laten vergeten dat ze op de radio zijn. Als je dat dan hebt en het lukt om een goed gesprek te hebben, dan blijft het lang bij je.”

Het aller slechtste interview ooit had Petra met een styliste. “Ze werkte met de grootste sterren, maar het gesprek bleef heel erg op Grazia niveau: zo plat als een pannenkoek. Een interview is pas uitmuntend als je iets tot stand weet te brengen waar luisteraars een beetje stil van worden. Ofwel dat het heel hilarisch is of dat je dicht bij iemands gevoelens komt. Ik kan met veel mensen een interview houden, dat is wel een voordeel, maar voor échte diepgang heb je wel een klik nodig.”

Petra wilde altijd al journalist worden. “Het leek me een wereld waar ik hoorde. Na mijn studie ben ik gelijk gaan werken. Ik schreef voor cultuurblaadjes en organiseerde evenementen in de Effenaar, in Eindhoven. Daar ben ik ook voor het eerst gaan interviewen. Bekende Nederlanders, dat vond ik ontzettend spannend. Ik was hartstikke jong en dan zat er 500 man publiek in de zaal. Ik had toen nog niet het overwicht om een fatsoenlijk interview te houden. In 1985 kwam ik terecht bij Ophef en Vertier van de VARA, dat Jeroen Pauw presenteerde. Daar deed ik vergelijkbaar werk met wat ik nu doe. Ik ben toen de cultuurhoek ingerold, en ben daar nooit meer uitgekomen.”

Overigens gelooft Petra sterk dat je dingen moet doen die je echt leuk vind en waar je achter staat. Zo is ook het culinaire radioprogramma Mangiare ontstaan. “We begonnen met één keer in de maand uitzenden, toen twee keer en nu mogen we elke week. Er zit progressie in. Vorige week hadden we een uitzending in Friesland en volgende week in Zeeland. Het allerleukst zou zijn om met een bus door Nederland te trekken, zodat je met mensen uit het hele land kan koken. Lex Uiting gaat nu ook een programma maken waarbij hij het land in gaat, daar wil ik hem zo naar vragen. Ik denk dat het gewenst is dat we ons een beetje losmaken van de Randstad.”

Redacteur Yvonne komt binnen en begroet ons. Petra: “Ik zit midden in een diepte-interview, ik spreek je zo.” Dan begint ze over haar andere grote passie. “Wat ik echt leuk vind is boeken schrijven. Na het overlijden van mijn man ben ik veel persoonlijker gaan schrijven. Daarvoor schreef ik al reisgidsen, en daar ben ik wel trots op, maar de trots is veel groter bij de boeken die ik over mijn leven heb geschreven. Daar zit zoveel van mezelf in. Ik heb dat echt moeten leren. Qua radio zie ik die verschuiving ook. Toen ik jonger was liet ik mezelf buiten beschouwing tijdens een interview. Tegenwoordig wordt het vaak meer een gesprek waarbij ik me niet bezwaard voel om iets over mezelf te zeggen.”

“Mijn moeder heeft ons grootgebracht met  Simon Carmiggelt en Renate Rubenstein. Hun verslaggeving is een soort tussenvorm tussen journalistiek en literatuur die mij heel erg aanspreekt. Zeker toen ik over mezelf ging schrijven ben ik daar naar opzoek gegaan. Met korte stukjes probeer ik een grote wereld te schetsen. Een soort mitrailleurstijl van schrijven: korte zinnen met een groot effect. Dat doe ik door in te zoomen op de details. Door een concreet beeld te schetsen wordt je verhaal sprekender. En door jezelf als voorbeeld te nemen worden de verhalen herkenbaar voor je publiek.”

Sinds januari heeft Kunststof Radio een nieuw tijdslot. “Het is wel even wennen met ons nieuwe tijdsslot van half acht. Waar we eerst een vol uur van zeven tot acht konden interviewen, komt daar nu het journaal doorheen en vandaag ook nog eens voetbal. Dat zorgt er toch voor dat mensen om acht uur afhaken voor het nieuws. We moeten meer ons best doen om van het gesprek iets te maken wat iets teweeg brengt. Volgende week worden de luistercijfers bekend, dus ik weet nog niet precies hoe schadelijk de verandering is geweest. Maar van de luisteraars horen we helaas vooral negatieve verhalen.”

“Als ik nog maar één ding mocht doen zou ik gaan schrijven. Niet dat ik klaar ben met interviewen voor de radio, maar het is vertrouwd. Ik kies liever voor de uitdaging. Van schrijven krijg ik echt hoofdpijn, het is doodeng. Je wordt teruggeworpen op jezelf. Er is niemand die je helpt of iets van je moet. Die bubbel is nodig om te kunnen schrijven, maar eenzaam is het wel. Elk verhaal moet nog worden bedacht, dat is er nog niet. Het moet niet te makkelijk worden.”