Donyale Luna op de cover van de Britse Vogue
In april 1965 werd de wereldberoemde fotograaf Richard Avedon benoemd tot gastredacteur van Harper’s Bazaar. Hij besloot Luna het middelpunt te maken van een grote modereportage in dat nummer. Dit was de eerste keer dat een gekleurd model zodanig in het middelpunt van de belangstelling stond in een groots modetijdschrift.
In 1969 stond Naomi Sims op de cover van LIFE met als bijschrift ‘Black model take the center stage’. Eind jaren zestig waren gekleurde modellen dus ruim vertegenwoordigd in de tijdschriften.
Vervolgens verdwenen de gekleurde modellen grotendeels van het podium in de jaren zeventig om weer terug te komen in de jaren tachtig. Hoewel de Britse Vogue een pionier was, duurde het lang voordat er een tweede gekleurd covermodel kwam. Pas twintig jaar later stond Gail O’Neill op het tijdschrift. Weer een jaar later werd Naomi Campbell de derde gekleurde vrouw op de cover van de Britse Vogue. The New York Times publiceerde in 1987 een artikel waarin gesproken werd over een comeback van gekleurde modellen. Verschillende professionals uit de industrie komen hierin aan het woord. Zo meent Lacey Ford, een vice president van het belangrijke modellenbureau Ford, dat de wereld eindelijk een bredere definitie accepteerde van schoonheid.
Toch lijkt die bredere definitie van schoonheid anno 2017 nog steeds, of opnieuw, een heikel punt.
Waarom zijn de gekleurde modellen opnieuw uit beeld verdwenen?
Net als in de mode zelf, zijn er ook trends te vinden in de keuzes die merken maken tussen modellen. In het begin van deze eeuw kwamen veel meisjes uit het Oostblok naar de grote Europese modesteden. Op de catwalks zag men vervolgens alleen nog maar blonde, slanke meisjes met blauwe ogen. Dit resulteerde in een eentonig modebeeld dat jarenlang voortduurde. Sinds 2013 is er meer en meer aandacht voor een verandering in dit beeld. Dit begon in Amerika, waar discriminatie een nog groter punt is dan in Europa. Inmiddels is de discussie overgewaaid naar Europa en dus ook naar Nederland.
Welke argumenten worden gebruikt voor het gebrek aan gekleurde modellen?
Redacteuren komen vaak met drie argumenten. Allereerst menen ze dat er een tekort is aan goede gekleurde modellen bij de modellenbureaus. Onlangs zei Vogue hoofdredacteur Karin Swerink dit nog in een artikel in Metro. Deze opmerking kwam haar zuur te staan. Zowel via sociale als traditionele media werd zij onder vuur genomen. De opmerking leidde uiteindelijk tot een uitzending van Pauw op 4 april waarin gesproken werd over dit onderwerp. Hier was niet Swerink, maar Cécile Narinx van Harper’s Bazaar aanwezig.
Ten tweede wordt vaak gezegd dat de adverteerders het niet willen. Het is algemeen bekend dat adverteerders flink wat druk uitoefenen in de modewereld. Nu de inkomsten van tijdschriften meer en meer dalen zijn advertenties een belangrijke factor om als tijdschrift overeind te blijven. Allerlaatst wordt vaak beweerd dat zwart slecht verkoopt. Daarover zijn echter helemaal geen harde cijfers bekend. Narinx vertelt in Pauw wel dat een bepaald nummer met toevallig een gekleurd model inderdaad wat minder goed verkocht, maar geeft daarbij ook aan dat dat niet persé door het model hoeft te komen.
In de jaren zestig was er nog een vierde argument. Fotofilm was niet gemaakt voor een gekleurde huid. Kodak heeft de donkerdere kleuren toe moeten voegen aan hun spectrum om de foto’s te laten lukken. Inmiddels is dit dankzij digitale fotografie natuurlijk geen argument meer.
Heeft de discussie al haar vruchten afgeworpen?
In het julinummer van Harper’s Bazaar besloot Narinx de geplande coverfoto in te wisselen voor een foto van de Afrikaanse Harper’s Bazaar. Vervolgens zijn zowel ELLE, Vogue als Harper’s Bazaar verder gegaan om aandacht te geven aan de diversiteitskwestie. De septembernummers, het belangrijkste nummer van een modetijdschrift waarin de grote trends van het nieuwe seizoen getoond worden, van deze tijdschriften hadden allemaal een gekleurd model op de cover. Zowel Harper’s Bazaar als Vogue kozen in oktober opnieuw voor een gekleurd model.
Harper’s Bazaar, juli 2017
Wat zeggen de cijfers?
Ook in de rest van de wereld lijkt het steeds beter te gaan. Er zijn verschillende partijen die sinds een aantal jaar de modeweken analyseren op het gebruik van diverse modellen. Zo maakt The Fashion Spot sinds een paar seizoenen na iedere reeks modeweken een diversity report op waarin gekeken wordt naar het aanbod van de modellen op de catwalks. Daarnaast onderzoeken ze ook andere diversiteitskwesties in de modewereld. Zo kijken ze naar de diversiteit bij modellenbureaus, in tijdschriften en in advertenties.
Uit het laatste report over de New Yorkse fashion week blijkt dat inmiddels 36,9% van de modellen op de catwalk gekleurd was. In iedere show liepen minstens twee niet-witte modellen mee. Uitschieter was de show van Tom Ford waarin maar liefst 65% van de modellen gekleurd was. Over de laatste Europese modeweken zijn helaas nog geen cijfers bekend. Zoals te zien in bovenstaande grafiek ligt het gemiddelde in de Europese steden helaas nog steeds een stuk lager dan in Amerika, maar ook daar is een verbetering te zien. Wie weet is er de afgelopen weken nog meer vooruitgang te zien geweest in Milaan, Londen en Parijs.