Zien wat onzichtbaar lijkt en horen wat ongezegd blijft. Dat is wat journalistiek voor mij betekent. En vanuit die betekenis wil ik de wereld veranderen.
Al van kinds af aan hou ik van taal. Lezen, schrijven en vertellen, ik vond het allemaal leuk. En naarmate ik ouder werd, kreeg die liefde voor taal steeds meer betekenis in mijn leven. Want waar ik als kind vooral wel wist hoe ik mijn mondje moest roeren, ontdekte ik later dat taal van zoveel meer betekenis kan zijn.
Nog onzeker over de studie die ik zou gaan doen, sloot ik mijn middelbareschooltijd af met een zogenoemd profielwerkstuk. Ik besloot hierin onderzoek te doen naar de impact van islamterrorisme op de Nederlandse moslimmaatschappij, een bevolkingsgroep die in maatschappelijke debatten en gesprekken toentertijd niet altijd werd gehoord. En dat was iets waar ik verandering in wilde brengen. Hoe? Ik kwam erachter dat het journalistieke proces van luisteren, onderzoeken en verwoorden ervoor kon zorgen dat verborgen verhalen werden ontdekt en gehoord. Ik maakte kennis met de kracht die in taal schuilt: door naar ongehoorde stemmen te luisteren en woorden te geven aan dat wat een ander niet kan of wil zeggen, wordt een onderbelicht onderwerp zichtbaar gemaakt.
Na dit onderzoek wist ik dan ook zeker dat ik me in wilde zetten in de strijd tegen maatschappelijk onrecht. En hoe kan dat beter dan de kracht van taal meer en meer eigen te maken en in te leren zetten voor het goede? Ik besloot Nederlandse Taal en Cultuur te studeren met het doel de journalistiek in te gaan. Drie jaren vlogen voorbij en nu ben ik hier, als masterstudent Journalistiek en Nieuwe Media. Met als doel een journalist te zijn die ziet wat onzichtbaar lijkt en hoort wat ongezegd blijft. Een journalist die verborgen verhalen leert ontdekken en verwoorden, op papier of achter de camera. Een journalist bij wie dit alles begint door te luisteren. Want juist door te luisteren, kan je zoveel zeggen.