Sterke toename ‘kippencapaciteit’
explainer, gepubliceerd op 16 Sep 2018, door Thomas Jak, Bejna Yildiz, Linus Verloop, Joy Leering en Eline de Jong

Na de vogelgriep in 2003 is het aantal kippen in de Nederlandse veesector weer op niveau. Toch is er iets veranderd: een daling in het aantal bedrijven heeft ervoor gezorgd dat bedrijven tegenwoordig twee keer zo veel kippen houden als in 2001.

Kippen zijn naar aantal de meest gehouden veedieren in Nederland. De kippenpopulatie kreeg in 2003 echter een flinke klap door de uitbraak van vogelgriep. Het totale aantal kippen, dat tot dan toe rond de 100 miljoen schommelde, daalde in 2003 tot onder de 80 miljoen. Na een opleving in 2010 is de kippenpopulatie in Nederland pas sinds 2014 weer redelijk stabiel te noemen: Sinds dat jaar worden er tussen de 103 en ruim 105 miljoen kippen gehouden. Daarmee is het aantal kippen in Nederland zelfs iets hoger dan vóór de uitbraak van vogelgriep.

Hoewel het absolute aantal kippen de laatste jaren dus stabiel is, is het aantal boerenbedrijven dat kippen houdt de afgelopen jaren wel afgenomen. Dat betekent dat het aantal kippen per bedrijf is gestegen. En niet zo een beetje ook: in de meeste provincies is de gemiddelde ‘kippencapaciteit’ van bedrijven verdubbeld. Vooral in Utrecht is de relatieve capaciteit toegenomen. Bedrijven houden daar nu gemiddeld ruim drie keer zoveel kippen als aan het begin van het millennium. Zelfs boeren in Groningen, waar de kleinste groei plaatsvond, breidden hun kippencapaciteit met gemiddeld de helft uit.

Ondanks de enorme groeicijfers in Utrecht, worden in deze provincie niet de meeste kippen gehouden. Noord-Brabant en Gelderland houden in 2017 samen bijna de helft van alle 105 miljoen kippen in Nederland.

 
Deze productie werd gemaakt voor de opdracht 'datajournalistiek' tijdens de crossmediale onderzoeksweken van de master Journalistiek en Nieuwe Media.